Het Stadion in Amsterdam, gebouwd in 1914 en gesloopt in 1929, is een waar begrip bij de vooroorlogse voetbalfanaten. Weinigen zullen het stadion kennen en slechts een handvol mensen, die momenteel leven, hebben er een wedstrijd bezocht. Toch was Het Stadion belangrijk voor het Nederlandse voetbal. Het was het eerste en enige nationaal voetbalstadion dat Nederland ooit heeft gekend en dit zorgde er een kleine 90 tot 100 jaar geleden ervoor dat het voetbal in Nederland definitief op de kaart werd gezet. Pak dat bakje koffie erbij en we nemen je 100 jaar terug in de tijd.

We schrijven 1911. De NVB, nog zonder de K beginnend, plande de interland Nederland – Engeland. Toentertijd droeg de NVB doodleuk de clubs op om de organisatie van een interland op zich te nemen en compenseerde de betreffende club hiervoor. Nederland – Engeland zou op het terrein van het Amsterdamse RAP gespeeld worden. De club, meermaals Nederlands kampioen, was echter op haar retour en diende noodtribunes te bouwen om de verwachte toestroom van fans aan te kunnen. Het noodlot sloeg echter toe en een van de gammele constructies van de noodtribune begaf het. Wonder boven wonder vielen er geen doden, maar de ineenstorting van de tribune was het zoveelste organisatorische debacle dat de NVB achtervolgde. De Nederlandse pers maakte dan ook mootjes van de NVB en de politie Watergraafsmeer en over de hele linie was men het met elkaar eens: Er moest een halt toegeroepen worden aan de chaotische organisatie van interlands door de clubs.

Het idee werd geopperd om een nationaal voetbalstadion in Amsterdam te bouwen. De Amsterdamse gemeenteraad en de NVB richtten een exploitatiemaatschappij op en Amsterdam stond 10 hectare grond af. Dan was er nog het ontwerp van het stadion. Een commissie onder leiding van Berlage zou de jury voor een prijsvraag zijn, waarbij ingenieurs en architecten hun ontwerp anoniem moesten toesturen en wat dus uiteindelijk het ontwerp van het stadion zou bepalen. Men wilde het ontwerp namelijk op kwaliteit en niet op basis van een grote naam selecteren. De criteria waren helder; Het stadion zou minimaal 30.000 plaatsen moeten bevatten, het mocht geen houten constructie hebben, de totale kosten mochten niet meer dan 225.000 Gulden bedragen en de faciliteiten voor de spelers moesten hypermodern zijn. De naam van het stadion stond ook vast: Het Stadion. Een ander stadion was er immers niet in haar gelijke.

Uiteindelijk kwamen 24 ontwerpen voor het nieuwe nationale stadion binnen. De jury koos het ontwerp “Banardes”. De architect die achter deze inzending schuil ging was Harry Elte, een van de medewerkers van het architectenbureau van Berlage. Het ontwerp Banardes was voor de huidige stadionbouw een apart ontwerp. Het stadion deed als een fort aan, had een sintelbaanachtig uiterlijk en had vier hoektorens, geïnspireerd door de Beurs van Berlage. Maar de Beurs van Berlage, ontworpen door de leermeester (Berlage) van Elte was niet de enige invloed op Elte. Tijdens een studiereis naar Stockholm was Elte in aanraking gekomen met het Olympisch Stadion van Stockholm, dat in een U-vorm was gebouwd, twee markante torens heeft, gedecoreerde kolommen heeft en zelfs een koninklijke suite had.
De eerste steen van Het Stadion werd in 1913 gelegd en de officiële opening vond plaats op 24 mei 1914. De aandacht voor deze opening was dusdanig groot dat de NVB maar liefst 50.000 aanvragen binnenkreeg en de bond kreeg voor het eerst te maken met zwarthandelaren. De kaartjes werden die middag voor 5 gulden, in plaats van 75 cent, op het voorplein doorverkocht.

Het Stadion zou echter te kort worden gedaan als slap aftreksel van De Beurs van Berlage en het Olympisch Stadion in Stockholm. Met Het Stadion gaf Elte een representatief gebouw aan de Nederlandse voetbalsport, dat het voetbal ook nog eens in Nederland definitief op de kaart zette. Het Stadion werd bij de opening met groot enthousiasme ontvangen en kranten en tijdschriften -die nooit eerder voetbalwedstrijden versloegen- besteedden ineens aandacht aan de wedstrijden in Het Stadion. Door de media-aandacht groeide de interesse in het voetbal en de toeloop naar het stadion was zeer goed te noemen.

De Eerste Wereldoorlog (geen interlands) en de degradatie van Ajax naar de Eerste Klasse West (geen massale publieke belangstelling) gooiden roet in het eten en de exploitatie van het stadion was uitdagend. Dat veranderde na de Eerste Wereldoorlog. De eerste thuiswedstrijd van het Nederlands Elftal werd in 1919 in Het Stadion gespeeld en de belangstelling was indrukwekkend. Uiteindelijk zou Het Stadion 26 keer en uitverkochte thuisbasis voor het Nederlands elftal zijn. Daarnaast speelde Blauw-Wit ook enkele seizoenen haar thuiswedstrijden in Het Stadion.

Halverwege de jaren ’20 kreeg Amsterdam de Olympische Spelen van 1928 toegewezen. Al snel was duidelijk dat Het Stadion van Elte te klein was voor deze Spelen en niet voldeed aan de eisen die aan een Olympisch Stadion werden gesteld. Er moest een nieuw stadion gebouwd worden en de gemeente Amsterdam gaf alleen toestemming als de gronden van Het Stadion gebruikt zouden worden voor woningbouw. Zo gebeurde het ook en het Olympisch Stadion werd op een ruime 200 meter van Het Stadion gebouwd. De eerste steen van Het Stadion werd later overgebracht naar de gang onder de Marathontribune en Het Stadion deed tijdens de Olympische Spelen van 1928 dienst als tweede stadion. In de winter van 1929, slechts 15 jaar na de bouw, viel het doek voor Het Stadion. De sloophamer vernietigde het eerste en enigste nationaal stadion dat Nederland ooit gekend heeft.

Het is wel symbolisch. Het Stadion, destijds door de commissievoorzitter Berlage toegewezen als winnaar voor de ontwerpwedstrijd, moest plaatsmaken voor Plan Zuid; Het beroemde stedebouwkundige concept van Berlage voor Amsterdam-Zuid. Echter, Het Stadion heeft er wel mede voor gezorgd dat het voetbal zich definitief in Nederland vestigde en de gerenommeerde media aandacht aan volkssport nummer 1 begonnen te schenken. Alleen al daarom mag een Vergane Glorie en een ode aan dit stadion niet ontbreken.

Een uitgebreidere verslag over Het Stadion tref je hier aan.

Meer foto’s vind je hier.

Martijn M.
Martijn was sinds de oprichting van In De Hekken, tot 2019, redacteur en vaste schrijver. Daarnaast beheerde hij de In De Hekken Instagram pagina en de Twitter pagina. In enkele woorden: Globetrotter, interesse in andere culturen en geschiedenis, fotografie en groundhoppen en een flink gevoel voor rechtvaardigheid. Geen wonder dat hij vaste schrijver was voor de rubriek "Vergane Glorie" en dat hij zijn licht liet schijnen op voetbalwetgeving en voetbal-randzaken in het zuiden van Nederland en België. Check ook zijn zeer interessante website.

    Ook leuk om te lezen

    Reageren is niet mogelijk.