Column: voetbaldroom
Groundhoppen is tegenwoordig een zeer populaire bezigheid voor veel voetbalfanaten. Soms heb je een bepaald voetbalstadion al jaren op je lijstje staan om te bezoeken, maar door allerlei omstandigheden komt het er maar niet van om er naar af te reizen. In je hoofd heeft dat stadion inmiddels al mythische proporties aangenomen. De hunkering om dit stadion een keer daadwerkelijk te ervaren en te voelen is groot: lectuur over het betreffende stadion heb je al vaak doorgenomen plus de gehele clubgeschiedenis van het acterende team dat er tweewekelijks loopt te ballen. Ieder detail ken je eigenlijk wel en toch moet je het wel een keer echt ervaren. Zelf heb ik ook in mijn hoofd wel een lijstje van stadions die ik de aankomende jaren best wel zou willen ‘vincken’, maar daar gaat dit verhaal niet over.
Kennismaking
Het kan namelijk ook zo zijn dat je ooit eens een voetbalveld hebt gezien bij de amateurs waarvan je denkt: ‘Wow, op dit veld zou ik nog weleens een keer een balletje willen trappen!’. Het gebeurde mij, jaren geleden bij amateurvereniging V.V. Loenermark. Het dorpje Loenen met zo`n 2.000 inwoners, is gelegen aan de rand van de Veluwe. De plaatselijke voetbalvereniging komt vandaag de dag uit in de vierde klasse van het zondagvoetbal. De kennismaking met V.V. Loenermark kwam omdat Vitesse er in de seizoenvoorbereiding een oefenwedstrijd speelde tegen een andere profclub. Sowieso is dat altijd al een goed teken: als profclubs willen voetballen op je veld, dan heb je iets te bieden waarschijnlijk.
Samen met mijn vader en goede vriend de auto in om die partij gade te slaan. Bij het uitstappen was het al meteen raak. Parkeren naast grote bomen met slingerend daar tussendoor een kristalhelder kabbelend beekje. De zomeravond maakte dat het licht prachtig viel tussen de bladeren en een klein windje gaf net die verkoelende bries over je armen. Lopend naar ‘Lonapark’ tussen die bomen door merkte ik op dat het een feeërieke omgeving was, werkelijk prachtig. Een laagje poedersneeuw in de winter zou het een Anton Pieckachtig tafereel maken. Ook het feit dat er een kakelvers seizoen aan zat te komen lieten de voetbalhormonen mij door mijn lichaam gieren. Aangekomen bij het sportpark zag ik links van mij de trainingsvelden die er echt keurig bij lagen. Ondertussen snoof ik de onvermijdelijk geur van gebakken hamburgers op om de amateurclubkas te spekken.
Nadat ik mijn kaartje had gekocht, liep ik het sportpark op. Uit de speakers knalde de populaire top40 hits van dat moment. En toen, ja toen zag ik het hoofdveld. In mijn ogen adembenemend. Een grasmat zo strak gemaaid, alsof er duizend nagelschaartjes alle sprietjes een persoonlijke schoonheidsbehandeling hadden gegeven. De lijnen op het veld waren met millimeter precisie gezet en de doelnetten (een fetisj van mij) waren om door een ringetje te halen: diep, strak, hagelwit en grofmazig. De lange zijde tegenover de kantine was een lange bomenpracht waaruit heerlijk gekwetter kwam van de plaatselijke fauna. Wat opviel was dat de bal tijdens de warming-up niet stuiterde op dit veld, nee de bal toucheerde de mat en ik dacht toen: ‘Wow, op dit veld zou ik nog weleens een keer een balletje willen trappen!’
Dromen
Een paar jaar later was ik toe aan mijn vijfde amateurclub in mijn miserabele ‘carrière’ en vond ik mijzelf terug in het blauw witte tenue van V.V. Otterlo. Otterlo, gelegen aan de rand van de Veluwe. Zoals veel amateurs weten is dat er in de voorbereiding drie wedstrijden voor de districtsbeker gespeeld worden in een poulesysteem. Deze bekerwedstrijden worden nagenoeg door alle amateurteams niet als belangrijk gezien, eerder als oefensessies om de puntjes op de i te zetten om de competitie goed in te kunnen gaan. Drie wedstrijden zonder returns, dus twee uitwedstrijden of als je geluk had twee thuiswedstrijden (scheelt reistijd!). Vaak ook potjes die doordeweeks gespeeld worden, waardoor je je altijd moet haasten om op tijd aanwezig te zijn.
De eerste trainingen met het tweede van V.V. Otterlo waren achter de rug en daar kwam toen de onvermijdelijke indeling van het bekertoernooi. Mijn hart sloeg meermaals over toen ik de clubnaam V.V. Loenermark bij onze poule zag staan. Direct schrik, want het zal dan wel een thuiswedstrijd zijn… Maar nee, een ware voetbalgod had mijn droom doorgeseind gekregen en bepaalde daardoor dat wij in Loenen aan de bak moesten. Amen!
Ik heb eerlijk gezegd ook niet gekeken wie die andere twee teams nou eigenlijk waren in de poule, dat interesseerde mij platgezegd geen reet. Gelijk sloeg mij de angst om het hart: in de voorbereiding is het gebruikelijk om het hoofdveld te sparen, die krijgt al genoeg te verduren tijdens de reguliere competitie. Mijn gedachte: ‘Ze laten daar bij V.V. Loenermark natuurlijk nooit een totaal onbelangrijk bekerwedstrijdje tussen tweede elftallen op zo`n biljartlaken spelen’. Ook omdat ik de trainingsvelden van ze gezien had en daar was echt niets op aan te merken geweest. In mijn hoofd al biddend en de beentjes heel latend tijdens de trainingen richting V.V. Loenermark bleef ik wel in mijn kleine voetbaldroom geloven.
De dag
De dag van de wedstrijd was eindelijk daar. De hele dag was ik nog steeds in grote twijfel, met ook een echte Arnhemse gedachtegang erbij van ‘Ga maar uit van het slechtste scenario, dan kan het altijd meevallen’. Tegelijkertijd wist ik dondersgoed, ik zou het eeuwig jammer vinden als ik niet op dat hoofdveld een balletje mocht trappen. Daarbij, wanneer zou de kans zich dan nog een keer voordoen? Die kans was vrijwel nihil natuurlijk! Het moest en zou dus nu echt gebeuren, anders spatte mijn kleine voetbaldroom uiteen.
Bij aankomst op het sportpark vloog ik direct de kantine in om die ene prangende vraag te kunnen stellen: ‘Meneer, op welk veld spelen we vanavond?’. Het verlossende antwoord kwam als engelenmuziek in mijn gehoor terecht: ‘De wedstrijd is op het hoofdveld’. Al had ik die kantine leeg moeten kopen van de flesjes AA en broodjes kroket met liters mosterd om op het hoofdveld te mogen spelen, dan had ik dat gedaan, maar dat hoefde dus niet. Dolblij, blij-ei, scheld mij voor alles uit, maar ik was een dolblij blij-ei!
De wedstrijd
Alles ging bij met meer grandeur dan anders die avond. Van sokken aantrekken, de hoefjes strikken tot en met de haren in de kokoswax zetten. Alles was een bloedserieus ritueel voor mij in die kleedkamer. Alsof ik met Miss Nederland op stap ging, het moest en zou perfect verlopen. Van de wedstrijd weet ik niets meer, zelfs de einduitslag niet. Wel weet ik dat ik negentig minuten lang met een denkbeeldige glimlach van oor tot oor op dat biljartlaken gelopen heb.
Van die heerlijke zomeravondgeur snuiven in de longen tot en met het ieder detail van het veld en zijn omgeving in mij opnemen. Sommige profvoetballers hebben gespeeld in Estadio Santiago Bernabéu in Madrid of het mythische Wembley in Londen, maar ik speelde ooit negentig minuten lang op het hoofdveld van V.V. Loenermark. Voor mij een echte voetbaldroom die uitkwam.
Het was een grote eer.
Foto via Han Balk