In gesprek met: Marc Klok
Wij spraken met Marc Klok over zijn avontuur in Indonesië. Marc Klok komt op dit moment uit voor de meest succesvolle club uit het land, Persija Jakarta, maar begon in de jeugd van FC Utrecht. Hierna kwam hij uit voor Ross County, Cherno More, Oldham Athletic, Dundee FC en PSM Makassar.
Hoi Marc Klok. Na avonturen in Schotland, Engeland en Bulgarije ging je aan de slag bij PSM Makassar en Persija Jakarta. Maar hoe ben je in Indonesië terecht gekomen?
“Ik speelde in Engeland bij Oldham Athletic, waar ik een contract had voor een half jaar. Alles ging daar eigenlijk supergoed, want ik speelde alles. Maar de trainer werd ontslagen. Toen kwam er een nieuwe trainer en werd mijn contract niet verlengd. Gelukkig kreeg ik een contract aangeboden bij Dundee FC.
“Ik zat toen ongeveer 2 maanden in Dundee, toen ik een belletje kreeg uit Indonesië: Hey Marc, PSM Makassar zoekt een verdedigende middenvelder en via via ben ik bij jou terechtgekomen. Sta je daarvoor open? Toen zei ik: ik heb nog nooit van die club gehoord. Ik wist nog geen eens dat ze voetballen in Indonesië en ik heb nog een contract bij Dundee. Het ging ineens heel snel, een week later zat ik in Indonesië.”
Apart dat het ineens zo snel kan gaan. Maar waarom koos je ervoor om na 2 maanden in Schotland al voor het avontuur bij PSM Makassar te gaan?
“Ik speelde niet direct alle wedstrijden bij Dundee FC en sowieso is het financieel niet top als je niet bij de beste clubs speelt in Schotland. Ik had zelf ook niet heel veel met het land, het is daar erg grauw en grijs. Toen Indonesië voorbij kwam, dacht ik wel bij mijzelf dat het een mooie kans was dat ik helemaal opnieuw kan beginnen en een ster kon worden in dat land. Ik kreeg een kort contract aangeboden, van 1 seizoen. Dus het was voor mij echt een sprong in het diepe.”
Hoe is het leven op Bali op dit moment en hoe zien jouw dagen eruit?
“Ik zit momenteel aan het strand, palmbomen om mij heen en met een kokosnoot in m’n hand, hahaha! Ik merk zelf niet heel erg veel van de Coronacrisis. Alle toeristen zijn wel weg en veel dingen zijn dicht. Er wordt ook niet gevoetbald, wat ik natuurlijk heel erg mis, maar het leven hier blijft mooi!”
“Ik train elke dag voor mijzelf, dus dat is part of the day. Daarnaast ben ik ook druk bezig met mijn leven naast het voetbal. Ik kijk dus heel erg naar nieuwe investeringen en naar nieuwe business opportunities. Samen met mijn businesspartner Fabian Sporkslede ben ik ook druk bezig met mijn eigen bedrijf, Amplify sports. Wij bieden atleten producten aan om sneller en beter te herstellen, maar ook om nog meer beter te presteren in hun vakgebied.”
Ik zag ook dat je ambassadeur bent van Project Nasi, wat houdt dat in?
“Klopt. Het project is opgericht door Australische expats die ook op Bali wonen. Door het Coronavirus staan hun bedrijven nu stil en samen zetten wij ons in voor de bevolking van Indonesië. We helpen ze aan de dagelijkse levensbehoeftes. Dit doen we, omdat dit land ons zoveel gegeven heeft en door de huidige situatie zitten er veel mensen in erge armoede.”
Wat maakt jouw voetbalavontuur in Indonesië zo onvergetelijk? Het is, denk ik, niet te vergelijken met de landen waar je eerder hebt gespeeld.
“Dat zijn echt de supporters en de ambiance in de stadions, daar heb ik alles aan te danken. Kijk bijvoorbeeld nu naar de Bundesliga, waar ze nu spelen zonder supporters. Eigenlijk stelt voetbal niks voor zonder publiek.”
Je speelt nu voor Persija Jakarta, 1 van de grootste clubs van het land. Merk je dat ook als je over straat gaat?
“Ja echt heel erg. Ik word haast op handen gedragen. Dat was voor mij heel erg wennen, maar ook fascinerend. Als je kijkt waar ik vandaan kom en voor welke clubs heb gespeeld, heb ik dat nog nooit zo gehad. Het maakt niet uit waar ik ben. Iedereen wil op de foto, trekt aan je kleding of aan je armen. Ze doen er alles aan om maar in de buurt te komen. Ik denk dan wel: Hey jongens, ik ben maar gewoon Marc Klok hoor hahaha. Ik ben ook gewoon net als jullie. Maar voor die mensen ben ik echt een idool.”
Ik zag ook dat je druk bezig bent met je eigen brand en dat je een soort van voetballende influencer bent met een gigantisch bereik op je verschillende social-mediakanalen.
“Dat is niet aan komen waaien. Ik ben daar heel erg bewust mee bezig geweest, ook al in Engeland, Schotland en Bulgarije. Maar toen betaalde dit zich niet uit en snapten mensen mij niet. Het werd niet op waarde geschat, maar diep van binnen wist ik dat dit slim was om te doen. Pas in Indonesië heeft dit zich pas uitbetaald, met name in de zin van samenwerkingen met grote merken en in de interactie met de supporters.”
Waarom denk je dat in een relatief arm land als Indonesië toch de stadions bijna altijd tot de nok vol zitten?
“Voetbal is echt de nummer 1 sport van het land. Mensen houden echt van voetbal. De mensen hier hebben, voor ons doen, vrij weinig. Je moet het eigenlijk als volgt zien: de mensen hebben eten en ze hebben voetbal. Voetbal is echt onderdeel van het leven hier en daarom zullen ze altijd naar de stadions blijven komen.”
Hoe zou jij de voetbalbeleving in Indonesië omschrijven? Is het te vergelijken met Nederland of 1 van de andere landen waar je hebt gespeeld?
“Ik heb nog nergens zoiets meegemaakt! Het is hier zo fanatiek, ik denk dat je het misschien een beetje kunt vergelijken met Turkije. De supporters leven heel erg mee met de clubs en zijn ook heel erg trots. In de Nederland heb je dat niet, wij zijn als Nederlanders veel meer nuchter.”
Veel voetballers zeggen dat ze niet merken wat er op de tribunes gebeurt, maar is de support van de ultras toch een motivatie voor jou op het veld?
“Voorafgaand aan de wedstrijd heb ik dat zeker, dan heb je een soort spanning. Maar zodra het fluitsignaal klinkt, ben ik gefocust. Het maakt dan niet uit als ik dan ergens in Bulgarije voetbal met 50 man in het stadion of hier met 50.000 supporters.”
Zijn er dingen die je op voetbalgebied heb meegemaakt wat voor Nederlanders raar is, maar normaal in Indonesië?
“Pff dat zijn er veel, man! Sowieso de reizen naar uitwedstrijden in kleine rammelende vliegtuigen. Ik bid dan heel de reis om niet neer te storten, bij wijze van spreken. Ook de velden waar ik op gespeeld heb…dat is gewoon een knollentuin. De faciliteiten van de stadions, of überhaupt mijn eigen stadion, bijvoorbeeld geen douches of WC’s met toiletpapier. We hebben niet eens een douche op de trainingsaccommodatie, want dat doe je gewoon thuis. Maar op een gegeven moment is dat gewoon normaal en dan raak je er aan gewend. Maar als ik daarop terug kijk, dan is dat anders dan in Europa.”
Wat is dan de meest bijzondere awayday die je hebt meegemaakt?
“Dat was een uitwedstrijd in Papoea-Nieuw-Guinea. Het leek net of ik terug in de tijd de jungle in ging. Er waren mensen met kapmessen en alleen een lamp voor hun penis. Dat was erg tof om mee te maken, heel mooi en puur. Het landschap was schitterend. Dat had ik vroeger nooit kunnen bedenken, dat ik daar ooit zou gaan voetballen.”
Is er 1 wedstrijd die je bij is gebleven in Indonesië?
“Jazeker, dat was 100% de bekerfinale in 2019 tussen mijn oude en huidige club. Persija Jakarta tegen PSM Makassar. Er waren toen 74.000 toeschouwers in het stadion. Dat was echt kippenvel! Ik zei toen tegen mijn vriendin dat ik ooit voor deze club (Persija Jakarta) wil gaan spelen. En nu zit ik daar.”
Heb je al enig idee hoe je toekomst eruit ziet?
“Het plan is om de komende jaren gewoon nog voor Persija te spelen, international worden van Indonesië. En daarna zie ik het wel. Ik zit goed op m’n plek hier en heb ook niet de drang om in een ander land te voetballen.”
Wij spreken met voetballers over hun avonturen in het buitenland, hun carrières en natuurlijk over de beste supporters waarvoor zij hebben gevoetbald. Lees ook onze gesprekken met Vito Wormgoor, Ilias Haddad, Boy Waterman of Mickey van der Hart.