In de geschiedenisboeken: NEC in Moskou (2008)
Sommige herinneringen worden voor altijd gekoesterd. De Europese awayday van NEC naar Moskou is alweer jaren geleden en sinds het seizoen 2008-2009 bovendien het laatste seizoen waarin de Nijmegenaren Europees speelden. We spreken supporters van NEC die in december 2008 de uitwedstrijd tegen Spartak Moskou bezochten! Een legendarische trip naar een roemruchte plek, waarin supporters op een bijzondere manier kennismaakten met het communisme en hun club zagen stunten. De mooie anekdotes blijven voor altijd bij en nemen je mee terug in de tijd.
Na een tweeluik tegen Dinamo Boekarest kwalificeerde NEC zich voor de UEFA Cup in 2008. In de poulefase moesten ze uit naar Dinamo Zagreb en Spartak Moskou. Thuis waren Tottenham en Udinese de tegenstanders. Het toernooi eindigde een ronde na de groepsfase in Hamburg, waar HSV te sterk was.
We gaan terug naar 3 december 2008, toen Pim en Johan met medesupporters in Moskou waren voor de wedstrijd van NEC tegen Spartak Moskou. De supporters werden getrakteerd op meerdere uitwedstrijden. Moskou was wellicht niet de eerste voorkeur, maar Zagreb en Boekarest stonden ook op het programma.
Waarom besloten jullie naar Moskou te gaan?
Pim: “Met Moskou had ik direct zoiets van: ‘Wow, Moskou, dat is eens, maar waarschijnlijk nooit meer.’ Je kende Moskou van verhalen, de Koude Oorlog, het IJzeren Gordijn, het communisme, en je zag foto’s van het Rode Plein, iedereen met een bondmuts op en meters sneeuw in de winter. Voor mij was het meteen: ‘Daar moet ik heen!’ En zo dachten er meerderen over, want de kaartverkoop werd een gekkenhuis, iets wat eigenlijk niemand verwachtte…”
Hoe werd er gereageerd na de loting?
Pim: “Iedereen vroeg zich in eerste instantie af: wat een kolere eind, is het wel veilig? Hoe kom ik daar? Wat gaat die grap kosten? Maar het bizarre gebeurde: mensen stonden ’s nachts al in de rij voor de Goffert. Een ouderwetse kaartverkoop met flinke rijen. We kregen 500 kaarten toegewezen voor het enorme Luzhniki Stadion. Ik begreep dat iedereen bij NEC dacht dat dit meer dan genoeg zou zijn, maar niets bleek minder waar… het uitvak was in no time uitverkocht. Je hoorde om je heen dat veel mensen deze unieke ervaring niet wilden missen, een once-in-a-lifetime-ervaring, zeg maar. Wie komt er voor de gezelligheid nou in Moskou? Nou, niet veel mensen, denk ik. Moskou fascineerde veel mensen, dus daar moesten we maar eens heen!”
Johan: “Een van mijn maatjes, Rolf, met wie ik jarenlang naar NEC ben gegaan, woonde op dat moment in Moskou. Je weet wel hoe dat ging over de telefoon met berichtjes. ‘Dat zou pas vet zijn, naar Moskou toe, het zou maar eens gebeuren, dat gaat vet worden, regel maar vast een kamer, moeten we wel uitloten, enzovoort.’ Toen Spartak Moskou uiteindelijk uit de koker kwam, gierden de zenuwen door mijn lijf en BAM: daar kwam NEC! Ik sprong een gat in de lucht en het over-en-weer bellen, regelen en organiseren kon beginnen.”
2008 is alweer jaren geleden. Hoe was het reisadvies of de reputatie van (Spartak) Moskou destijds?
Pim: “We kenden Moskou van gespierde hooligans die met ontbloot bovenlijf bij -16 graden voorin hun vak stonden. Gasten vol tattoos, en alles politiek uiterst rechts, uiteraard. Van alle uitwedstrijden dat geweldige Europese NEC-seizoen leek Moskou ook wel het grootste avontuur. Het reisadvies was oké, maar zonder visum kwam je er niet in. Alles moest in zeer korte tijd geregeld worden. Ik herinner me dat je de visumaanvraag in de kantine van de Eendracht kon doen. Een visumbureau hielp je daarbij. Chaos en heerlijke stress vooraf.”
Johan: “Ja, een visum… hoe werkt dat (in die tijd)? Dat was wel de eerste vraag, haha. Maar gelukkig hadden we Rolf in Moskou die ons van de ontbrekende info kon voorzien. Van de supporters hadden we wel eens wat beelden gezien, en die waren natuurlijk supervet. Een hele andere beleving dan hier in Nederland.”
Het uitvak was dus uitverkocht!
Pim: “Het uitvak was – zoals we zeiden – met 500 man uitverkocht, de business vloog met een mannetje of 100 die kant op. Zij zaten een meter of 50 van ons vandaan. Rondom dat uitvak stond zoveel politie en militairen… behoorlijk indrukwekkend ook, vuige koppen die op onweer stonden. Die Russen zagen de beveiliging van 500 voetbalmaffe NEC’ers als een militaire operatie van de eerste categorie, zo leek het.”
Johan: “We gingen samen met mijn neefje Dick, en Freek met een maatje gingen ook mee, die we weer via Rolf kenden. In dat gigantische stadion waar bijna niemand zat, wie kende immers NEC daar? Wij stonden in een klein vakje, omringd door militairen en toch best veel fotografen die ons op de kiek wilden zetten.”
Hoe zag jullie reis eruit?
Pim: “Niet één van mijn NEC-maatjes ging mee, helaas, maar ik had besloten dat ik die kant op zou gaan. Vanaf Düsseldorf vloog ik op 2 december met een flink gevuld Rood-Groen-Zwart vliegtuig naar Moskou. Op het vliegveld gingen de meesten met taxi’s en busjes richting hun onderkomen. Met twee andere NEC’ers heb ik de metro gepakt richting het centrum. Dat was nog wel even zoeken. Ik zat in een ander hostel en had moeite om de ingang te vinden. Na veel vragen en zoeken kwam ik er eindelijk uit.”
Johan: “Wij reisden dus met z’n vieren, maar op de luchthaven en in het vliegtuig zagen we toch wel weer de bekende gezichten die vaker naar de uitwedstrijden gingen. Maar het mooiste was de aankomst op de luchthaven in Moskou. Daar stond een heuse Hummer limousine met disco-uitvoering, inclusief drank, voor ons klaar. Samen met een man of twaalf gingen we als VIP meteen richting het Rode Plein om natuurlijk de befaamde foto’s te maken. Daarna werden we afgezet bij een hostel en sliepen we gezamenlijk met man of acht van NEC op één kamer.”
Hoe zagen de dagen in Rusland eruit?
Pim: “Hostel Camelot werd het, op zo’n 15 minuten lopen van het Rode Plein. Zonder overleg met andere NEC’ers geboekt. Het vinden ervan was een crime. Het zat ergens op de 5e etage van een aftands appartementencomplex dat half leeg stond. Allemaal graffiti in het trappenhuis. Ik ben destijds een paar keer naar boven gelopen en dacht: hier kan het niet zijn. Toen ging ik weer naar beneden om navraag te doen en bleek het toch echt in dat gebouw te zitten. Toen ik er eenmaal was, bleek het volledige hostel vol met NEC’ers te zitten. Dat was top! Ik sliep met acht gasten op een grote kamer en we trokken in die drie dagen gezamenlijk op. Het gekke is dat ik na Moskou nooit meer een van die jongens gezien of gesproken heb.”
Wat is je bijgebleven van de stad of wat jullie hebben meegemaakt?
Pim: “In Moskou wordt weinig gelachen door de plaatselijke bevolking. Strakke koppen en het lijkt alsof iedereen erg op zichzelf is. Moskou is geen warme stad. Daarnaast was het op 2 december en de dagen die volgden behoorlijk koud. Een van de jongens kocht overdag een bontmuts op het Rode Plein met een militair embleem erop. Toen we ’s avonds over het Rode Plein liepen, werden we aangehouden. Hij moest meekomen, want een bontmuts dragen met een militair embleem was ten strengste verboden. Na het inleveren van de bontmuts, al zijn brief- en muntgeld plus zijn sigaretten, mocht hij gaan. Welkom in Rusland!
In Moskou zag je veel dingen terug van het communisme. Bij ons om de hoek van het hostel zat een luxere supermarkt. Daar stonden 20 man personeel, terwijl er niks te doen was. Twee keer zijn we in een club geweest, waar meer Westerlingen kwamen en veel vrouwen, heel veel vrouwen waren. Misschien dat er sinds 2008 wat Russische vrouwen in Nijmegen zijn beland, wie zal het zeggen…”
Johan: “De metro was één groot doolhof, met ongeveer 9 verdiepingen diep en niks in het Engels, maar ons geluk was ons maatje die daar de weg perfect kende, dus dat scheelde veel wachten en zoeken. Wat ik helemaal leuk vond, is dat iedereen daar voor taxi speelde. Je steekt gewoon je hand op en binnen no time stond er een personenauto stil die, na overleg over de roebels, je gewoon naar je bestemming bracht. Wij moesten iets meer betalen omdat we met z’n vijven waren en dat mocht niet, maar dat regelde maatje Rolf wel. Wat hij ook regelde, was een club/disco waar we drie verdiepingen naar beneden moesten, maar waar we voorrang kregen om binnen te komen, terwijl er een rij van 45 van de mooiste vrouwen stond te wachten in de kou. In Nederland is dat andersom.
Toen we onderin die disco stonden, dacht ik: als hier de pleuris uitbreekt, komen we hier nooit heel of levend uit. Maar dat was de laatste zorg, want vanaf de dansvloer zag je boven je een glazen plaat die dienstdeed als bodem van het zwembad, dus we keken onze ogen uit daar. Verder hebben we nog het oorlogsmuseum bezocht, en de rest kan ik me niet zo goed meer herinneren… dat is de schuld van de vodka en het bier, denk ik.”
Hebben jullie contact gehad met de lokale bevolking daar?
Pim: ‘’Ik heb geen contact gehad met locals. In de stad zelf vind je ook weinig tot niks terug van voetbalcultuur. Daarnaast heeft Moskou ook niet echt een gezellig stadscentrum zoals wij dat kennen.”
Kon je op een normale manier naar het stadion om bij het uitvak aan te komen?
Pim: “Voor de wedstrijd verzamelden we bij Café Probka om van daaruit met bussen naar het stadion te gaan. Probka was groot en gezellig. Van tevoren had NEC ‘goede’ afspraken gemaakt met het café. Een biertje zou €2,50 kosten, top geregeld! Dat dachten we in ieder geval. Toen iedereen binnen was, werd de prijs verhoogd naar €7. In de straat voor het café stonden 50 man politie en militairen. Klagen had niet zoveel zin en wij waren dorstig, dus de tapkranen bleven openstaan. Opeens werd het sein ‘naar de bussen’ gegeven. Een heerlijke chaos, en door de avondspits van Moskou reden we in konvooi richting het stadion. Aldaar was de fouillering maximaal. Die Russen laten zich niet opnaaien door 500 NEC’ers en bepaalden hun eigen tempo. Telkens werden er kleine groepjes het vak opgeheven. Hierdoor stond bij aanvang van de wedstrijd ruim de helft nog buiten.”
Hoe waren de verwachtingen, had NEC vooraf kans?
Pim: “We hadden geen kans, 0,0%. De eerste twee wedstrijden in de poule, tegen Tottenham, Spartak Moskou, Udinese en Dinamo Zagreb, verloren we. Thuis van de Spurs met 0-1 en uit in Zagreb met 3-2. In die tijd speelde je maar één keer tegen de ander, door loting werd dat een thuis- of uitwedstrijd. De eerste drie in de poule gingen toen door en dat is ons geluk geweest achteraf. Toen we in Moskou ook nog eens na twee minuten achter kwamen, leek het gedaan.”
Wat vind je van de Russische voetbalcultuur? Hoe was de sfeer tijdens de wedstrijd?
Pim: “Van de Russische voetbalcultuur kregen we weinig mee, behalve dat de Spartak-aanhang bij aanvang flink tekeer ging en de nodige fakkels de lucht ingingen. Maar 6000 man in een stadion waar 78.000 man in kunnen, is niet veel. Wij zaten minstens 100 meter van die gasten vandaan en met 500 man kun je best veel herrie maken, maar de impact in zo’n groot stadion is minimaal.”
NEC won met 1-2 en 6.000 man waren hier getuige van. Hoe was de sfeer in het uitvak?
Pim: “Het was zwaar klote om al na twee minuten op achterstand te komen. Daar kwam de derde verliespartij aan in evenzovele wedstrijden… het Europese avontuur leek te eindigen in Moskou. Spartak kreeg ook nog kansen op meer, maar vanuit het niets kwamen we vlak voor tijd in de 85e minuut op 1-1 en twee minuten later scoorde Lasse Schöne een prachtig geplaatst schot, waardoor het 1-2 werd. Waanzinnig! Wat een gekkenhuis! Een historische prestatie (nog nooit won een Nederlandse ploeg bij Spartak Moskou) en we deden ineens weer mee.
Naast mij stond een jongen van een jaar of 30 die zijn opa had meegenomen op dit avontuur. Voor het eerst bezochten ze samen een uitwedstrijd en dan dit meemaken. Geweldig! Iedereen was helemaal euforisch natuurlijk, en het was maar goed dat de hooligans van Spartak wat verder weg zaten van ons. Ik ben zelden zo uit mijn dak gegaan.”
Hoe was het na de wedstrijd? Kregen jullie begeleiding?
Pim: “Na de wedstrijd werden we weer bij Café Probka afgezet. Bier vloeide rijkelijk en het besef van een unieke prestatie was bij iedereen aanwezig. Het kleine NEC tegen het grote Russische Spartak Moskou. Bizar!
Later heb ik Spartak nog een e-mail gestuurd met het verzoek om een speldje voor mijn verzameling. Ik dacht een bombrief terug te krijgen, maar niets was minder waar. Via de club kwam er een envelop met een paar Spartak Moskou-speldjes. Aardige mensen, die Russen!”
Je bent vaker met NEC weggeweest. Hoe is dat binnen de supportersgroep om telkens in de uithoeken van Europa te komen? Inmiddels is er al jaren niet meer Europees gespeeld, hoe erg is de hunkering ernaar?
Pim: “De Europese uitwedstrijden met NEC zijn voor mij vanaf 2003 de allermooiste NEC-avonturen geweest. De jonge garde (en die is groot bij NEC) gun je ook een keer zo’n ervaring mee te maken. In één van onze liederen komt de zin ‘waar zij gaan en waar zij spelen, wij gaan altijd met ze mee’ voor. Die is al jaren toepasselijk gezien de massale uitsupport in ieder Nederlands stadion. Bij een Europese uitwedstrijd verkopen we ieder vak uit dat we kunnen krijgen, vermoed ik. Destijds in 2009 naar Hamburg gingen er ook 4.500 man mee en toen waren we minder gek dan nu. Als NEC weer Europa ingaat verwacht ik dat het uitvak 100% uitverkocht raakt, zelfs als het Azerbeidzjan, Georgië, Letland, Antarctica of Paaseiland is.”
We bedanken Johan en Pim voor hun medewerking aan dit artikel!
Meer lezen over Nederlandse supporters in Europa? Lees onze artikelen over AZ op bezoek in Liechtenstein, de awaydays van Groningen in 2015, PEC’s historische trip naar Praag, Ajax in Lissabon, de reizen van AZ in 2019-2020, het bezoek van Vitesse aan Nice, Heerenveen in Helsingborg (2007), Willem II in Luxemburg of het Europese debuut van Heracles in Arouca!