In gesprek met: Tom van Weert
We spraken met Tom van Weert, spits bij Aalborg BK. Hij vertelt over zijn tijd in Denemarken en over FC Den Bosch, Excelsior Rotterdam en FC Groningen. Ook komt zijn bijna afgeronde overgang naar Sporting Lissabon ter sprake, en hadden we het over de meest gekke awayday die hij heeft meegemaakt. Dit is het verhaal van Tom van Weert!
Hoi Tom van Weert. Je bent aan je tweede seizoen bezig in Denemarken. Jullie draaien tot nu toe een goed seizoen, bekerwinst is bijvoorbeeld nog een reële optie. Hoe bevalt het leven in Aalborg en het spelen voor de plaatselijk club?
“Ja, goed. We draaien een goed seizoen. In Denemarken wordt de competitie aan het einde in tweeën gesplitst: één groep maakt uit wie er kampioen wordt, in de andere groep wordt er uitgevochten wie er degraderen. Wij zitten dan in de eerste groep, maar we hebben een flinke achterstand op de nummer 1 en 2, die gaan we niet meer inhalen. Er zit wel meer in dan dat we tot nu toe hebben laten zien, want we hebben echt een goede ploeg. Dan is het zonde dat we op een zesde plek staan.
Verder is het leven redelijk te vergelijken met dat in Nederland. Het verschil is, dat het hier over het algemeen wat rustiger is. Ik zit in het noordelijke gedeelte van het land, dat lijkt erg op het noordelijke gedeelte van Nederland. In de winter is het er een beetje uitgestorven, maar in de zomer is het echt top. Lekkere restaurants, terrasjes pakken en een mooie omgeving. En als het voetbal dan ook nog redelijk draait, dan heb je het snel naar je zin.
Je hebt veel exotische plekken waar je als voetballer terecht kan komen. Dan klinkt Denemarken niet zo ‘sexy’, niet zo avontuurlijk. Maar ik hoor ook van veel jongens, die wel echt een avontuur aangaan, dat het ook soms écht tegenvalt. In sommige landen zijn ze niet zo open als we gewend zijn in Nederland. Daarom is het voor spelers in Nederland gewoon een leuk avontuur, waarbij je zeker weet: je krijgt je salaris op tijd, alles is goed geregeld en er zijn geen gekke praktijken of presidenten. Het is dus een veilig avontuur om in Denemarken te voetballen.”
Voetballen in Denemarken is een veilig avontuur
Je stapte van FC Groningen over naar Aalborg. Hoe is die transfer tot stand gekomen? Je vriendin is Deense, heeft dat meegespeeld?
“Dat was eigenlijk puur toeval, dat wisten ze bij Aalborg niet. De overstap kwam pas laat in augustus in beeld, dus de transfermarkt was bijna dicht. Ik was er wel zeker van dat ik een transfer wilde maken en de club had dezelfde gedachte, omdat ik nog maar een contract voor een jaar had. Het beleid van FC Groningen was toen als volgt: als je nog een contract voor een jaar hebt, gaan we dat verlengen of we gaan je verkopen. Verlengen was in eerste instantie niet aan de orde. Later wilden ze alsnog verlengen en dat hebben ze uiteindelijk weer ingetrokken. Toen was het voor mij duidelijk en ging ik verder kijken.
De laatste dagen van de transferwindow kwam Aalborg voorbij en heb ik alles op een rijtje gezet. Toen heb ik ervoor gekozen om die stap te maken. Ik wilde heel graag naar het buitenland. Ik kreeg een mooi contract voor drie jaar en ik was toe aan iets nieuws. En als je dan op het laatste moment naar Denemarken kan gaan, is dat makkelijker om te beslissen dan bijvoorbeeld een stap naar de andere kant van de wereld.”
Eerder in die transferwindow was er toch ook sprake van dat je naar Sporting Lissabon zou gaan?
“Klopt. Het is eigenlijk nog steeds een mysterie hoe dat is gekomen. Het kwam heel snel en onverwachts, maar ze waren ook heel concreet. Zelfs zo serieus dat ik die kant op ging, alleen het was één grote chaos bij die club. De supporters waren het trainingsveld opgekomen en ze waren slaags geraakt met spelers. De president had daar wat mee te maken, dus lag hij onder vuur.
Waarom mijn transfer niet doorging weten mijn zaakwaarnemer en ik nog steeds niet. Maar in die landen speelt er iets meer politiek binnen clubs. Ze hadden ook net een nieuwe trainer gehaald en die zag mijn komst niet zitten. Tien dagen later was die trainer weer ontslagen. Echt een bizar verhaal, hahaha.”
Tien dagen later was die trainer weer ontslagen
Heb je enig idee hoe Sporting in eerste instantie dan bij jou was uitgekomen?
“Ze waren zeer tevreden over Bast Dost. Ze waren te spreken over Nederlandse spelers en ze wilden een back-up voor hem die doelpunten kon maken. Ik heb natuurlijk bewezen dat ik doelpunten kan maken.
Toen ik hoorde dat Sporting geïnteresseerd was dacht ik: die kans krijg je maar één keer, ik was er helemaal klaar voor. Waar is dat contract? Ondertekenen die hap. Het was heel dichtbij, maar ook weer ver weg. Uiteindelijk was Aalborg minder exotisch dan Lissabon, maar het was ook een mooie optie.”
(Tom van Weert tijdens zijn presentatie bij Aalborg BK)
Door het coronavirus spelen jullie nu in lege stadions. Hoe is dat?
“De laatste wedstrijd voor de ‘coronapauze’ hebben we al in een leeg stadion gespeeld, toen was het contrast heel groot. De week ervoor speelden we thuis in een vol stadion tegen Brøndby, een mooie club die veel fans meebracht. Dat was een super vette wedstrijd, met een goede atmosfeer op de tribune. Een week later speelden we ineens in een leeg stadion. Dat voelde als een veredelde oefenwedstrijd, ik dacht: wat is dit nou!?
Daarna komt die lange pauze, en speel je geen wedstrijden. Als je dan eindelijk weer mag spelen, neem je het eerder voor lief dat er geen fans zitten.”
Is het een beetje te vergelijken met Nederland, hoe voetbal wordt beleefd?
“In dat opzicht is Nederland wel een stuk interessanter en leuker. Je hebt hier zes of zeven teams die veel toeschouwers trekken. Daaronder zit een groep met clubs die een stuk minder publiek trekken. Vooral in de donkere, koude maanden van oktober tot december zie je daar meer lege plekken dan volle.
Dan heb je niet de sfeer die je in Nederland hebt, zoals bij Willem II en De Graafschap. Niet de grootste clubs, maar wel een goede sfeer. Met veel mensen in het stadion. Hier is het verschil tussen de grote en de kleine clubs een stuk groter. Het is bijvoorbeeld heel gaaf om tegen Brøndby te spelen, een beetje het Feyenoord van Denemarken qua fans. Die supporters produceren veel geluid en veel sfeer.
Daarom is die kampioenspoule, met de beste zes van de competitie, zo veel beter. Je speelt tegen de grote clubs die veel fans trekken. Dus dat zijn aantrekkelijke wedstrijden. Vorig jaar werden we zevende op één doelpunt van de zesde plek en dan kom je in die andere poule. Dan heb je alleen wedstrijden tegen kleinere clubs, met weinig sfeer en weinig supporters. We speelden toen ook nog wedstrijden die nergens om gingen, want we konden niet meer een plaats stijgen of dalen. Dat contrast is wel heel erg groot.”
Een tijdje geleden sprak ik met Sylvano Comvalius over de aparte dingen die hij meemaakt in Indonesië. Heb jij al situaties in Denemarken ervaren die in Nederland ondenkbaar zijn?
“Nee, je maakt hier niet zo veel gekke dingen mee omdat het hier heel erg op Nederland lijkt. Kleine verschilletjes heb je wel. Het is hier veel gemoedelijker en vriendelijker, zelfs richting het minder professionele. Hier zijn de spelers volgzamer en ze houden zich meer gedeisd. Als jongens in Nederland op de bank zitten, laten ze dat echt wel merken. Hier merk je het ook wel, maar proberen ze dat minder te laten merken. Want dat is het belangrijkste voor het team. In Nederland heb je veel meer ‘egootjes’ die dan wel van zich laten horen.
In Nederland heb je veel meer ‘egootjes’ die dan wel van zich laten horen”
De faciliteiten zijn in Nederland wel beter, want daar moeten de trainingsvelden bijvoorbeeld allemaal top zijn. Hier zorgt de gemeente voor het onderhoud van de trainingsvelden, en hebben we het wel een gehad dat de man die verantwoordelijk is voor het onderhoud op vakantie was. Dus hadden we ineens een slecht trainingsveld. In Nederland zou er dan veel commentaar komen vanuit de spelersgroep. Hier maken ze zich er niet zo druk om.
Na een uitwedstrijd ga je bijvoorbeeld eerst met het hele team ergens uit eten, vaak is die andere club daar dan ook aan het eten. In Nederland is het juist vaak: hup, de bus in. Terug naar huis.
Wat is de meest bizarre awayday die je ooit hebt meegemaakt qua sfeer?
“Met Excelsior speelden we tegen Feyenoord in de Kuip. We stonden in de rust met 0-2 voor, door twee doelpunten van mij in de eerste helft. Je speelt dan in een groot, mooi stadion en op het moment dat ik scoorde keek ik om me heen en dacht ik: wow! Ik heb gewoon 40.000 mensen stil gekregen. Ik kreeg middelvingers naar me toe. Dat gaf wel echt een kick!
Ik kreeg middelvingers naar me toe. Dat gaf wel echt een kick!
Ik vind de Kuip echt een heel fijn stadion om in te spelen. Je voelt soms aan het veld dat het trilt en dat is natuurlijk geniaal om als speler mee te maken. Als het publiek dan achter Feyenoord gaat staan, heb je als speler het gevoel dat je ineens tegen 15 Feyenoorders speelt in plaats van tegen 11. Je wordt bijna overrompeld door de sfeer. Dat gebeurde toen ook in de tweede helft, ze scoorden uit een penalty en wij kregen een rode kaart. We stonden nog wel voor met 1-2, maar we voelden ons zo machteloos. Want Feyenoord kreeg zoveel energie. We werden toen overrompeld en verloren uiteindelijke met 3-2. Dit liet mij toen echt zien waarom Feyenoord iets extra’s kan, puur door de sfeer.”
Lijkt me wel erg gaaf om als speler mee te maken. Ik vond het zelf wel erg jammer dat we uiteindelijk verloren, want ik zat in het uitvak.
“Ja, in de rust dachten we ook: misschien gaat het lukken. Het ergste wat er kon gebeuren waren een rode kaart en een tegengoal. Dat gebeurde precies binnen een minuut tijd na de rust. Dan ben je de lul.”
In Nederland kwam je uit voor FC Den Bosch, Excelsior Rotterdam en FC Groningen. Bij welke club bewaar je de mooiste herinneringen en welke zijn dat?
“Niet echt één club ofzo. Ik zat daar laatst ook aan te denken, omdat alle clubs het op dit moment moeilijk hebben en ze vragen om steun van oud-spelers. Ik zou dan graag alle drie de clubs willen ondersteunen, want bij alle drie heb ik leuke dingen meegemaakt. Bij Den Bosch heb ik mijn jeugd doorlopen en mijn debuut gemaakt. Op dat gebied heeft FC Den Bosch het grootste plekje in mijn hart. Daarna heb ik ook twee mooie jaren bij Excelsior meegemaakt. Ik heb er mijn eerste seizoen in de Eredivisie gespeeld, voor een club die goed bij mij paste als persoon. Lekker gemoedelijk, vriendelijke mensen en een erg leuk team. Toen ging ik naar FC Groningen en kwam ik echt bij een grote club, dat merkte je aan alles en iedereen in de omgeving. Dat was ook vet om mee te maken. Dat had ik voor geen goud willen missen.
Alle clubs, maakt niet uit of ze groot of klein zijn, worden eigenlijk gemaakt door de mensen die daar werken. Bijvoorbeeld de materiaalman of de mensen die het eten verzorgen. Die zijn altijd erg goed voor de spelers en dat zorgt ervoor dat je die clubs niet gaat vergeten.“
Heb je enig idee hoe je toekomst eruit ziet?
“Ik heb nog een contract voor één jaar. Ik heb nog niks van de club vernomen, maar dat komt natuurlijk door de hele situatie waar we nu in zitten. We moeten nog tien á twaalf wedstrijden spelen. Na de competitie gaan we eens praten met de club. Ik wil ooit nog wel eens in een ander land voetballen, maar ik heb zelf niet echt een voorkeur.”
Zien we Tom van Weert ooit nog terug op de Nederlandse velden?
“Ja, zeker. Nederland is gewoon een mooi voetballand. Met goede sfeer in de stadions, dus die kans is zeker aanwezig. Dat hangt wel van veel dingen af: mijn eigen fysiek en de kansen. Veel mensen denken vaak dat je als speler alles zelf beslist, maar je bent afhankelijk van welke clubs je willen hebben en welke clubs je kunnen halen. Het moet allemaal kloppen. Ik heb wel geleerd niet te ver vooruit te kijken.”
Naast Tom van Weert spreken wij ook met andere voetballers over hun avonturen in het buitenland, hun carrières en natuurlijk over de beste supporters waarvoor zij hebben gevoetbald. Lees ook onze gesprekken met Vito Wormgoor, Marc Klok, Sylvano Comvalius, Ilias Haddad, Boy Waterman en Mickey van der Hart.