Rayo Vallecano: op zoek naar de vrijheid
Talloze wedstrijden zijn voorbijgevlogen en buitengewoon vaak was de uitslag op z’n minst teleurstellend te noemen. Sinds ik ongeveer één jaar geleden als een blok viel voor Rayo Vallecano heb ik bijna geen thuiswedstrijd gemist. Hoe matig de prestaties en het voetbal vaak ook waren.
Om een lang verhaal heel kort te maken: toen ik ongeveer een jaar geleden gevraagd werd om in Madrid te komen werken heb ik niet lang hoeven twijfelen. Mijn werk als gids over de slagvelden van de Spaanse Burgeroorlog geeft mij de kans veel interessante mensen te ontmoeten, verhalen over de oorlog te vinden en mij in te zetten tegen het moderne fascistische gevaar. Daarbij komen ook nog eens de vele voordelen van het leven in Spanje: mooi weer, prachtige vrouwen (mag dát tegenwoordig nog gezegd worden?) en schitterend voetbal.
Schitterend voetbal, dat was ik niet gewend. Profvoetbal in Nederland bezocht ik niet heel regelmatig, alhoewel ik nog steeds mijn eerste bezoek aan de Kuip kan herinneren. Méér viel ik voor de charmes en de sfeer van St. Pauli, de club die door bijna elke liefhebber van cultvoetbal in de armen is gesloten.
Goed, de eerste weken na de aankomst in Madrid bezoek je als voetballiefhebber alles wat maar in je schema past. En na elke wedstrijd vorm je natuurlijk een eigen subjectieve mening over de verschillende clubs. Met Atletico en Real (hier trouwens vaak gewoon Madrid genaamd) heb ik geen band kunnen krijgen: wereldvoetbal, maar de stadions zijn sfeerloze toeristenpaleizen geworden. Leganés is zeker het bezoeken waard, Getafe en Alcorcon kunnen zonder pijn in het hart wel overgeslagen worden. Blijft er nog één Madrileense voetbalclub over: Rayo Vallecano.
Vallecas
Wie op wedstrijddagen de metro uitstapt in de Madrileense arbeiderswijk Vallecas zal wellicht een enkele seconde vermoeden dat zijn treinstel per ongeluk naar de Hamburgse Reeperbahn is geboemeld. Vlaggen met doodskoppen, anarchistische banderas en heel veel mensen met het welbekende Totenkopf-shirt van De Magischer FC. Sankt Pauli zijn hier op straat te vinden. De muren zitten onder de graffiti, van simpele schrijfsels en politieke uitingen tot soms gigantische kunstwerken. Aan alles merk je dat dit een buurt is die anders in elkaar steekt dan de meeste wijken in de Spaanse hoofdstad: rauwer, met de wil om anders te zijn dan de rest.
Het stadion van Vallecano (Estadio de Vallecas) ziet er wellicht een beetje vreemd uit. Achter de ene goal staat de harde kern van Vallecas op het Fondo. Een ouderwetse, onoverdekte tribune. De twee lange zijden zijn moderner en netter, overdekt én bestaan uit twee ringen. Achter de goal aan de andere kant staat een grote muur van waarachter enige appartementengebouwen oprijzen. In totaal passen zo’n 14.000 man in Estadio de Vallecas.
Rondom het stadion zijn verschillende aardige barretjes te vinden. Niet te duur en vrijwel altijd gezellig. De kans dat u op wedstrijddagen de schrijver van dit artikel tegenkomt bij bar De To La Vida is zeker niet te verwaarlozen. In dezelfde straat bevindt zich ook het fanhome van de Bukaneros, de ultras van Rayo. Bij het openen van de deur van dit fanhome slaan keiharde gitaren, rapmuziek en af en toe ook dikke wietwalmen de bezoeker om de oren. De sfeer? Alles kan en alles mag (behalve foto’s nemen, de bukaneros zijn zogezegd ‘gesteld op hun privacy’). Diegenen die ooit in Hamburg zijn geweest zullen misschien de ‘Fanladen’ kennen; dit ‘etablissement’ is alleszins vergelijkbaar.
Bukaneros
De Bukaneros zijn een politiek actieve groep ultras, die zich verzet tegen racisme, seksisme en vooral tegen de lange schaduw die de dictatuur van Generaal Franco nog steeds werpt over Spanje. Daarin zijn zij niet de enigen: buiten Madrid zijn ultras met dezelfde doelstellingen te vinden in bijvoorbeeld het Baskenland (bij Bilbao en Sociedad) A Coruña en Sevilla. Dit terwijl er ook extreemrechtse ultas actief zijn in Spanje, zoals bijvoorbeeld de Ultras Sur van Real Madrid en Frente Atlético van Atlético Madrid.
Het sociale gezicht van Rayo Vallecano en haar supporters is terug te zien in de vele acties van de Bukaneros. Zo zijn er geregeld binnen en buiten het stadion protesten tegen racisme en repressie. Eén voorbeeld hiervan zijn de protesten rondom de zaak van Alfonso Fernández Ortega, beter bekend onder de naam “Alfon”, een jongen uit Vallecas die momenteel in de gevangenis zit omdat hij tijdens een grote staking in 2012 een bom op zak zou hebben. Omdat dit laatste nooit bewezen is zou er beter gesproken kunnen worden over een politiek gevangene: de Bukaneros vragen bijna elke wedstrijd aandacht voor zijn zaak. Veel van de eerder genoemde graffiti in de wijk bestaat uit de tekst ‘Alfon Libre’.
Een ander voorbeeld van de solidariteit die Rayo en zijn supporters kenmerken vond plaats in 2014. Carmen Martinez Ayuso, op dat moment 85 jaar oud, zou door de bank uit haar huis, waar zij al sinds de jaren zestig woont, worden gezet. De Bukaneros hebben meerdere malen geprotesteerd tegen dit besluit. Uiteindelijk was het de club (voornamelijk toenmalig trainer Paco Jémez, tegenwoordig coach van Las Palmas) die besloot haar schulden te betalen.
Mensen die niks met voetbal hebben, of vinden dat politiek en voetbal niet gemixt kunnen of mogen worden, begrijpen misschien niet waarom juist deze relatief kleine club zó belangrijk is voor mij én Madrid. Maar laten we eens eerlijk zijn: Atletico en Real zijn vervallen tot de status van toeristenclub, het stadion zit vol klapkoreanen en juichbritten terwijl echte supporters er nauwelijks nog te bekennen zijn. Rayo speelt wellicht geen geweldig voetbal, verre van zelfs. Maar in Vallecas leeft de supporterssfeer nog, in Vallecas leeft het verzet tegen het moderne voetbal nog. In Vallecas leeft het verzet tegen onderdrukking en zelfs het fascisme nog. Maar meer nog dan dat: in Vallecas leeft de drang naar de vrijheid!
Dit gastartikel is geschreven door Tristan Fleerkate, die momenteel in Madrid woont.