Het Hongaarse Diósgyőri VTK is een bijzondere club

Diósgyőri VTK is een van de meest populaire clubs van Hongarije. Half november trekt de derby tegen Nyíregyháza Spartacus zelfs meer supporters dan de historische Budapest Derby. We brachten een bezoek aan deze bijzondere en warme club, in het noordoosten van Hongarije.  

IJzerwerkers

Miskolc is de vierde stad van Hongarije achter Budapest, Debrecen en Szeged. De stad kent een lange geschiedenis en is een van de oudst bewoonde gebieden van Europa. Miskolc staat bekend om haar industrie, voornamelijk gespecialiseerd in ijzer. Door de ijzercrisis aan het einde van de vorige eeuw begon de bevolking in Miskolc af te nemen en sindsdien ligt de focus bij de gemeente op het worden van een cultuurstad.  

De lokale voetbalclub is gesticht door de ijzerwerkers en ligt in het Diósgyőr-district. De pracht en praal van dit district, voorheen een zelfstandig dorp, is het middeleeuwse kasteel. De koning van Hongarije gebruikte dit schitterende kasteel als één van zijn vele residenties. Hij bleef hier vooral om rust te nemen en even weg te zijn van alle hectiek. Later werd het kasteel een rustplek voor de koninginnen en nu is het een toeristische trekpleister. 

Noordelijk Bastion

Het is zondag 13 november en vanuit Budapest komen we per trein aan in Miskolc. Een overvolle tram brengt ons vervolgens naar het Diósgyőr-district. Diósgyőri VTK speelt sinds 2018 haar wedstrijden in het DVTK Stadion. Er kunnen 15.325 supporters in het stadion: slechts vier stadions in Hongarije zijn groter. Van de buitenkant lijkt het stadion een soort ruimteschip maar van binnen is het fijn. Je zit redelijk dicht op het veld en de vakken zijn hoog en geheel doorlopend. Sta je bovenaan het vak heb je ten oosten uitzicht op blokken flats en ten zuiden zie je aan de overkant van het water een verlaten fabriek. Een oude flits van de industrieglorie. 

Eerst nemen we een kijkje in de fanshop en al snel zien we dat hier vrijwel geen stap kan worden gezet. De winkel puilt uit van rijen met supporters voor de kassa’s. Wie een shirtje wilt halen riskeert het begin van de wedstrijd te missen. Bij de catering in het stadion aan de ultrazijde is het mooi aangekleed. ‘Noordelijk Bastion’ klinkt de tekst op de muren. In het midden straalt het logo van de ultras met erboven de Hongaarse vlag. We nemen een halve liter Borsodi mee van omgerekend €1,70 en gaan de lange zijde op, om goed zicht te hebben op alles dat komen gaat.

Support uit Debrecen

Vandaag is het ook de dag dat de vriendschap tussen Diósgyőri VTK en Debreceni VSC is herstelt. Sinds de jaren ’90 hebben de twee clubs uit het noordoosten een goede relatie. Toen de boerendriehoek, met ook MOL Fehérvár erbij, echter werd ontbindt groeide de clubs uiteen en werd er weinig tot geen initiatief meer getoond. Nu is de vriendschap na meerdere gesprekken opnieuw bevestigd. Dit komt vooral door wederzijdse belangstelling, maar ook de gemeenschappelijke clubkleuren en vijanden. Debrecen en DVTK kunnen op de tribunes en daarbuiten weer op elkaar rekenen. Bij belangrijke wedstrijden, zoals vandaag, zal er telkens een afvaardiging van 50 tot 60 man worden gestuurd. Het oosten is rood-wit, dat is de boodschap. 

Het is druk in het stadion. De fanatieke kant en de lange zijde tegenover het hoofdgebouw zijn helemaal uitverkocht. Zelfs nu DVTK een niveau lager speelt, trekt de club meer supporters dan bijna elke club in Hongarije. Nyíregyháza Spartacus heeft ook een aardige steun meegenomen voor de derby. Uiteindelijk telt het stadion liefst 7.343 duizend mensen, wat een bijzonder hoog aantal is voor het tweede niveau. Schrikbarend genoeg is dit aantal zelfs meer dan de historische Budapest derby die eerder dit jaar is gespeeld tussen Újpest en Ferencváros. Újpest stond toen weliswaar op de laatste plek, toch is de derby tegen Ferencváros normaal gesproken dé wedstrijd van het jaar.

Ridder met paard

Het vorstelijke tijdperk dat het Diósgyőr-district kent wilt men koesteren. Bij het aanwijzen van een nieuwe mascotte hebben meer dan drieduizend supporters hun stem uitgebracht. De keuze bestond uit een ridder, leeuw, duivel, tijger of feniks. De ridder won de stemming, zoals werd verwacht, met gemak. Hij symboliseert fanatisme en een vechtersmentaliteit, maar respecteert ook de historische tradities van Diósgyőr. Daarom rent er voor elke thuiswedstrijd een ridder te paard het veld op. De ridder komt in een rood-wit gewaad en vlag met zijn zwarte paard de supporters groeten. Langs de zijlijn galopperen ze een paar keer op en neer terwijl er middeleeuwse muziek klinkt. Het publiek vindt het geweldig.

Tifo en banners

De tifo van Diósgyőri VTK is origineel en ongelofelijk vet. Er wordt een spandoek opgetakeld waarop Magere Hein staat afgebeeld, de man met de zeis. Op de zeis zijn de letters van Diósgyőri te zien. Achter het doek vormen de supporters zwarte aarde met daarboven meerdere witte kruizen die de graven van de doden weergeven. Vooraan het vak staat een groot wit kruis met het logo van Nyíregyháza Spartacus, het nieuwe slachtoffer van Diósgyőri. 

Verspreid over de hele wedstrijd komen er over en weer liefst vijf banners aan het licht. DVTK begint met de tekst dat zij besparen op de huur terwijl Nyíregyháza bespaart op de capaciteit, doelend op het verschil in aantal supporters. Spartacus reageert hierop dat zij in plaats van een verloren ziel, een Szpari hart hebben. Szpari is de bijnaam van de club uit Nyíregyháza.

Racistisch doek

Diósgyőri reageert met de volgende banner fel: “Ieders humeur is geweldig, elke Tirpák is een zuiger”. De Tirpák zijn een Slowaakse minderheid in het omgeving van Nyírség. Sommige Hongaren zien de Tirpák als een ongecultiveerde groep en zijn ze liever kwijt dan rijk. Verder komt er nog een snerende banner dat DVTK het traditionele gerecht Hurka met kraaienvlees zou eten in plaats van varkensvlees. Diósgyőri sluit af met zichzelf te prijzen als elite-boxers, Spartacus zou geen enkele kans maken.

Kenmerkend voor de Hongaarse media is het niet belichten van een overduidelijk racistisch spandoek van Nyíregyháza Spartacus in het uitvak. Op het doek zijn apen te zien, het logo van DVTK en de tekst ‘Miskolc Afrika’. Eerder dit jaar werd de Hongaarse voetbalscène al opgeschrikt toen Honvéd aanhoudende apengeluiden maakte bij Zalaegerszegi TE. Ricardo Moniz stapte toen met zijn spelers het veld af en kreeg zelf een rode kaart plus een forse boete van de bond. Racisme is en blijft helaas een groot probleem in Hongarije.

Aanstaande kampioen

DVTK laat op het veld zien waarom ze de nummer 1 van de competitie zijn en gaat met twee goals voorsprong de rust in. Kort na de rust gaat er een massa aan fakkels de lucht in. Er ontstaan grote vlammen en rookwolken door de pyro. De sfeer blijft er de hele wedstrijd goed in zitten en ook ex-Heraclied Adrián Szőke mag als invaller nog even meegenieten. Bijna lijkt de wedstrijd nog gestaakt te worden door de heftige grijze mist, maar gelukkig is dit niet nodig. 

Vandaag hebben de supporters duidelijk laten zien waarom DVTK een van de meest populaire clubs van Hongarije is. Diósgyőri VTK wint de derby met 2-0 van Nyíregyháza Spartacus en bouwt de voorsprong als koploper uit in de Merkantil Bank Liga. Als de club zo doorgaat zien we DVTK volgend jaar zeker terug waar ze horen. Een geweldige ervaring als stadionbezoeker krijg je absoluut in Miskolc.

100.000 push-ups

Een paar weken later zijn we ook bij de wedstrijd tegen Szombathelyi Haladás. Hier wordt goed duidelijk dat Diósgyőri VTK een warme club is. Er is namelijk een grootschalige geldactie voor zieke kinderen opgezet. Een lid van de ultras, Gábor, heeft zijn jonge dochter aan kanker verloren en ter ere van haar heeft hij bijna 100.000 push-ups gedaan. Daarbij is er een inzamelingsactie gestart voor de kinderen in het lokale ziekenhuis. De laatste honderd push-ups doet Gábor vandaag samen met de supporters voor het stadion, een uurtje voor de wedstrijd. Even later doen ook alle spelers op het veld en de scheidsrechters tien push-ups als blijk van waardering. ‘Hajra Diósgyőri’, zegt een emotionele Gábor na het behalen van het doel.