De Truiense Kanaries met een rijke geschiedenis
2022 was een jaar met veel wondermooie ontdekkingen in binnen- en buitenland voor Pitchd. Vaker wel dan niet zakken we af naar de lagere competities, maar af en toe kijken we ook eens naar de top. Om 2023 van start te laten gaan besloten we te beginnen bij zo’n eerste klasse ploeg.
Vroege voetbalgeschiedenis
Op de grens met Vlaams-Brabant, niet ver van de Luikse grenzen, maar op en top Limburgs, ligt Sint-Truiden. Naar verluidt de enige stad die naar haar oprichter is vernoemd (Sint-Trudo) en vooral bekend omwille van haar fruitteelt, was Sint-Truiden er als de kippen bij om een eigen voetbalploeg te hebben. Voor het gemak houden we het even op Sint-Truiden zelf en kijken we niet naar de veertien deelgemeentes die de stad rijk is.
Football Club Saint-Trond Sportif was er al in 1908. Wanneer ze precies begonnen is onbekend, maar in 1912 verdwenen ze alweer. La Vaillante de Saint-Trond was ook in 1908 actief, maar is verder volledig onbekend. Daarna bleef het even stil. Tot in 1920 The Red Star Saint-Trond de kop op stak. Er is opnieuw geen duidelijkheid sinds wanneer ze actief waren, maar in 1920 verdwenen ze alweer van het voetbaltoneel.
Maar dan begon het huidige voetbalverhaal. In 1923 werd Football Club Gold Star Saint-Trond opgericht. Een jaartje later kwam daar Sint-Truidensche Voetbalvereeniging bij. Eind 1924 onthief Gold Star zichzelf om alle spelers lid te laten worden van het nieuwe STVV. Volgens de clubwebsite was er in 1924 een fusie tussen datzelfde Gold Star en Union Sint-Truiden. Dat lijkt ons niet aannemelijk aangezien Gold Star pas na de oprichting van STVV werd geschrapt. En van Union is er geen spoor te vinden. Wie hier meer van weet, mag ons steeds contacteren.
Successen bij De Kanaries
De eerste wedstrijd van STVV was overigens een galamatch tegen het oudere Cercle Tongeren. Zij speelden toen al in de tweede nationale divisie. De ambities bij de Truiense club waren duidelijk groot. En terecht, want in die eerste jaren in de Limburgse reeksen haalden ze goede resultaten. In 1928 wisten ze voor het eerst de nationale reeksen te halen, de derde klasse op dat moment. Dit duurde slechts een jaar, maar in 1930 stonden ze er alweer. En deze keer voor een langere periode.
Die successen bleven niet onopgemerkt. Andere Truiense ploegen werden opgericht, waarvan eentje zelfs door een supportersvereniging van STVV. Al bestond die laatste slechts twee jaar; tussen 1927 en 1929. Maar het echte STVV bleef wel met een goeie vaart verder denderen. Enkel tussen 1935 en 1937 stonden ze even weer in de regionale reeksen, maar daarna zouden ze altijd op het nationale toneel optreden.
In 1948 zouden ze voor het laatst in de derde klasse spelen. Na een promotie naar de tweede klasse dat jaar zouden ze tot op heden in die tweede of de eerste klasse verblijven. De Kanaries zouden nog moeten beginnen aan hun echte successen. Van wanneer ze die bijnaam hebben, is niet meteen duidelijk. Maar de verklaring is een pak eenvoudiger: de stadskleuren zijn geel en blauw. De club nam bij de oprichting die exacte kleuren over en speelt vanaf het begin hoofdzakelijk in het geel. Et voilà: een bijnaam die ze ongetwijfeld met trots delen met onder andere de Braziliaanse nationale ploeg.
Alleen een titel ontbreekt
In 1957 sprongen De Kanaries over naar de eerste klasse en een eerste glansperiode was begonnen. Nadat hun stadion, waar STVV sinds 1927 speelde, in 1944 volledig plat gebombardeerd werd en kort daarna opnieuw opgebouwd werd, kreeg Stayen (toen nog Staaien) eindelijk topvoetbal te zien. In 1959 wisten ze Raymond Goethals als trainer binnen te halen en die vormde een ploeg dat later een giant killer werd genoemd. Stayen werd de Hel van Stayen genoemd. Mede dankzij de introductie van de buitenspelval die Goethals goed wist te gebruiken.
De absolute topjaren waren 1966, waarin ze nipt tweede werden, en 1971, waarin ze de finale van de Beker verloren. Maar in 1974 moesten ze toch terug naar de tweede klasse. Het zou tot 1987 duren eer ze terug op het hoogste schavotje stonden. Na enkele jaren in eerste en opnieuw enkele jaren in tweede, zou rond de eeuwwisseling een korte nieuwe glansperiode volgen. In 2003 eindigden ze knap vierde en verloren ze opnieuw de finale van de Beker. Daarna zou het degradatiespook echter weer de kop op steken en verschillende jaren aan één stuk liftten De Kanaries van tweede naar eerste en omgekeerd.
Sinds 2016 staan ze weer onafgebroken in de eerste klasse. De titel, daar denken ze realistisch gezien niet meteen aan. Maar de titel van Limburg is wel elk jaar opnieuw een doel voor hen. De rivaliteit met KRC Genk is enorm hevig. Meestal is zo’n rivaliteit tussen clubs een aloude traditie, maar in dit geval is het een recent gevalletje. Als mijnwerkersgemeente en -club stak het bij de Truienaars dat fusieclub RC Genk geld toegeschoven kreeg van de koolmijnen. Niet lang daarna kwam Racing Genk een overwinning in Stayen, waardoor De Kanaries in 1991 degradeerden. Sindsdien is de rivaliteit alleen maar heviger geworden tussen de twee Limburgse clubs.
Of er daarvoor al andere ‘rivalries’ bestonden, is niet meteen duidelijk. Maar de Hel van Stayen had dat misschien niet meteen nodig. Genoemd naar de voormalige buurtwijk Staden, verbasterd tot Staaien en later Stayen, zag het heel wat toppers afdruipen, kon het daadwerkelijk spoken, kreeg het later als eerste Belgische club een kunstgrasveld en is het intussen onherkenbaar veranderd en gemoderniseerd. Enkel de bezoekerstribune doet nog mijmeren naar lang vervlogen tijden. Al wordt het ook wel vaak de gevangenis of de kooi genoemd. Om begrijpelijke redenen…
Je kan alle artikelen van Pitchd natuurlijk ook lezen op de Pitchd website, zoals dit artikel hier.