Column: Ku(ns)tgras
Voetbal, het is hem met de paplepel ingegoten. Ik push niks, maar het zit gewoon in dat jochie. Hij gaat naar bed met de bal en hij staat op met de bal. Als hij televisie kijkt, kijkt hij geen Netflix, maar voetbal op YouTube. Mijn zoontje is vijf en hij wil graag ‘op’ voetbal. Ik vind dat geweldig. Hij leert in teambelang te denken, hij leert om uit te delen, om te incasseren en hij leert om te vallen en op te staan.
Vorige week was het zo ver! Een veld vol met gelijkgestemde jongetjes en twee enthousiaste trainers. Ik heb dat jochie nog nooit zo in zijn element gezien. “Pass, pass, pass”, schreeuwt hij naar een jongen van zeven die twee koppen groter is. En hij krijgt hem. Zijn aanname is perfect, hij kijkt en ziet kans om naar het doel van de tegenstander te dribbelen. Hij rent, hij rent, hij rent nog eens en hup, bal over de achterlijn. Maar het zit er in, dat zie je. De trainer liep na de training langs me en zei: “Die kleine, he? Die is niet gek.” Nee trainer, die kleine is niet gek.
Even droom ik weg: Noemt Gijpie, Messi ook geen kleine? Ik ontwaak direct. Hij heeft plezier en dat is het belangrijkste. Ik houd de wereld van hem en wat kan ik hem meer gunnen dan voetbal. Voor mij was het goed om terug te zijn bij de club waar ik mijn hele jeugd heb gespeeld. De kantine zag er nog precies hetzelfde uit en de kleedkamer voelde ook nog vertrouwd aan. Er was een ding veranderd, iets cruciaals. Het gewone gras is ingeruild voor kunstgras.
Iedereen heeft het erover dat wij als Nederland geen echte verdedigers meer kweken. Vind je het gek? Mijn jochie zet èèn keer aan met lopen, hij valt en zijn hele knie ligt open. Toen ik vroeger een sliding maakte, moest ik onder de douche iets harder poetsen om het groen van mijn knie af te krijgen. Nu denk je wel twee keer na om een sliding te maken.
Voorstanders van kunstgras zeggen dat het altijd bespeelbaar is en dat het onderhoudsvriendelijk is. Dat het niet altijd bespeelbaar is, hebben we bij Den Bosch tegen Emmen gezien. En als een voetbalveld iets niet hoort te zijn, dan is het wel onderhoudsvriendelijk. Gras moet je met liefde verzorgen, je moet je ziel en zaligheid er in stoppen, gras moet je leven zijn!
Wij hadden vroeger bij mijn amateurclub VSV Vreeswijk, Ome Rinus(rip). Hij was dag en nacht op de club en hij zorgde er voor dat de velden er op zaterdag en zondag perfect bij lagen. Met alles wat hij had, zette hij zich in voor de club, de pupillen en de senioren. Het gras rook naar gras en de kalklijnen waren vers. En haalde je het in je hoofd om stiekem doordeweeks op èèn van zijn velden te voetballen, kwam hij op zijn fiets achter je aan om je van het terrein te jagen. Een fantastische man die voetbal ademde! Mijn dank naar hem is onnoemelijk groot.
Voor mij is voetbal, liefde in de puurste vorm. Dat is voor mijn jochie net zo, we groeien alleen in een andere tijd op. Ik hoop voor hem dat de passie en de liefde voor echt gras het nog gaat winnen van het troosteloze en moeilijk bespeelbare kunstgras. Voor hem en voor de toekomst van het Nederlandse voetbal!
[Header via Pro Shots / Toin Damen]