Coppa Italia: Spezia – Reggiana
Eén van de eerste dingen die ik doe wanneer ik op vakantie ben, is kijken of er in de buurt nog ergens een voetbalstadion is en of er met een beetje geluk nog een leuke pot te kijken valt. Zo ook dit jaar. Dit jaar ging mijn broer en zijn gezin mee op vakantie. Dit deed de voorpret al veel goed, want doorgaans ga ik dan alleen naar een wedstrijd. Mijn vrouw en kind zijn namelijk helemaal niet zo’n fan om in de hitte, in een oud stadion tussen bierdrinkende mannen, voetbal te kijken.
We waren deze zomer op vakantie in Toscane, Italië. Een regio waar veel voetbalclubs zijn. Rondom ons zaten de voetbalclubs Fiorentina, Pisa, Grosseto, Spezia, Bologna, Parma, Sassuolo, Livorno, Sampdoria. Dat zou niet zoveel moeite moeten gaan kosten om een wedstrijdje te scoren, zou je denken. Er moest toch wel ergens iets gespeeld worden?
Na alles gecheckt te hebben, kwamen we erachter dat we maar uit één wedstrijd konden kiezen: een heuse bekerwedstrijd. Het kleine Spezia, uitkomend in de Serie B, zou het thuis opnemen tegen het nog kleinere Reggiana uit de Serie C. Wie wint gaat door en wie verliest ligt eruit. Meer passie en drijfveer krijg je doorgaans niet dan met zulke toernooien.
Toen de avond van de wedstrijd daar was stapte ik fier met mijn Feyenoord-shirt om mijn schouders mijn broer zijn appartement naar binnen. Bij de eerste aanblik van mijn shirt liep hij weg, trok zijn neutrale shirt uit en verscheen met een rood-wit Feyenoordshirt aan weer voor me.
“Of we geen problemen zouden krijgen met onze Feyenoordshirts” vroeg hij me toen we wegliepen. We besloten een extra shirtje mee te nemen en het wel af te wachten. Eenmaal bij het Alberto Picco Stadio van Spezia aangekomen, parkeerden we de auto en hebben we nooit meer aan dat extra shirtje gedacht. Totdat we het stadion inliepen.
We hadden onze tickets voor de Curva Ferrovia, waar de harde kern staat, gekocht bij iets wat niet meer dan een kleine bouwkeet was. Tot ons grote verdriet was er geen merchandising of bier te koop rond het stadion. We besloten dan maar naar binnen te gaan. Het was toch ook nog maar een half uur voor de aftrap. Na grondig gefouilleerd te zijn door een, na onze shirts gezien te hebben, zeer boos kijkende agent, stapten we de catacomben van het stadion binnen. Hier, onder de tribune van de fanatieke supporters, kochten we ons eerste biertje bij iets wat op een bar leek.
Met een bier in de hand liepen we de tribunes op. Onze Curva had geen dak en liet de zon onze Feyenoordshirts perfect uitlichten tussen het zwartwit van Spezia. Iets wat de overige bezoekers ook gemerkt hadden. De een na de ander kwam kijken wie die twee vreemdelingen waren en van welke club die shirts zijn. Driftig werd er gegoogeld op telefoontjes om te kijken of alles wel in orde was en of ze ons wel toelieten.
Het veld lag er goed bij in het kleine stadion (capaciteit 10.336). Iets waar het in (vooral zuid) Italië nog weleens aan schort. Onder luid gejuich en zangpartijen kwamen de spelers het veld op. Wat volgde was een leuke pot voetbal, met een paar leuke spelers. Vooral de constant strijdende verdediger Nicolas Giani was mooi om te zien.
In de rust raakten we aan de praat met wat jongens van de oude garde. Vanaf dat moment mocht er geen bier meer gekocht worden. We mochten het alleen nog maar aannemen. Gastvrijheid is een groot goed bij de meeste supporters in Italië. Ook werden we uitgenodigd om de volgende bekerwedstrijd, tegen Sassuolo, mee te gaan met hun. Het zou een dolgekke boel worden en we hebben het ook zeker overwogen om mee te gaan, maar ons leven was ons ook wat waard. De dag na deze bekerwedstrijd gingen we weer terug naar Nederland namelijk. Al hadden we “Ja” gezegd, dan hadden we van onze vrouwen moordenaressen gemaakt.
Spezia won met 3-0 van Reggiana en verloor uit met 2-0 van Sassuolo.