Van bivakmutsen tot barras bravas: mijn eerste voetbalwedstrijd in Colombia
Hoog boven Bogotá, op de top van Monserrate, een uitloper van het Andesgebergte, komen twee jongens enthousiast op me af. In beide handen houden ze bivakmutsen in de blauw-witte kleuren van Millonarios FC.
Ik verwacht een verkooppraatje en wil al automatisch “No gracia” zeggen. Maar dit keer is het anders: of ik wil meewerken aan een interview. Ze willen Europa veroveren met hun eigen bivakmutsmerk. En morgen speelt Millonarios. Als dank voor het interview krijg ik een uitnodiging: “We fixen kaartjes, je zit tussen de echte fans.” Veel aantrekkelijker dan de toeristenvakken die voor zestig euro bij hotels worden aangeboden.
Maar zoals dat misschien hoort bij Zuid-Amerika: op wedstrijddag sturen ze een berichtje. “Familieproblemen, het lukt niet.”
Op goed geluk naar stadion El Campín
Ik twijfel even, maar pak dan toch maar een Uber. Zonder kaartje. Het stadion is nog niet in zicht als de chauffeur zich invoegt in een blauw-witte mensenmassa richting het stadion. Via Google Translate krijg ik een waarschuwing: “Niet naar noord of zuid. Daar zitten de barras bravas. Die haten elkaar.” Ik knik en ga te voet verder.
Overal empanadas, muziek, biertjes en feestende fans in blauw-wit. Het stadion doemt op aan de horizon, maar een kaartje heb ik nog altijd niet. Bij een beveiligingspost probeer ik via handen-en-voetenwerk duidelijk te maken wat ik zoek. Zodra ik mijn contante geld toon, denkt de beveiliger dat ik hem wil omkopen. Hij waarschuwt dat het ticket nog een keer gescand wordt en ik dan dus ook de volgende post moet ‘regelen’.
Gelukkig komt er een straatverkoper bij, die onder toezicht van de beveiliging een officieel kaartje via een app regelt. Kosten? Vijftienduizend pesos, zo’n 15 euro. Perfect.
Veiligheidsinstructies, fouillering en… geen riem
Bij de tweede poort kom ik niet door de fouillering: riemen zijn verboden. Een jongetje wordt erbij gehaald om op mijn riem te passen voor twintigduizend pesos (zo’n vier euro). De deal is snel gemaakt. In mijn ene hand een colaatje, met de andere houd ik mijn broek omhoog terwijl ik de steile trappen van het stadion beklim. Ik ben binnen.
Betonnen schoonheid
Eerlijk is eerlijk, het affiche is niet top: Millonarios is al zeker van de play-offs, tegenstander Chicó FC staat net boven de degradatiestreep. Toch voelt dit groots. De sfeer, het lawaai, de spanning. Dit is Zuid-Amerikaans voetbal in z’n puurste vorm. En het is mijn eerste wedstrijd.
Wat ik nog niet wist: Colombianen doen niet aan stoelnummering. Je zoekt gewoon je eigen plekje. Vanwege de donkere wolken besluit ik naar boven te lopen, net onder de tweede ring. Daar vind ik een plek.
Het is precies zoals je een stadion in Zuid-Amerika voorstelt: ruwe betonnen tribunes, verweerd, met afbladderende verf. Roestige hekken scheiden de vier tribunes. Geen luxe, geen opsmuk — alleen beton, ijzer, en sporen van duizend wedstrijden.
De wedstrijd begint
Nog geen drie minuten gespeeld als ik opschrik van een explosie van geluid: Chicó FC komt op voorsprong. De thuissupporters reageren direct. Waar ik gemor en gescheld verwacht, zwelt juist het gezang aan. Alsof de goal een collectieve opdracht is om er nóg harder achter te gaan staan. Behalve op de hoofdtribune staat niemand meer stil: alles trilt, leeft, zingt.
Fanatieke fans lijnrecht tegenover elkaar
Ik heb geluk: naast me zit Sebastián, een fanatieke Millonarios-volger die goed Engels spreekt. Ik vraag hem naar het ‘ultra’-vak aan de noordkant en wijs daarna naar de andere kant, waar ik de tegenpartij verwacht. Hij lacht. “Nee joh, dat zijn allebei Millonarios-fans.” En dan legt hij het uit.
Jarenlang was Commandos Azules de toonaangevende ‘barra’ van de club. Maar in 2009 barstte de bom. De club stond sportief en financieel op instorten. En juist in die periode kocht het bestuur, dat al jaren geen populariteitsprijs won, loyaliteit. Een deel van de harde kern kreeg voordelen en privileges. Geen goed idee, zo bleek.
Tijdens een zomeravondwedstrijd tegen Argentinos Juniors sloeg de vlam in de pan. Op de populaire tribune brak een gewelddadige confrontatie uit tussen de twee kampen. De politie moest tussenbeide komen. En letterlijk: vanaf dat moment werden de tribunes fysiek gescheiden. Aan de ene kant: zij die het bestuur volgden. Aan de andere kant: de supporters die trouw bleven aan de oorspronkelijke idealen van de fanbeweging.
Uit dat laatste kamp ontstond Blue Rain: een nieuwe barra zonder politieke belangen, zonder deals, alleen met clubliefde. Sindsdien staat de ene groep aan de noordkant, de andere aan de zuidzijde. Beiden zingen ze hun eigen liederen voor Millonarios, maar de littekens van toen zijn nog voelbaar. Alleen bij uitwedstrijden staan ze sinds kort heel soms weer schouder aan schouder.
Comeback in stijl
Dan opnieuw een doelpunt voor Chicó. 0-2. Een tik, maar niemand lijkt op te geven. Sebastián knikt: “Nu gaan ze pas écht zingen.” En dat klopt. De tribunes veren op, een nieuw refrein zwelt aan, krachtiger dan voorheen.
Twintig minuten later volgt dan ook de aansluitingstreffer: 1-2. Kort daarna krijgt Chicó een rode kaart. Millonarios zit weer volledig in de wedstrijd.
In de rust lopen Sebastián en ik naar het hoogste punt van de tribune. De zon is inmiddels onder en Bogotá ligt als een zee van lichtjes onder ons. Tien miljoen inwoners, en aan de rand de heuvels waar de armere wijken tegenaan kruipen. Het is een uitzicht dat je bijblijft.
Tweede helft
De aftrap van de tweede helft zie ik niet, maar ik hoor hem wel. Een allesverslindend gejuich wanneer Millonarios het veld weer betreedt. Iedereen weet: dit is nog lang niet gespeeld.
Twintig minuten later valt de gelijkmaker: 2-2. Volkomen terecht na een half uur continu aanvalsgeweld.
Hoewel Millonarios al geplaatst is voor de play-offs, staat er nog wat op het spel: hoe hoger je eindigt in de reguliere competitie, hoe gunstiger je loting voor de knock-outfase.
Voetbal opa Falcao beslist
In de 81e minuut gebeurt het: een bekende naam verschijnt op het scorebord. Radamel Falcao scoort de 3-2. Dat alle supporters shirtjes de clubshirtjes dragen was mij natuurlijk al lang opgevallen, maar nu wordt het duidelijk dat bij het overgrote gedeelte de spits achterop staat.
In blessuretijd pakt Chicó nog een tweede rode kaart, waarna Millonarios zelfs de 4-2 binnenschiet. Geen belang meer, alleen feest. Iedereen zingt. Iedereen springt. Zelfs de hoofdtribune.
Het slotakkoord
Gelijk na de laatste goal klinkt het eindsignaal. De tribunes blijven kolken. Mensen dansen, filmen, schreeuwen. Niemand heeft haast. Zelf schuifel ik langzaam naar buiten, met één hand aan mijn broek — de jongen die op mijn riem zou passen is nergens meer te bekennen.
Maar ach, wat maakt het uit? Op naar de bar naast het stadion, waar Sebastián me uitnodigt om samen naar de loting van de play-offs te kijken. Voor mij hangt van die loting af hoe ik mijn reis door Colombia vervolg.
Een biertje, slecht eten, en dan de uitkomst: Millonarios loot de derby. En dus moet ik volgende week naar de tweede stad van Colombia: Medellín. Waar twee wedstrijden wachten.