Haat-liefdeverhouding: Fusieclub DVO Rietvogels
Regelmatig sta ik weer met mijn kleine oogjes op perron 2B op het station in Hengelo. Langzaam komt dan de trein van rechts aan. Die lelijke blauwe stoptrein, waarin je met een beetje pech zelfs moet staan. Het moet maar, als ik de studie Journalistiek in Zwolle wil volgen.
Na Borne zijn te gepasseerd word ik op station Almelo de Riet altijd een beetje wakker. Niet door die waterige bak koffie die ik op het station heb gekocht, maar door iets dat altijd weer mijn aandacht weet te trekken. Sportpark De Riet ligt er adembenemend bij. Of de zon er nou op ligt, of wanneer de velden blank staan. Het is de Elascon tribune met houten banken, waar de dug-outs in zijn gebouwd, die het hem doet. Het spoor dat achter het sportpark langs loopt is de kers op de taart. Het is een lust voor het oog, midden in een woonwijk met arbeiderswoningen.
Maar waarom haat ik het ondertussen ook? Komt het door het feit dat het in Almelo ligt? Als FC Twente supporter ben ik nou eenmaal niet zo gecharmeerd van deze stad. Of komt het omdat dit sportpark wordt bespeeld door een fusieclub? Want het woord Combinatie, in DVO Rietvogels Combinatie, geeft me nou eenmaal de rillingen. Een club hoort ook gewoon niet in 2012 te zijn ontstaan. Voor geen enkele voetballiefhebber die een club een warm hart toedraagt is een fusie wenselijk. Maar het is nou eenmaal een overlevingsstrategie.
Het is als dat ene mooie meisje in de klas. Ze is prachtig, totdat ze haar mond open doet. Lelijk van binnen, maar zo mooi van buiten. Precies zoals Sportpark de Riet. Ik denk dat het een haat-liefdeverhouding is.