CS Toernich doet RJ Arlonaise vergeten
Op enkele honderden meters van het Stade Avenue Longwy in Aarlen, ligt het oude stadion van het voormalige Royale Jeunesse Arlonaise er nog steeds. Al meer dan 100 jaar in gebruik, al wordt het nu bespeeld door CS Toernich.
RJ Arlonaise als eerste bespeler
Het Stade Adolphe Hisette is net iets meer dan 90 jaar de thuisbasis geweest van RJ Arlonaise, een ploeg die nogal wat furore maakte in de nationale reeksen, maar de laatste jaren van haar bestaan vooral regionaal doorbracht. Na de korte passage van Racing Club d’Arlon tussen 1906 en 1913 werd het team nieuw leven in geblazen in 1919 onder de noemer Jeunesse Arlonaise. We gingen hier al dieper in op de geschiedenis van dat team.
Jammer genoeg verdween in 2010 het stamnummer en de ploeg na een fusie met de buren van FC Le Lorrain Arlon. Het prachtige stadion bleef echter niet verweesd achter. Ook al ging de fusieploeg spelen in de thuishaven van het oude Le Lorrain, de damesploeg van RJ Arlonaise (toegevoegd aan het team in 1971) scheurde zich af om zelfstandig (met een eigen stamnummer) verder te gaan en ze deed dat in het Stade Adolphe Hisette.
Een tweede leven
Echter waren hun sportieve prestaties geen lang leven beschoren. In 2017 moesten ze de boeken neerleggen en even leek het erop dat de Beau Site (zoals het Stade Adolphe Hisette nog wel genoemd wordt) alsnog een lost ground ging worden. Maar dat was buiten CS Toernich gerekend. Dat jaar betrok het team immers de Beau Site om hun eigen faciliteiten als B stadion te gebruiken.
Cercle Sportif Toernich werd in 1970 opgericht. Sinds 1977 is het een deelgemeente van Aarlen. CS Toernich was de allereerste poging tot voetbal in de kleine gemeente en ze zijn nog steeds alive and kicking. Wel wisten ze nog nooit de nationale reeksen te bereiken en op dit moment spelen ze in de derde provinciale van de provincie Luxemburg, het laagste niveau. We zijn maar wat blij dat zij het historische stadion nieuw leven hebben ingeblazen!
Je kan alle artikelen van Pitchd natuurlijk ook lezen op de Pitchd website, zoals dit artikel hier.
