Tempel aan de Maas
De Kuip, ik zag haar duizend keren. De Tempel van mijn geloof, mijn tweede thuis. Geroemd door vriend en vijand. De ongekende akoestiek, de ambiance, het kan er geweldig spoken. De dansende tribunes, vaak een orkaan van geluid, maar soms ook een indrukwekkende oorverdovende stilte. Omarmd door de groten der aarde. Een monument daar aan de Maas wat trots deel uitmaakt van de skyline van Rotterdam. Als voorbeeld gediend voor andere iconische stadions in de wereld, zoals het magnifieke Nou Camp van Barcelona. Die duizend lampen van het Feyenoord Stadion, bakens in de verte, de hoeders van de stad, maar vooral van een uniek en prachtig voetbalstadion.
Echter De Kuip kan niet meer is de mening van select groepje elite mensen in het Maasgebouw. Het stadion is op, niet meer van deze tijd. Om dit extra kracht bij te zetten wordt het stadion qua onderhoud verwaarloosd. Spijtig voor hen bewijst een TNO rapport keihard het tegendeel. Allemaal leugens van de elite, echter houdt men voet bij stuk. Een nieuw stadion is immers nodig om het gat met de concurrentie te dichten. Na al enkele mislukte plannen kwam daar Het Nieuw Stadion, een megalomaan plan wat zijn weerga niet kent. Men had echter niet rekening gehouden met het initiatief Red de Kuip. Een groep specialisten in de bouwwereld, maar bovenal Feyenoordsupporters, die in hun eigen tijd bewezen dat De Kuip wel degelijk een rendabele toekomst heeft. Een knap staaltje werk ondanks dat ze werden weggezet als amateurs, tegengewerkt vanuit geheimzinnigheid en het moeten werken met halve informatie. Zo kregen zij te maken met een steeds wisselend plan van eisen of kreeg men simpelweg niet alle details. Toch wisten zij aan te tonen dat met de helft van de investering plus minder risico’s hetzelfde resultaat kon worden bereikt met vernieuwbouw. HNS werd uiteindelijk terecht afgeschoten door de Rotterdamse politiek en moest de Feyenoord elite schoorvoetend erkennen dat hun plan door de enorme risico’s wel eens het einde van Feyenoord had kunnen betekenen.
Onder druk werden uiteindelijk meerdere nieuwe plannen bekeken, waarvan bleek dat renovatie de beste opties waren. Red de Kuip kon natuurlijk nooit als beste naar boven komen, dat zou immers enorm gezichtsverlies opleveren bij de elite. Dus werd partner BAM aangewezen als degene die het renovatieplan mocht gaan uitvoeren. BAM, al eerder geschoffeerd door de Feyenoord elite, werd vervolgens vakkundig aan de kant geschoven op een begrotingsverschil van enkele miljoenen. De weg naar een nieuw stadion lag weer volledig open.
En dus kwam daar Feyenoord City, een nog meer megalomaan plan dan HNS. Het grote O.M.A van architect Rem Koolhaas werd gestrikt om dit plan te ontwikkelen. En waar het bij HNS puur om een stadion ging, heeft men bij Feyenoord City geleerd van de eerder gemaakte fouten. Bij Feyenoord City staat namelijk gebiedsontwikkeling centraal en is het stadion van ondergeschikt belang. En zo speelt men perfect in op de emotie van de Rotterdamse politiek. De stad moet er immers beter van worden. Dat de enorme (financiële) risico’s rond het nieuwe stadion vrijwel ongewijzigd zijn gebleven ten opzichte van HNS blijkt eveneens van ondergeschikt belang. In mei van dit jaar zwicht De Rotterdamse politiek voor de mooie praatjes.
Echter wie rationeel denkt kan eenvoudig de conclusie trekken dat het gat met de concurrentie niet is ontstaan door een betere stadionexploitatie in Eindhoven en Amsterdam. PSV heeft immers een stadion met veel minder capaciteit en mogelijkheden, waar ook de ArenA bewijst dat het amper invloed heeft op de ontwikkeling van Ajax. Het (financiële) gat met de concurrentie is simpelweg te herleiden naar het enorme verschil in (technische) beleidsvoering. Waar Feyenoord na de UEFA cup winst in 2002 beleidsmatig aan het gokken was, voerden de andere twee clubs structureel goed beleid op sportief en transfergebied. Waar zowel Ajax als PSV regelmatig Champions League speelden en spelers voor € 10+ miljoen verkochten, mocht Feyenoord al blij zijn dat het überhaupt Europees voetbal haalde. Enkele toptalenten (Wijnaldum en Fer) werden zelfs noodgedwongen voor relatief kleine bedragen verkocht aan de concurrentie.
De vraag is ook welke clubs er nu structureel (financieel en sportief) beter zijn geworden van een nieuw stadion? Welke clubs spelen, na het betrekken van een nieuw stadion, structureel mee om de prijzen? Die zijn hooguit op één hand te tellen. Sterker nog, de grootste clubs binnen Europa kiezen allemaal voor renovatie van hun huidige onderkomen.
Feyenoord zou nooit meer kampioen worden in De Kuip. Waar Koeman enkele jaren geleden dichtbij was, lukte het Van Bronckhorst dit seizoen wel. De Kuip bleek eens te meer een onneembare vesting. Eens te meer bewezen dat succes wordt behaald op het veld. Bakken met geld over de balk smijten is géén oplossing, gedegen sportief beleid wel. Ook de roep vanuit Oranje om structureler de interlands in De Kuip af te werken worden steeds luider. Kortom, De Kuip leeft als nooit te voren!
Binnen Feyenoord leidt men simpelweg aan grootheidswaanzin. Met Feyenoord City wil men in één klap het duurste, nieuwe stadion van Europa neerzetten, met 1,5 – 2 keer de investeringsnoodzaak dan elders. Hoe men dat terug wil verdienen is vooral gissen door (te) rooskleurige aannames. Of Feyenoord er beter van zal worden is nog maar zeer de vraag. Wat wel zeker is, is dat renovatie nooit een serieuze optie is geweest.
Saillant detail in deze hele stadionsoap is namelijk dat de redders van Feyenoord – notabene als voorzet aangeleverd door supporters van Feyenoord – de Vrienden van Feyenoord, contractueel hebben laten vastleggen dat zij aandelen kunnen verwerven in het nieuwe stadion. Kortom, de Directie van Feyenoord (onder aanvoering van Gudde) heeft niet alleen de club (49%) voor een schijntje verkocht maar eveneens een extra molensteen om de nek gehangen betreft belangen omtrent de bouw van een nieuw stadion. VvF zal immers nooit haar aandelen laten terugkopen door de club, hoewel een ieder dat doet voorkomen. Zij willen maar één ding, aandelen in het nieuwe stadion en het zo verweven van meer vermogen.
Eén ding is zeker! Een select groepje elite mensen zullen er in ieder geval heel veel beter van worden. En De Kuip? Die gaat een ongewisse toekomst tegemoet, want ondanks de eis dat het stadion als monument behouden moet blijven kunnen het wel eens de laatste jaren van dit iconische bouwwerk zijn. Het thuis van duizenden moet plaats maken voor de te grote ego’s van enkele passanten.