Onbekendste topper in Europa overspoeld door uitsupporters
Als je in Istanboel bent, is het natuurlijk de moeite waard om een bezoekje te brengen aan Fenerbahçe of Galatasaray. Het fanatisme en de passie zijn niet te vergelijken met die in andere landen. Laten we nu net de minder bekende weg nemen en naar een wedstrijd gaan tussen Erokspor en Vanspor, het derde niveau in Turkije. Bijna meer uit- dan thuissupporters, niemand die naar binnen mocht, tickets die gratis worden uitgedeeld, vijf minuten voor de aftrap naar binnen kunnen en uitsupporters die alsnog op de thuistribunes zitten. Als je deze taferelen van tevoren had verwacht, werd je hoogstwaarschijnlijk voor gek verklaard. Jawel, de misschien wel onbekendste topper van Europa heeft al deze ingrediënten waardoor we plots in het hol van de leeuw belanden.
Esenler
In de stad Istanboel kom je werkelijk waar ogen tekort. Reizende mensen, de vele horecatentjes en talloze voertuigen om je heen zorgen ervoor dat je amper de tijd hebt om alle indrukken te verwerken. We begeven ons een volle week in het hart van de grootste stad van Turkije. Met zo’n 15 miljoen inwoners (!) is Istanboel qua inwonersaantal drie keer zo groot als de hoofdstad Ankara. Om even uit de drukte te stappen, besluiten we op de zondagmiddag (25 februari) met de bus af te reizen naar Esenler, een voorstad van de metropool. Vreemd dat het ook zo aanvoelt, want Esenler telt zo’n 500.000 inwoners. Ter vergelijking, dit komt overeen met een stad als Den Haag. Saillant detail: ook Esenler Erokspor speelt in geel-groene tenues.
Hoe dan ook, met een prima aftraptijd van 14.00 reizen we op het gemak richting Esenler Stadyumu, het stadion van de thuisclub. Het reizen neemt een volle 45 minuten in beslag en via de snelweg wordt dan ook snel opgemerkt dat we de grote stad steeds meer achter ons laten. Google Maps geeft uiteindelijk aan dat we uit moet stappen. Bij de uitstaphalte eten we nog even snel de meest smerige börek die we vlak voor de reis in het centrum hadden gekocht om mee te nemen.
Vervolgens nemen we de benenwagen om via verschillende straatjes bij het stadion te komen. De wijk lijkt zowat uitgestorven. Zoals mijn reiscompagnon terecht zei: “Je hebt een beetje het gevoel alsof je nu op bezoek gaat bij je oma.” Het feit dat zelfs de route naar mijn oma voor mij avontuurlijker was, geeft maar weer aan dat voetbal je soms op de meest bizarre en afgelegen plekken brengt. Tijdens de wandeling wordt geprobeerd om informatie over de wedstrijd te vinden. Er is bizar weinig te vinden hierover, maar gek genoeg ook weinig over de clubs zelf. Opvallende historische feitjes zijn er amper. Wat wel een aangename verrassing is, is dat we zien dat Esenler Erokspor 1e staat in de 2. Lig en de bezoekers, Vanspor FK, 2e staan. We hebben hier te maken met een ‘topper’!
Aan het begin van het seizoen worden de 39 teams in de 2. Lig in twee groepen verdeeld, één groep van 19 en één groep van 20 teams. De nummer één van beide groepen promoveert direct naar het profniveau en de nummers 2, 3, 4 en 5 van elke groep spelen tegen elkaar in kruisfinales. Uiteindelijk promoveert de winnaar van de finale. Wat de huidige eerste plaats van Erokspor extra bijzonder maakt, is dat de club twee jaar geleden nog op het vierde niveau acteerde. Ze lijken dus bezig te zijn aan een serieuze opmars.
No tickets!
Nog één steile klim en we zijn er, we horen namelijk al muziek uit enkele stadionspeakers komen. Wanneer het stadion in het zicht komt, valt het ons op dat het een relatief moderne bak is. Hierdoor worden de verwachtingen van de wedstrijd in één klap weer gedempt. We lopen door richting de hoofdingang om te kijken of er tickets gescoord kunnen worden. Dat zou geen probleem moeten zijn, in tegenstelling tot de twee hoogste niveaus in Turkije waar je alleen kaarten kunt kopen met een Passolig. Dit is zo’n ingewikkeld systeem, dat het derde niveau vrijwel een verademing is op het gebied van tickets aanschaffen. Gewoon lekker ouderwets aan de kassa. Wanneer we de hoek omlopen, zie we plots honderden supporters op een kluitje staan. De sfeer lijkt enigszins gespannen. Niet omdat er sprake is van een topper op zich, maar om andere onbekende redenen. Omdat de sfeer er niet naar is, vragen we ook niet direct waar we tickets kunnen kopen. Supporters zijn druk met elkaar aan het praten, verplaatsen zich soms ook wat gehaast en enkelen zijn aan het telefoneren terwijl ze met grote ogen om zich heen kijken. Na enkele minuten vragen we in het Engels aan een groepje waar we tickets kunnen kopen. In gebrekkig Engels wordt “no tickets!” geroepen. Houdt dit in dat het is uitverkocht en er dus geen tickets meer zijn? Of bedoelt de beste man dat iedereen gratis naar binnen mag? Dat laatste lijkt ons vrij sterk in ieder geval…
We besluiten om afstand te nemen van de mensenmassa en iemand anders aan te spreken op de hoofdstraat. Voordat we dit doen, kijken we naar een vervelend schouwspel. Een rij agenten blokkeert het midden van de straat. Dit geeft ons natuurlijk het vermoeden dat dit de grens is tussen de thuis- en uitsupporters. Het aparte is alleen dat sommige – naar alle waarschijnlijkheid – uitsupporters zonder agressie langs de agenten willen lopen om de hoofdingang op te zoeken. Deze mensen worden letterlijk bij de kraag of de armen gevat. Op een zeer kleinerende manier worden deze supporters toegesproken. Laatstgenoemden kijken met schaamte naar de grond en zeggen ook amper wat terug. De lange lat wordt hen op deze manier bespaard. Wanneer we een andere persoon aanspreken om te vragen naar tickets, krijgen we weer hetzelfde antwoord: “no tickets!”. De moed zakt ons in de schoenen, vooral als je ziet dat zo’n half uur voor de aftrap nog steeds niemand naar binnen mag en kan. Als we richting de andere kant van ‘linie’ willen lopen, schreeuwt een agent in het Turks tegen ons. Vriendelijk aangevend dat we geen Turks spreken en we toeristen zijn, gebaart diezelfde agent naar ons dat we door moeten lopen. Gek genoeg worden we dus dóór de rij agenten gepusht om uiteindelijk tussen de uitsupporters te staan. We proberen aan een andere agent, die wel Engels spreekt, duidelijk te maken dat we geen idee hebben wat er gebeurt en dat we graag weer terug willen lopen naar de hoofdingang. De agent vertelt dat we om de aangrenzende speeltuin en door enkele straten heen moeten lopen om weer bij de hoofdingang te komen. De hoofdstraat is opeens verboden terrein. Ook vertelt hij erbij dat er veel meer uitsupporters zijn dan verwacht. Langzaamaan wordt duidelijk dat niet iedereen in het uitvak zal passen en dat er geen back-upplan is gemaakt om dit op te lossen. Ergens is dit heel vreemd. In Nederland is dit vrijwel ondenkbaar. Sterker nog, de lokale driehoek doet er van tevoren vaak alles aan om zo min mogelijk uitsupporters te laten afreizen. In dit geval is het ergens begrijpelijk, want Vanspor FK ligt helemaal aan de andere kant van Turkije, niet ver van de Iraanse grens. Een autorit van stadion tot stadion duurt minimaal 19 uur. Deze topper wordt als zodanig belangrijk beschouwd, dat de uitsupporters massaal zijn afgereisd naar Esenler om hun ploeg naar de eerste plaats te schreeuwen. Later wordt duidelijk dat veel supporters van Vanspor ook in Istanboel wonen. Alsnog mooi dat er veel volk op deze wedstrijd afkomt!
Bedelen
Uiteindelijk volgen we de instructies van de agent op en lopen we weer tussen de grauwe appartementen door op zoek naar de hoofdingang van het stadion. Enkele kinderen die op straat voetballen en vele Turkse vlaggen her en der moeten enigszins voor wat leven in de brouwerij zorgen. Al snel is het stadion weer in zicht. Het is nóg drukker geworden dan voorheen en opeens is een kluit mensen te zien die om een man heen staat. Het lijkt erop alsof er tickets uitgedeeld worden. Kort daarna zien we precies dezelfde situatie ontstaan. Weer een man die tegen een muurtje aanstaat, klaar om tickets uit te delen. We twijfelen geen moment en lopen eropaf. Een ongemakkelijk en impulsief moment volgt. Vele Turken bedelen, steken hun hand uit en roepen in de moedertaal tegen de man dat ze graag een ticket willen. Vanwege de chaos en het niet machtig zijn van de taal, besluiten we ook maar een hand uit te steken. Aangezien wij het geduldigst lijken, duurt het niet lang voordat de man de mensen aan zijn rechterkant de rug toekeert en ons een ticket in de hand drukt. We steken deze vlug in onze broekzak om vervolgens naar de ingang te lopen.
Ook hier is het een gekkenhuis. De toegangsbewijzen worden snel gecheckt door de agenten. Bij het fouilleren is het zo druk dat enkele supporters bijna worden verdrukt. Sommigen proberen te duwen, zodat de druk wordt opgevoerd. De hekken bij de stewards verschuiven en een hoofdsteward is het zat en dwingt iedereen weer een aantal stappen terug te doen. Op de bluf duwen we ons ook een weg naar voren toe om snel gefouilleerd te worden. Dit lukt dan ook. Het lijkt alsof niemand ook maar een seconde wil missen van de wedstrijd, die overigens over een minuut of twee begint. Als we bijna bij de tweede en laatste fouilleringspost zijn aangekomen, stopt iedereen plots met rennen. Het Turkse volkslied wordt afgespeeld, iets dat gebruikelijk is in de Turkse voetballerij vlak voor de aftrap. Alle supporters staan rechtop, met de handen langs het lijf, het lied mee te zingen. Wanneer de op een na laatste toon van het lied klinkt, hervat men alweer het lopen.
Bij de laatste fouilleringspost moeten opnieuw de tickets getoond worden. Op het kleine kaartje staat 10 Lira. Dit is omgerekend ongeveer 30 eurocent. Het kostte wat moeite, maar uiteindelijk zijn we zelfs gratis binnen. Wat meteen opvalt is een spuuglelijk hek tussen het veld en de tribunes. Hierdoor nemen de meeste mensen aan de lange zijde wat hoger plaats, zodat ze over het hek kunnen kijken. Een verhoogd plateau wordt bezet door diverse capo’s en trommelaars. We nemen ongeveer aan het einde van de lange zijde plaats. Hier is het nog redelijk rustig.
Het uitvak is inmiddels vol en de wedstrijd is begonnen. Halverwege de eerste helft zijn de trommelaars en de capo’s lekker bezig om iedereen mee te krijgen. Gek genoeg komt er relatief weinig respons vanuit de thuissupporters, en dit terwijl de lange zijde ook al redelijk is volgestroomd. Al snel wordt duidelijk dat honderden uitsupporters zich op de thuistribunes hebben gesetteld. Wanneer enkelen van hen een lied wil inzetten, worden zij vrij snel gecorrigeerd door wat thuissupporters. Dit doen zij echter op een respectvolle manier door een gesprek aan te gaan. Niet veel later wordt al helemaal duidelijk dat er meer uitsupporters om ons heen zijn dan thuissupporters. De 1-0 wordt namelijk binnengetikt en alleen links van ons zien we wat gejuich.
Verplaatsen
In de tweede helft is opeens een linie van politieagenten zichtbaar bij het hek voor ons. Kort daarvoor hebben zich namelijk alleen maar meer uitsupporters verzameld op de thuistribunes. Nu blijven zij echter doorzingen, waardoor de sfeer lichtelijk omslaat. Ons onderbuikgevoel dat de gehele korte zijde beschikbaar wordt gesteld voor alle uitsupporters, wordt bevestigd. Een deurtje in de hoek van het stadion wordt opengegooid waarna honderden supporters via deze hoek de lange zijde op rennen. Sommigen zo blij als een kind met de armen in de lucht. Het duurt enkele seconden voordat de korte zijde tot de nok toe gevuld is. Ergens is de opluchting te voelen, de rust keert terug op de tribunes. Iedereen kan nu vrijuit de eigen ploeg toezingen en aanmoedigen. Spanning in de wedstrijd is er amper. De thuisploeg heeft zonder goed te spelen de controle over de wedstrijd, al helemaal wanneer tien minuten voor tijd de bal door een speler van Erokspor prachtig in de bovenhoek wordt gekruld. De thuissupporters juichen en maken de nodige gebaren naar het uitvak, de hele korte zijde dus. Dit blijkt ook de genadeklap te zijn, want 2-0 is ook de eindstand.
Na het laatste fluitsignaal klimmen enkele supporters de hekken in. De stadionspeakers gaan aan en het lied Maşallah van Şiyar Berwari klinkt. Het feest barst los. Mannen dansen op het lied van de Turkse Tino Martin en roepen vrolijk in koor “Maşallah”. Wanneer het volgende lied wordt afgespeeld, lijkt het feest al snel klaar te zijn. Niets is minder waar. Het nummer wordt afgekapt en opnieuw is Şiyar Berwari te horen. Het refrein kunnen we onderhand al meezingen, vooral omdat de titel van het lied ongeveer dit gehele refrein bestrijkt. Met deze oorwurm van een lied lopen we tevreden richting de bus. Wat een ervaring. Zo word je op de zondagochtend wakker zonder enkele verwachting van deze wedstrijd en enkele uren later heb je de tijd nodig om bij te komen van de bijzondere taferelen rondom de wedstrijd. Zo’n “topper” gun je bijna meer publiciteit. Of juist niet. Wellicht dat de anonimiteit van sommige wedstrijden voor charme en verrassing zorgt.