Kunst, symboliek en Zlatan: La Derby Della Madonnina
Milan, zondagavond 9 februari 2020. De 250ste officiële Derby della Madonnina staat op het programma en dat betekent zowel op als buiten het veld spektakel. La Madonnina, een gouden beeldje van de heilige maagd Maria, kijkt vanaf haar standplaats op de top van de kathedraal van Milaan goedkeurend uit over een uitverkocht San Siro. De beide Curva’s, Milanisti op de Curva Sud en Interisti op de Curva Nord, hebben zoals gewoonlijk weer uitgepakt.
Curva Nord
Op de Curva Nord hangt een doek met de beeltenis van Sint Ambrosius, beschermheilige van Milaan. De blauwzwart uitgedoste Ambrosius is een reactie op een spectaculaire tifo van Milan tijdens de eerste derby van dit jaar, toen Ambrosius nog roodzwart gekleed ging en pontificaal op een blauwe slang stond. Deze slang, een zogeheten Biscione, is het wapen van de Visconti familie die eeuwen geleden de macht had in Milaan, maar ook van Internazionale.
De tekst ‘vipereos mores non violabo’, op het doek te lezen, is het motto van de Visconti familie en betekent ‘ik zal niet in strijd gaan met de gewoontes van de slang’. In plaats van de Biscione verjaagt Ambrosius nu de duivel, toevallig het symbool van A.C. Milan. Daarnaast is dit een verwijzing naar de ‘Zuil van de Duivel’, een losstaande zuil in hartje Milaan waar de duivel volgens de legende zijn horens inplantte nadat Sint Ambrosius hem verjaagd had. Korter gezegd: de jongens van de Curva Nord kennen hun klassieken.
Curva Sud
De jongens van de Curva Sud kiezen op hun beurt voor wat moderner. Onder een Roy Lichtenstein-achtige Pop Art afbeelding van roddelende en telefonerende vrouwen staat in grote letters ‘Interista Zabetta’, waarbij ‘Zabetta’ in lokaal dialect iets betekent als ‘roddelaar’ of ‘praatjesmaker’. Of daarmee bedoeld wordt dat Inter-fans klikken bij de politie (natuurlijk strikt tegen ongeschreven ultra-codes) of gewoonweg meer lullen dan poetsen, is niet duidelijk.
Wat wél duidelijk is, is de boodschap van de daaropvolgende mobiele-telefoon-tifo van Milan. Naar het voorbeeld van de Lazio-fans, die tegen Verona thuis met de lichtjes van hun telefoons een adelaar creëerden, verschijnen de woorden ‘Inter Merda’ (vertaling onnodig) op de gehele zuidkant van het San Siro. Nog een roodzwart plaagstootje volgt: ‘’Van Boys San (de oudste groep ultras van Inter) tot Backstreet Boys… è un attimo (vrij vertaald: ‘het kan snel gaan’)’’. De Curva Nord reageert: ‘liever een Chinese eigenaar dan een eigenaar die niet rond kan komen’. Het past allemaal bij een derby die tot de grootsten der aarde behoort, hoe diep beide teams ook mogen zinken.
Zlatan
En dan was er nog één geval waar we niet omheen kunnen, of waar niemand eigenlijk ooit omheen kan: Zlatan Ibrahimovic. Achtendertig jaar, maar spelend als in zijn Italiaanse hoogtijdagen. Inter-fans nemen hem zijn overstap nog steeds kwalijk: Zlatan zingaro (‘Zlatan zigeuner’) klinkt het van de Curva Nord. Zlatan antwoordt zoals een voetballer moet antwoorden: met zijn voeten, of eigenlijk, met zijn hoofd. Na de eerste goal voor Rebic klaargelegd te hebben knikt hij in de blessuretijd van de eerste helft de 0-2 binnen. Juichend rent hij weg voordat hij zich plots omdraait, zijn armen spreidt richting de Curva Nord en afrondt met een handkus. Laten we hopen dat de grote Zweed er nog een jaartje aan vastplakt; want Zlatan hoort tussen de curvas, en op die curvas horen grootse en ingenieuze tifos zoals alleen de Derby della Madonnina die brengt. Alla prossima.
Dit is een gastartikel van Max Lokin, waarvoor dank!