Verdwenen profclubs: testament voor de achtergebleven supporters
In 1991 gingen SVV Schiedam en VC Vlissingen failliet. Een jaar later blies ook FC Wageningen haar laatste adem uit. Tussen 2010 en 2013 verloor het Nederlandse voetballandschap zelfs vier clubs. Met FC Haarlem (2010), RBC Roosendaal (2011), BV Veendam (2013) en AGOVV Apeldoorn (2013) gingen er stukken voetbalgeschiedenis verloren. Al deze zeven namen roepen nostalgie op bij de voetballiefhebbers. Bij supporters van de clubs zelf zit er vaak veelal pijn. Waar ging het mis? Had het voorkomen kunnen worden? Hoe ging het na het faillissement met de club? En met de supporters? Het zijn deze vragen waar Martijn Schwillens een antwoord op geeft in zijn boek ‘Verdwenen Profclubs’. Een ode aan de profclubs die ons ontvallen zijn.
“Het faillissement verbaasde niemand” zeggen ze bij Haarlem. Zelfs in de gouden tijden dat Europees gespeeld werd moesten de spelers flyeren om de mensen naar het stadion te krijgen. Ook in Vlissingen is er nooit een echte kans geweest, het plan was vanaf het begin af aan gedoemd te mislukken. Te veel verdeeldheid. Bij RBC denken ze nog steeds dat het met een realistisch beleid had gekund, zij zijn dan ook alweer bezig de top van het amateurvoetbal te bestormen. Dat er überhaupt nog amateurvoetbal gespeeld kan worden bij AGOVV is al een wonder, na constante tegenwerking van de gemeente moest een steenrijke ondernemer als redder verschijnen. Apeldoorn wilde helemaal geen profclub.
In Veendam hebben ze nog steeds een hekel aan FC Groningen, BV Veendam was de trots van Oost-Groningen. Een andere club is er voor de supporters niet. Van alle recentelijk verdwenen profclubs had Veendam ook de meeste supporters. De bekendheid van de naam Veendam is te denken aan de profclub en niet aan de stad zelf. In Schiedam is met het verdwijnen van Sportpark Harga ondertussen nauwelijks nog een spoortje zichtbaar van het betaald voetbalverleden. “SVV is bijna helemaal vergeten”.
Wageningen
En toch is er een faillissement dat het meest tot de verbeelding spreekt. Die van FC Wageningen. Alle andere zes clubs spelen als amateurclubs nog ergens in de voetbalpiramide. Hoewel het niet meer is als vroeger, is er toch nog steeds een deel van de club wat altijd voort leeft. Allemaal spelen ze ook op de plek waar vroeger het stadion stond. Bij VC, RBC, en AGOVV is dit nog nagenoeg intact. Haarlem, Veendam en SVV hebben veel gesloopt. De enige club die écht niet meer bestaat is FC Wageningen. En toch staat de Wageningse Berg sindsdien al bijna dertig jaar zonder vaste bespeler fier overeind.
FC Wageningen is hierdoor misschien nog wel het meest interessant. Ruimte voor een vierde profclub was er zeker wel in Gelderland, in goede tijden zat het stadion ook vol. Toen het financieel misging gaf de voetbalbond het laatste zetje. Een extra boete van twee ton was de nagel aan de doodskist voor de club uit Wageningen. De regio is die klap eigenlijk nooit te boven gekomen. Tegenwoordig heeft het stadion een extreme aantrekkingskracht op alle groundhoppers en voetballiefhebbers. FC Wageningen en de Wageningse Berg zijn hiermee de personificatie van alle verdwenen profclubs.
De verhalen van deze club zijn schitterend gevangen door Schwillens, die geen rooskleurige bril draagt maar ook realistisch is over het lot van de clubs. Dit alles gelukkig wel met respect voor de supporters van de verdwenen profclubs. Want dit is uiteindelijk toch voor wie het boek ook geschreven is. In de zeven verschillende hoofdstukken wordt van een club een portret geschetst. Het boek vangt daarmee een stukje verloren voetbalgeschiedenis. Het is daardoor een boek met bestaansrecht. Een boek wat voor elke voetballiefhebber het lezen waard is.
De pijn
Schrijnend zijn ook de verhalen over hoe het bijna goed ging. Haarlem smeekte Ajax praktisch om een voorschot op de al bijna verkochte Gregory van der Wiel. Zodra de transfer rond was zou Haarlem een doorverkooppercentage krijgen die waarschijnlijk afdoende was om aan de schuld te voldoen. Ondanks een jarenlange samenwerking gaf Ajax geen voorschot. Haarlem ging failliet. Niet veel later vertrok Van der Wiel voor zes miljoen naar het steenrijke PSG. Te laat voor Haarlem. Zo keken zij ook bij AGOVV lijdend toe hoe Dries Mertens de stap naar Napoli maakten. Slechte enkele maanden nadat AGOVV over een schuld van 400.000 euro failliet was verklaard, vertrok de Belg voor 9,5 miljoen naar Italië. Het bedrag dat AGOVV dit had opgeleverd was genoeg geweest om te overleven.
‘Verdwenen Profclubs’ is hiermee niet alleen een schitterend boek over de clubs die ons ontvallen zijn en een stukje herinneren voor de clubloze supporters. Het is ook een akelige blik in de potentiële toekomst voor supporters van FC Dordrecht of Roda JC. Ook voor supporters van Fortuna Sittard zal het boek datgene een herinnering zijn aan wat zij op het nippertje hebben kunnen voorkomen. Het verliezen van de club is iets waar een supporter nooit meer overheen komt. Hoe reëel sommige van de supporters ook zijn over de overlevingskansen van hun club, overal zit de pijn. Het is als het verliezen van een geliefde. De tijd verzacht het wel, maar echt helen doet de wond nooit. En juist daarom is dit boek het lezen waard.
Het boek ‘Verdwenen Profclubs’ van Martijn Schwillens kan voor €22,50 gekocht worden bij bol.com (kopen via deze link = tof!)
Lees hier een preview uit dit boek!