Op bezoek bij de club die 14x op rij kampioen werd
Vrijwel altijd beslis ik mijn eigen reisbestemmingen. Echter, af en toe moet er gecompromitteerd worden in het leven. Zo ook toen er eerder dit jaar een uitnodiging op de deurmat viel voor een bruiloft in Litouwen deze zomer. Vanwege de locatie van de eindbestemming werd er besloten via de hoofdstad van Letland, Riga, te reizen en hier tevens enkele dagen te verblijven.
Normaliter is de voetbalkalender al uitgebreid bestudeerd voordat er überhaupt een weekend weg geboekt wordt, maar in dit geval was het een moetje en een kwestie van hopen op een gunstig speelprogramma om een wedstrijd mee te kunnen pakken. Na weken uitgekeken te hebben naar de bekendmaking van het Letse voetbalschema, oké, wellicht wat overdreven, zag ik na de bekendmaking hiervan een mogelijkheid tot het bezoeken van de kraker Skonto Riga – Tukums 2000 in de 2e divisie van Letland.
De opmars van Skonto Riga
Skonto Riga. Veel voetballiefhebbers zullen weleens gehoord hebben van deze Letse voetbalclub, maar waarom ook al weer? Het enige wat bij mij nog naar boven kwam drijven is dat ze tijdens mijn jongere jaren, jaren aaneen, bij het bekijken van de Europese ranglijsten in de Voetbal International op woensdagmiddag standaard stijf bovenaan stonden met ontzettend veel doelpunten voor en heel weinig tegen. Hoe zijn die in godsnaam in de 2e divisie terechtgekomen, vroeg ik me af.
Skonto werd in 1991 geboren. Voormalig KGB-officier Guntis Indriksons, een van de vele oligarchen die uit de dissolutie van de voormalige Sovjet-Unie voortgekomen is, besloot een gedeelte van zijn kapitaal in een voetbalteam te pompen dat enkele jaren eerder uit een talentvolle studentengroep ontstaan was. Indriksons vernoemde het team naar zijn eigen bedrijf, Skonto.
Het debuut van Skonto werd direct beklonken met een kampioenschap. Vanwege de voorgaande prestaties van het team dat nu als Skonto door het leven ging kwam het meten op het hoogste niveau uit. In het volgende seizoen werd de relatief onervaren Aleksandrs Starkovs aangesteld als de nieuwe manager van Skonto. Starkovs was een gevreesde spits tijdens zijn spelerscarrière voor Daugava Riga, dé club van Letland ten tijde van de Sovjet-Unie in de jaren ’70 en ‘80, en werd in 2003 door de Letse voetbalfederatie uitgeroepen tot beste Letse speler van de laatste 50 jaar.
In de jaren die volgden ontpopte Starkovs zich als een tactisch wonder. In combinatie met Indriksons zijn investeringen in de jeugdopleiding en het scoutingssysteem van de club en Starkovs’ tactisch vernuft ontstond een niet te stoppen voetbalmachine. Skonto won titel na titel en mocht zich in 2004 na een 14e titel op rij wereldrecordhouder houden noemen van het record ‘meeste nationale titels op rij’. Een historisch moment voor de club die in zijn 14-jarig bestaan evenveel kampioenschappen binnen wist te slepen.
De bekroning op Starkovs zijn prestaties in het afgelopen decennium kwam enkele maanden daarvoor in de vorm van deelname aan het Europees Kampioenschap van 2004 in Portugal. Onder leiding van Starkovs, naast zijn functie als Skonto tevens bondscoach van Letland sinds 2001, wist Letland zich voor de eerste keer ooit voor een nationale eindronde te kwalificeren. Het nationale elftal van Letland bestond deze tijden voornamelijk uit spelers van Skonto en spelers met een Skonto verleden. In het vliegtuig naar Portugal stapten uiteindelijk 23 spelers, 7 Skonto spelers en 13 spelers die eerder in hun carrière bij Skonto onder contract stonden. Een prachtige beloning voor een speciale generatie Letse voetballers die in het Skonto systeem waren opgegroeid. Echter, niet geheel onverwacht eindigde Letland laatste in haar poule met Nederland, Duitsland en Tsjechië.
Na het vertrek van Starkovs
Sinds het vertrek van Starkovs naar Spartak Moskou na het EK van 2004, is het vrijwel alleen maar bergafwaarts gegaan met Skonto. Sindsdien heeft het slechts 1 titel gewonnen, in 2010 toen Starkovs een jaartje terugkwam om vervolgens op een lucratieve aanbieding uit Azerbeidzjan in te gaan. Het vertrek van Starkovs, het einde van een speciale generatie spelers, groeiende concurrentie en financiële problemen hebben ertoe geleid dat Skonto momenteel op het 2e niveau van Letland uitkomt. Gezien de turbulente historie van Skonto keek ik stiekem toch wel erg uit naar mijn Skonto groundhop.
Op zaterdag 13 augustus is het dan zover. In de stromende regen begeef ik mij richting het Skonto stadion. Het Skonto stadion beschikt over drie tribunes waarvan het grootste gedeelte van de door de zon verkleurde stoeltjes onder de duivenklei zit. Toch had ik hier graag een wedstrijd gezien. Het Skonto stadion is echter al jaren niet meer in het bezit van de club vanwege de financiële malaise, en speelt er nog maar sporadisch. Vandaag zou een training(!) van het in 2014 opgerichte FC Riga de voorkeur krijgen boven een wedstrijd van Letland’s recordkampioen.
Enkele minuten voor de aftrap kom ik doorweekt aan bij het kunstgrasveld, op een steenworp afstand van het Skonto stadion. Nog geen vijftig man bevolkt de bescheiden drie rijen tellende tribune, waaronder vijf Skonto Ultras met rood-witte Skonto sjaals om de polsen waarvan de witte banen vergeeld zijn, herinnerend aan betere tijden. Verrassend genoeg zouden zij 90 minuten lang hun kaken op elkaar houden. Na vorig jaar een wedstrijd in Litouwen ervaren te hebben met tevens opvallend rustige Ultras, lijkt dit de norm te zijn in de Baltische Staten. Ondertussen worden de opstellingen vanaf het balkon van de aangrenzende kantine met een megafoon de lucht in geslingerd.
De wedstrijd is als verwacht niet veel soeps. Het jeugdige Skonto, aangevuld met de 43-jarige Vits Rimkus die in 2004 voor Letland op het EK uitkwam, delft het onderspit tegen een uitgekookter Tukums 2000. Skonto verliest met 2-1. Het doelpunt van Skonto komt op naam van spits Vits Rimkus, een relikwie uit lang vervlogen tijden. Enkel zijn doelpunt en de in oranje Champions League hesjes gehulde stewards doen deze druilerige middag aan de rand van een troosteloos kunstgrasveld in Riga nog aan Skonto’s succesvollere tijden herinneren, desondanks mag de Letse recordkampioen zich nog steeds medekoploper van de Europese ranglijst ‘meeste kampioenschappen op rij’ noemen. Een schrale troost.