Regen, worst en sjaaltjes
Het Europees kampioenschap van 2008 eiste in Polen grote parkeerplaatsen, schone wc’s en legio faciliteiten. Futuristsche gedrochten schoten als paddestoelen uit de grond. Gelukkig heeft het 80-jarige stadion van Widzew Lódz nog de pure, Poolse voetbalbeleving. Een ooggetuigenverslag.
Het is een paar uur voor de wedstrijd Widzew – Legia Warschau. De supporters van Widzew lopen in een groep door de stad, uitgedost met sjaaltjes en mutsen. Iedereen heeft een vlag of een fles wodka in de hand, of allebei. Af en toe wordt er gezongen of vuurwerk afgestoken. Negen ME-busjes begeleiden de groep. Sirenes loeien onophoudelijk en felblauwe knipperlichten kleuren de lucht.
De mars gaat van de binnenstad naar het stadion. Als de groep daar aankomt, is de duisternis ingevallen. Het stadion is tachtig jaar oud en in verval. Slechts één tribune heeft een dak, waar een grote plataan bovenuit torent. In kraampjes liggen tientallen worsten op barbecues, waarvan de rookwolken oplichten tegen het kunstlicht van de oude lichtmasten. De regen maakt het plaatje compleet.
Als de spelers het veld opkomen, wordt een groot spandoek ontrold. De fans zingen hun team hartstochtelijk toe. De harde kern op de korte zijde neemt het voortouw. Er wordt vuurwerk afgestoken, geklapt, gezongen en gesprongen. De stoeltjes zijn overbodig: iedereen staat.
Ook andere tribunes doen mee. Halverwege de eerste helft zet de harde kern een lied in en gaat zwaaien met sjaaltjes. De andere tribunes volgen om beurten en zelfs de perstribune doet mee. De zee van zwaaiend rood gaat drie keer rond, waarna het wordt overstemd door een nieuw nummer.
Al vroeg in de wedstrijd komt Widzew, dat nog niet zeker is van lijfsbehoud, op voorsprong. Het enthousiasme wordt er alleen maar groter op. Dat Legia de terechte gelijkmaker maakt en het daarbij blijft, heeft totaal geen invloed op de decibellen. Het voetbal doet het met een bijrol; de fans blinken uit.
(Dit verslag is gemaakt tijdens een lezersreis van Tom Bodde.)