Voetbal en de Italiaanse keuken een gelukkig huwelijk
Om te kijken of alleen op reis gaan nou echt zo leuk is als dat ik met enig regelmaat lees besluit ik om het zelf te gaan ervaren. Eind december boek ik een trip naar het vaak zonnige Italië met haar goede keuken. Van vijf maart tot en met acht maart verblijf ik in dé eet hoofdstad van Italië, Bologna.
Nou word ik vaak bourgondiër genoemd maar dat is niet de voornaamste reden om te gaan. Al lange tijd staat Stadio Renato Dall’Ara op mijn bucketlist en om die reden reis ik naar Bologna. Een mooie bijkomstigheid is dat Parma Calcio dat weekend ook thuis speelt, dat zijn twee vliegen in één klap. Omdat ik er zeker van wil zijn dat ik beide wedstrijden bij kan wonen koop ik bij de general sale van beide clubs alvast een kaartje. Via die manier ben ik er zeker van dat, zolang alles goed gaat, ik beide wedstrijd kan zien. Dat alles goed gaat is niet vanzelfsprekend bij een low budget maatschappij. Eind januari is mijn trip naar Boekarest met de derby van Boekarest als hoogtepunt nog geannuleerd. Laten de reisgoden deze keer met mij zijn.
Parma Calcio
Op zaterdagochtend vijf maart vertrek ik vroeg richting Eindhoven Airport. Vanaf hier zou ik om kwart voor elf voet zetten in Bologna en zou ik de tijd hebben om naar mijn appartement te gaan, te lunchen en de trein naar Parma te pakken voor Parma Calcio – Reggina Calcio. Helaas denken de reisgoden daar anders over en geven mij een uur vertraging cadeau. Een uur later dan verwacht land ik in Bologna en pak ik direct een taxi naar het appartement. Na het droppen van mijn tas loop ik stevig door naar het centraal station van Bologna. De trein die ik moet hebben komt pas over twintig minuten dus neem ik even de tijd voor een broodje.
Als je in Bologna bent ontkom je niet aan mortadella (tip). Deze roze worst wordt gemaakt van heel fijngehakt varkensvlees en stukjes varkensvet. Omdat ik zelf een vlees liefhebber ben pak ik een broodje met mortadella. De trein van Trenitalia komt precies volgens tijdschema binnen dus ik stap in. Bij aankomst op het station van Parma ben ik direct de weg kwijt. De eerste twee bussen mis ik omdat je twee busstations hebt dus besluit ik zwart te rijden in de derde bus die ik wel kan vinden. Het lijkt erop dat ik alsnog de aftrap van de wedstrijd ga halen totdat de buschauffeur besluit om een afslag te nemen weg van het stadion. Ik stap meteen naar de buschauffeur toe en vraag hem: ‘’stadio, calcio?’’ maar hij schudt nee met zijn hoofd.
Wat blijkt, de bus rijdt niet zijn normale route omdat er een wedstrijd gespeeld wordt. Snel druk ik op de stop knop en stap ik uit. Het is op dat moment nog zeventien minuten lopen naar het stadion. Het snelwandelen zit in de genen en ik ben niet vies van een stukje hardlopen. Helaas kom ik helaas te laat aan bij Stadio Ennio Tardini waardoor ik de aftrap niet haal.
Bij aankomst valt meteen de hoofdingang van het stadion op. Met de plakkaten Stadio Comunale, Ennio Tardini en de clubkleuren is het duidelijk dat ik bij Parma Calcio ben. Nadat ik de juiste ingang heb gevonden en mezelf voorzie van bier betreed ik het stadion. De Curva Nord is vandaag gehuld in een mooi winterzonnetje. De kleuren van de tribune en de zon lopen mooi in elkaar over. Ik hoef niet lang na te denken waar ik ga staan dus al snel loop ik op de hoogste treden van de tribune.
Vanaf hier zie ik de wedstrijd goed en voorzie ik mezelf van vitamine D. Met het uitvak recht voor mij en de fanatieke supporters van de thuisploeg onder mij vermaak ik me uitstekend. De sfeer zit er helemaal prima in als de thuisploeg op voorsprong komt. Omdat het Italiaanse voetbal niet bekend staat om haar aanvallende voetbal bedenk ik me dat dit weleens het laatste doelpunt van vanmiddag kan zijn. Nadat het doelpunt gevallen is komt het uitpubliek met een sfeeractie. Het uitvak is gehuld in de kleuren van Reggina Calcio en de witte rook stijgt op. Helaas slaat het niet over op het veld want met de minimale voorsprong gaan we rusten. Tijdens de rust bevind ik me onder de tribunes om foto’s vast te leggen als ik plots word aangesproken: ‘’Are you coming from England?’’ Nee antwoord ik om uit te leggen dat ik naar Parma ben gekomen om voetbal te kijken en de lokale keuken te proeven.
Ik word voor gek verklaard maar we hebben tijdens de rust komische gesprekken. Een rossige baard en een flatcap laat men denken dat je ontsnapt bent uit een aflevering van Peaky Blinders. Enfin, het rumoer van de tribunes wordt harder dus de tweede helft staat op het punt van beginnen. Ik zeg mijn zojuist gemaakte vrienden vaarwel een begeef me weer richting het zonnetje. Het stadion wordt muisstil als de uitploeg de gelijkmaker maakt. Vanuit een voorzet werkt een verdediger van de thuisploeg de bal in eigen doel. Van woede bijt Buffon de bal bijna doormidden en hij kan er niet bij dat het tegendoelpunt gevallen is.
De capo’s van de thuisploeg, waarvan ze er vier hebben, zien het doelpunt niet eens vallen maar doen hun best om de sfeer terug te brengen. Helaas zonder geluk want het tegendoelpunt was het laatste moment van actie deze wedstrijd. Na het laatste fluitsignaal wordt het publiek bedankt door de spelers en verlaat iedereen het stadion. Ik wacht zo lang mogelijk en zie een mooi schouwspel ontstaan tussen vader en zoon. Zoonlief wil nog niet naar huis terwijl vader zo snel mogelijk deze nederlaag wil vergeten. Zoonlief krijgt zijn zin en zo blijven ze nog even hangen. Na een aantal keer zwaaien met zijn vlag, de trappen op rennen en papa laten zien hoe mooi het stadion is verlaten zij ook het stadion.
Nadat ik na laatstgenoemde het stadion heb verlaten loop ik langs een terras wat zo goed als vol zit. Lang hoef ik niet na te denken als ik de woorden prosciutto en formaggio op het bord zie staan. Ik bestel en krijg een uitstekend bord voor me met vooral ham en een stukjes kaas en een ijskoud biertje. De parmaham en parmezaanse kaas die ik hier voorgeschoteld krijg is pure klasse. Vooral de mayonaise waarin parmezaanse kaas is verwerkt is verrukkelijk. Ik waan mezelf in de zevende hemel met voetbal en lekker eten, maar helaas komt aan alles einde. Nadat ik het laatste stukje op eet en richting de trein loop besef ik me dat deze dag erop zit. Het voorgerecht zit erop maar wordt de volgende dag vervolgd met een uitstekend hoofdgerecht.
Bologna FC
Na een nacht goed slapen besluit ik om een typisch Italiaans ontbijt te nemen. In het zonnetje met uitzicht op Fontana del Nettuno eet ik een heerlijke cornetto met chocolade crème en drink ik een typische espresso. Naast mij zit een man die zichtbaar verbaasd is over het kleine formaat koffie. Hij mompelt wat tegen zijn vrouw en geniet uiteindelijk toch maar van zijn espresso. Het levert mij een glimlach op en ik bedenk me hoe leuk een toerist onbedoeld kan zijn. Na het ontbijt besluit ik om de stad te verkennen die twee gezichten heeft. Aan de ene kant een stijlvolle en historische stad. Aan de andere kant een rauwe stad met veel street art.
Vanaf het terras loop ik naar de Basilica di San Petronio. Deze basiliek is de op vijf na grootste basiliek ter wereld en het meest bijzondere eraan is de zonnewijzer in de kerk. Vanuit hier loop ik naar de twee scheve torens, Le Due Torri. Beide torens zijn niet te missen als je in Bologna bent en voor de echte avonturier kan je de toren van vijfhonderd treden ook beklimmen maar dat aanbod sla ik af. Als kers op de taart loop ik naar een plek waar rivier de Reno bovengronds komt. Ik hoor je denken wat is daar speciaal aan? Nou deze rivier is ondergronds en stroomt onder Bologna door, maar op een aantal plekken komt deze rivier bovengronds. Vanaf deze toeristische trekpleister laat ik de toerist in me met rust en focus ik me op voetbal.
Drie uur voor aanvang van de wedstrijd wandel ik richting Stadio Renato Dall’Ara. Terwijl ik het stadion nader loop ik onder één van de langste zuilengangen ter wereld. Voordat ik bij het stadion aankom neem ik de tijd voor een lunch. Het zal geen verrassing zijn dat ik opnieuw voor een broodje met mortadella ga. Als je een slager in de buurt hebt dan ga eens naar die slager en vraag hem naar mortadella. Mortadella mag alleen deze naam dragen als hij gecertificeerd is als Mortadella Bologna IGP. Ik verzeker je bij deze van een heerlijk en zacht stukje vlees. Nadat mijn lunch soldaat is gemaakt loop ik richting het stadion. Bij aankomst zie ik meteen de tweeënveertig meter hoge La Torre di Maratona. De toren nog imponerender in het echt dan op de vele foto’s die ik gezien heb.
Nadat deze op de gevoelige plaat is vastgelegd loop ik een ronde om het stadion. Overal is te zien dat hier aan onderhoud niet veel gedaan wordt omdat de plannen voor renovatie klaar zijn. Mijn hart gaat hier gelukkig wel sneller van kloppen en dat is voor mij het belangrijkste. Nu het stadion van de buitenkant in het geheugen gegrift staat loop ik het eerste deel naar Santuario Madonna di San Luca. Deze wandeling gaat heuvel op en brengt mij naar prachtige hoogte om uit te kijken op het stadion waar ik over een uur in plaats mag nemen. Ik stop met wandelen als ik het plaatsnaam bord van Bologna zie en leg deze vast met het stadion op de achtergrond. Op de terugweg naar beneden kom ik mensen tegen die hardlopend bergop gaan. Gelukkig denk ik daar niet te lang over na anders krijg ik last van de motor die mij draaiende moet houden. Terug bij het stadion zoek ik de juiste ingang en betreed ik het strijdtoneel van vandaag.
De ingang van Curva San Luca is gelegen aan de kant waar de basiliek te vinden is. Nadat ik door kaartcontrole ben betreed ik het stadion. Het staal en de trapleuningen hebben ook tijdens de coronapandemie geen lik verf gekregen. Het ziet er daarom fantastisch uit en het ademt historie. Omdat voetbal en bier samen hand in hand bestel ik allereerst een beker bier voordat ik de tribune op ga. Ik krijg dit keer geen Nederlands bier zoals gisteren, maar er wordt Italiaans bier geschonken. Het stadion is nog zo goed als leeg als ik de tribune op loop. Van dat moment maak ik gebruik om allereerst La Torre di Maratona vast te leggen. Daarna is het tijd om de vele rode en blauwe stoeltjes in me op te nemen en te genieten. Nu de aanvang van de wedstrijd dichterbij komt wordt het stadion ook voller.
Om mij heen hoor ik steeds meer talen en zie ik steeds meer groundhoppers. De één druk in de weer met pen en papier en de ander druk met zijn compactcamera. De uitsupporters zijn inmiddels gearriveerd en dat is voor een aantal supporters van de thuisploeg de reden om ze uit te dagen. Helaas voor hen krijgen ze nul op het rekest want ze worden compleet genegeerd. Ondertussen zit de warming-up erop en is het tijd voor een pot voetbal. Vanaf hier is het uitzicht op de Curva Bulgarelli geweldig. Zij vormen één groot blok met sjaals, vlaggen en vuurwerk. Het uitvak integendeel is voor de helft gevuld en laat nauwelijks van zich horen.
De wedstrijd is pover en er gebeurt nauwelijks iets spectaculairs op het veld. De enige speler die soms iets van zichzelf laat zien is Gary Medel. Hij is degene die ieder duel wil winnen en alles geeft. Soms als lokale slager en soms op basis van pure klasse. Warm van de wedstrijd word ik niet en de zon laat zich ook niet zien. Met de brilstand gaan we rusten en is het tijd om de catering op te zoek en rond te lopen.
Terwijl het rust is voorzie ik mezelf van bier en probeer ik de lange zijde op te komen. De steward die bij de poort staat denkt daar anders over en geeft mij geen enkele mogelijkheid dus draai ik weer om. Tijd om rond te lopen onder de tribunes. Nadat ik een tijdje uit de koude wind heb gestaan loop ik met mijn handen vol de tribunes op. De tweede helft staat op het punt van beginnen met hopelijk meer spektakel dan de eerste helft. Helaas kom ik bedrogen uit en is ook de tweede helft niet om aan te gluren. De wedstrijd eindigt in een typisch Italiaans gelijkspel. Weinig kansen, weinig aanvallen en vooral verdedigen.
Na de wedstrijd wacht ik wederom zo lang mogelijk om het stadion te verlaten. Puur om nog even te genieten van de plek waar ik op dat moment ben. Dit stadion gaat gelukkig niet gesloopt worden, maar wordt gerenoveerd. Waarschijnlijk zal ik het in de huidige staat niet meer zien dus leg ik het op de gevoelige plaat vast. Als het tijd is om het stadion te verlaten loop ik dwars door de uitsupporters heen richting de fanshop. De supporters van Torino hebben een aantal busjes gevuld met eten en drinken, hebben uitschuifbare tafels gemonteerd en zo kan iedereen op die manier wat te eten en te drinken pakken. Aangekomen bij de fanshop irriteer ik me voor het eerst aan het aanbod sjaals. Alle sjaals die hier verkocht worden zijn van polyester en geven een kunststof gevoel.
Ik besluit om er geen te kopen en daarmee ontbreekt er een sjaal in mijn collectie. Hopelijk loop ik nog langs een lokaal winkeltje waar ik een sjaal kan scoren. Na deze teleurstelling loop ik naar de uitgang en komt er een einde aan deze voetbaltrip. Italië heeft inmiddels een warm plekje in mijn hart. Het lekkere eten en drinken, zonnige weer, historische stadions en fanatieke supporters maken voor mij Italië een meer dan uitstekend land. Dat komt ook goed uit met stadions met nog een aantal stadions op de bucketlist. Italië wordt dus vervolgd.