Don Leo: het werd stil aan de overkant
Door André Krul
‘Leo Beenhakker (1942) is ongetwijfeld de kleurrijkste trainer uit de Nederlandse voetbalgeschiedenis.’ Met deze zin opent schrijver Bert Nederlof de beschrijving die op de achterkant van de biografie staat. Of dit zo is kan sterk betwijfeld worden. Want kennen we niet veel meer kleurrijke trainers? En wat wordt er eigenlijk verstaan onder kleurrijk? Moet je om de titel kleurrijk te krijgen op een rolfluitje blazen? Moet je de perfecte karatetrap demonstreren? Of moet je daarvoor je eigen doelman een ‘kutkeeper’ noemen?
In elk geval kennen we in Nederland een rijke historie met ‘kleurrijke’ trainers. Wat te denken van bijvoorbeeld Barry Hughes, Aad de Mos, Co Adriaanse, Simon Kistemaker en Fritz Korbach. Laatst genoemde is niet geheel toevallig assistent van Leo Beenhakker geweest bij het Turkse Istanbulspor. Uiteraard levert dit fantastische anekdotes op. Zo had Fritz volgens Don Leo wat moeite met de namen van de Turkse spelers, waarop hij de Turken allerlei bijnamen gaf zoals ‘Bertus Strijkijzer’.
Uit het boek: “ ‘Bertus’ was een hele grote, sterke verdediger met enorm grote voeten. Een pure verdediger, kwam geen muissie door, maar hij had vaak ruzie met de bal. Als we een positiespelletje hadden, vijf-tegen-twee, zes-tegen-drie, en Bertus had weer eens ruzie met die knikker, dan hoorde ik Fritz in een mengelmoes van Duits en Hollands roepen ‘of Bertus godverdegodver eens kon versuchen die Ball an de goeie Farbe te geven.”
Het is een van de vele memorabele verhalen die Beenhakker vertelt en, zoals te lezen valt in bovenstaand voorbeeld, door Nederlof op zijn ‘Beenhakkers’ opgeschreven. Soms lijkt het tijdens het lezen of je Beenhakker zelf hoort praten en mede daarom leest het boek zeer prettig. Als de term kleurrijk slaat op de verscheidenheid in landen waarin Beenhakker actief geweest is, dan is hij waarschijnlijk dé kleurrijkste uit de historie. Want naast Turkije beleefde Beenhakker avonturen in Spanje, Mexico, Zwitserland, Saoedi-Arabië, Polen en Trinidad en Tobago.
Beenhakker noemt de drang naar avontuur één van de drie ingrediënten die hij in het trainersvak heeft beheerst, naast de ambitie om het hoogst haalbare na te streven en het verwezenlijken van een droom. Uiteindelijk is het ‘die rooie’ allemaal gelukt. Beenhakker werd driemaal op rij kampioen met Real Madrid, tweemaal met Ajax en in 1999 kwam zijn grootste droom uit: de landstitel met ‘zijn cluppie’ Feyenoord. Daarnaast lukte het hem bondscoach te worden van het Nederlands Elftal, alhoewel dit uitliep op het dieptepunt uit Beenhakkers carrière. Don Leo vertelt uitgebreid wat er allemaal mis ging in de aanloop naar en tijdens het WK 1990, zonder echt álles te vertellen. Dit is aan de ene kant jammer, maar aan de andere kant siert het de mens Beenhakker om niet alle vuile was buiten te hangen en mensen te beschadigen.
Omdat in het boek duidelijk naar voren komt wat voor een voetbaldier Beenhakker is en door alle interessante anekdotes zal de biografie voor elke voetballiefhebber een ware ‘pageturner’ zijn, en heerlijk om langs de rand van het zwembad of op het strand te lezen. Toch moet gezegd worden dat het niet alleen draait om het vertellen van mooie verhalen. Ook de emotionele kant van de trainer komt naar voren. Zo zal het de lezer zeker niet koud laten wanneer Beenhakker vertelt over de dood van zijn moeder. Daarnaast kan de biografie gezien worden als inspiratiebron voor trainers zonder achtergrond als profvoetballer. Nederlof laat Beenhakker vertellen hoe hij door keihard te werken en te geloven in zichzelf, zich stap voor stap opwerkte tot aan de wereldtop. Kortom: een absolute aanrader!
Het boek is te bestellen op bol.com voor €12.99.
[foto via Pro Shots / Erwin Spek]