Portsmouth FC: rauwe stad, legendarische pubs en Fratton Park
Toen Portsmouth FC (bijnaam Pompey) in mei 2024 promoveerde naar de Championship, stond ik te popelen om de club te bezoeken. Na twaalf lange jaren in de League One en Two keerde de club eindelijk weer terug op het tweede niveau. Grote firms (harde kernen), zoals die van Millwall FC, zullen weer naar het diepe zuiden van Engeland afreizen.
Pompey-away is een uitzondering op de regel
Het noorden van Engeland – alles boven Londen – is over het algemeen wat rauwer dan het zuiden. Logischerwijs slaat hooliganisme daar meer aan. Voor een noordelijke firm is een uitwedstrijd naar het zuiden vaak niet zo spannend.
Pompey-away is echter een uitzondering. De 6.57 Crew (de harde kern van Pompey) doet niet onder voor firms uit het noorden. Portsmouth is daarnaast een dichtbevolkte, harde marinestad. De vele donkere steegjes maken het erg intimiderend voor uitsupporters.
Pompey: een rauwe stad met een eilandmentaliteit
Onderweg naar Portsmouth, in het OV, kwam ik een fanatieke supporter van Millwall tegen. Hij gaf me een sticker met de befaamde tekst: “No one likes us, but we don’t care.” Deze supporter reisde elke wedstrijd zijn club achterna en had daardoor al veel Engelse stadions bezocht. Hij vertelde me dat ik voor een fanatieke voetbalsfeer beter in Nederland had kunnen blijven, maar dat Pompey – Millwall toch een goede keuze was: “The atmosphere at Fratton Park will be old school tonight,” voorspelde hij. Volgens hem zijn de supporters van Pompey “crazy”, en bovendien zouden er 2.000 Millwall-supporters aanwezig zijn. Alle seinen stonden dus op groen voor een mooie avond.
Eenmaal aangekomen in Portsmouth begreep ik meteen waar de beruchte reputatie van de stad vandaan komt. Portsmouth lijkt meer op een Noord-Engelse stad dan op een Zuid-Engelse: nauwe steegjes, veel graffiti en vervallen huizen.
Daarnaast ligt de stad op een schiereiland, wat voor een enigszins geïsoleerde ligging zorgt. Hierdoor hebben de inwoners in de loop der jaren een eilandmentaliteit ontwikkeld.
The Royal Standard
Wat deze eilandmentaliteit inhoudt, ontdekte ik in de pub ‘The Royal Standard’. De gasten – die op een woensdagmiddag om half drie al goed in de olie zaten – waren harde kerels. Op het eerste gezicht leken ze niet gesteld op buitenstaanders. Toch werd ik als Nederlandse Pompey-fan, die in zijn eentje op reis was, hartelijk ontvangen. Ik kreeg voortdurend gratis pints, shots en ciders. “You are travelling alone, with no family here. From now on, we are your family,” zei een van de mannen.
The Royal Standard is een beruchte pub in Portsmouth, populair bij de oude garde van de 6.57 Crew. Ik raakte aan de praat met mannen van rond de zestig, van wie een aantal in de jaren ’70 lid was geweest van een skinheadgroep, een voorloper van de 6.57 Crew. De oude garde was opgewonden: Millwall, een grote firm uit Londen, kwam op bezoek. Ze boden me begeleiding naar het stadion aan, omdat de Millwall-supporters gevaarlijk konden zijn.
Ik sloeg het aanbod vriendelijk af. Toen de politie (the old bill) binnenkwam, ontstond er een woordenwisseling. De mannen werden na enige tijd de pub uitgezet en gingen naar een andere kroeg. Ik besloot echter afscheid te nemen en de sfeer rondom het stadion op te zoeken.
Fratton Park is perfect
In een pub nabij het stadion ontmoette ik twee andere Nederlandse Pompey-fans. Zij maakten me wegwijs in de omgeving van Fratton Park. De wijk rondom het stadion is typisch Engels: een stadion midden in een arbeiderswijk, hoge floodlights (stadionlampen) en een prachtige ingang in Tudorstijl – uniek en de mooiste die ik ooit gezien heb.
Ook van binnen is Fratton Park prachtig. Ondanks verbouwingen heeft het stadion een authentieke uitstraling: vier verschillende tribunes die dicht op het veld staan. Zo hoort een Engels stadion te zijn!
Kapotte floodlights
Ik ben een groot liefhebber van avondwedstrijden onder de floodlights. Helaas moeten de lampen het dan wel doen…
Voor mij en de 19.000 andere supporters ging dat mis: de floodlights van Fratton Park weigerden dienst. Toch leverde deze situatie heerlijke banter op. Vanuit het uitvak klonk: “You’re just a shit Southampton.” En toen de lampen weer aangingen, zongen de Pompey-fans massaal: “Fuck off Millwall.”
Helaas besloot de FA de wedstrijd alsnog af te gelasten. De floodlights werkten weer na een halfuur, maar de bond stuurde de toeschouwers naar huis. Supporters speculeerden: “Zit Sky TV hierachter, of moeten de Millwall-fans de laatste trein naar Londen halen?” Uiteindelijk verlieten beide supportersgroepen gelijktijdig het stadion, wat zorgde voor een zware avond voor de politie.
Engeland op zijn best!
Ter compensatie voor mijn lange reis boden twee Pompey-supporters me gratis pints aan in Wetherspoon (een goedkope pub). Onderweg passeerden we de 2.000 Millwall-supporters. De politie moest alles uit de kast halen om de groepen gescheiden te houden. Capuchons gingen op, pubers probeerden uit te breken en de politie moest geweld gebruiken. Dankzij paarden en wapenstokken bleef het bij schelden, dreigen en wat wank-gebaren. Tot mijn verbazing deden ook vrouwen en kinderen mee aan de provocaties. Door dit spektakel was ik de teleurstelling van de afgelaste wedstrijd snel vergeten.
Pompey heeft alles waarom ik verliefd ben geworden op een Engelse club
Het Engelse voetballandschap is de laatste jaren sterk veranderd: oude stadions verdwijnen, toeristen bevolken de tribunes en ultra-cultuur wint aan populariteit. Gelukkig zijn er nog ouderwetse clubs zoals Pompey, waar de authentieke Engelse sfeer behouden blijft. Zeker als er een grote firm op bezoek komt! Ondanks dat ik geen voetbal heb gezien, heb ik genoten van mijn trip naar Portsmouth. Ik hoop snel weer eens terug te keren naar Zuid-Engeland.
Dit gastartikel werd geschreven door Rick Van der Meer die ook te volgen is op Instagram. Ook een bijdrage leveren aan In de Hekken? Stuur een mail naar [email protected]!