Interviews

Roland Alberg, over intense voetbalcultuur en zijn dromen toekomst

Wij spraken met Roland Alberg over hoe het voelt om opgeroepen te worden voor het nationale team van Suriname, zijn afgeketste transfer naar Fulham, de voetbalcultuur in de landen waar hij heeft gespeeld en de capo van CSKA Sofia.

Ha, Roland Alberg! Hoe gaat het nu met je?
“Ja, prima. Alles gaat goed. Met de wedstrijden van Roda JC de laatste weken wat minder. Maar ik ben er wel van overtuigd dat we daar weer bovenop gaan komen. Ik heb het ontzettend naar mijn zin. Het team is goed, goede jongens. En wellicht binnenkort het Surinaamse elftal.”

Ik kan me voorstellen dat je daar heel trots op bent.
“Ja, zeker. Ik kreeg begin augustus een telefoontje of ik open stond om voor Suriname uit te komen. Ik weet nog dat ik kippenvel had toen. Het is een enorme eer en het maakt me ongelooflijk trots. Je belt de familie op en deelt het nieuws met hen. Dat zijn echt mooie dingen. Het heeft wel een paar maanden geduurd daarna, maar sinds een maandje is het officieel dat ik voor ze uit kan komen. Corona heeft wel een beetje roet in het eten gegooid. Eigenlijk zouden we nu de wedstrijden voor de WK-kwalificatie spelen. Pijnlijk, maar je bent daar gewoon machteloos tegen.”
Om even terug te gaan naar het begin. Jij bent begonnen in de jeugd bij AZ?
“Ik ben begonnen bij de Blokkers in Hoorn en vervolgens doorgegaan naar Hollandia. En daarna kwam AZ. Ik weet nog dat ik met mijn moeder en mijn oudste broer in de trein zat om op gesprek te gaan bij AZ. Je bent dan wel heel trots, dat is toch waar je het voor hebt gedaan. En het grappige is, dan ben je eigenlijk pas bij het begin. Uiteindelijk heb ik het tot het eerste gehaald en zelfs enkele Europese wedstrijden op de bank gezeten. Helaas heb ik daar mijn debuut niet kunnen maken. Maar alsnog heb ik daar 9 jaar mogen spelen.”
En daarna kwam Excelsior, waar je gelijk een geweldig eerste seizoen beleefde.
“Ik heb Excelsior ook nooit als een degradatie vanuit AZ gezien. Ik wist dat ik me daar kon bewijzen. Eigenlijk zou ik heel rustig gebracht worden, omdat ik natuurlijk vanuit de beloften kwam. Uiteindelijk een goede voorbereiding gedraaid en een dag voor Feyenoord thuis, de eerste wedstrijd, raakte Kevin Wattamaleo geblesseerd. De trainer kwam naar me toen en hij wist al dat hij het niet eens hoefde te vragen. Ik was meer dan ready. Uiteindelijk ben ik er nooit meer uit geweest dat seizoen.”
Ook na de degradatie ben je daar gebleven.
“Ik had natuurlijk alles gespeeld dat seizoen. En vervolgens belt Martin Jol je op. Hij was toen trainer van Fulham en zei: “jij wordt de nieuwe Mousa Dembélé”. Dan ben je natuurlijk blij. Ik was ook mondeling akkoord met Fulham. Uiteindelijk hebben ze meerdere keren een bod neergelegd bij Excelsior, maar Simon Kelder bleef het maar afwijzen. Als voetballer wil je het hoogst haalbare en als dan Fulham uit het mooie Londen met dat mooie stadion komt…dat dat niet doorging heeft er wel ingehakt.”
Roland Alberg speler van het jaar bij Excelsior

(Roland Alberg werd gekozen tot speler van het jaar bij Excelsior Rotterdam, Pro Excelsior)

Een half jaar later ben je uiteindelijk naar het Turkse Elazigspor vertrokken. Hoe heb je het voetbal daar beleefd?
“De eerste wedstrijd die ik daar meemaakte, was tegen Fenerbahçe in Istanboel. Dat is echt bizar. De mensen leven er daar echt voor. Schelden, schreeuwen, juichen, huilen. Het is niet normaal. Je kan het je hier niet voorstellen. Het maakt niet uit of je een kleine club bent of een grote club. Er is zoveel aandacht, zoveel supporters. Mooie wedstrijden, grote spelers. Ik heb nog tegen Sneijder gespeeld zelfs. Dat is geweldig om mee te maken. Uiteindelijk heb ik wel te weinig gespeeld daar en besloot ik dus uiteindelijk terug te gaan naar Den Haag.”
Hoe was jouw tijd in Den Haag?
“Een hele mooie periode, ik ben zelfs nog even aanvoerder geweest. Mooie wedstrijden gespeeld, goede wedstrijden ook. Maar op een gegeven moment ben je toe aan wat anders. En al heel snel kwam toen Philadelphia.”
En dus de American Dream achterna gegaan?
“Ja, zeker. Zij belden rond november mijn broer op en toonden interesse. Toevallig had ik enkele maanden van tevoren voor de kerst al een reis naar New York geboekt met mijn vriendin. Toen hebben we de planning wat omgegooid en zijn ze ons met een taxi komen halen in New York. Rondleiding gekregen door de stad, in het stadion en op het trainingscomplex. Alles zag er goed uit en mijn vriendin was ook al gelijk om.”
Hoe heb je de voetbalcultuur daar beleefd?
“Het is compleet anders dan wat ik daarvoor had meegemaakt. In Nederland wordt het al aardig beleefd en in Turkije was het nog een stapje gekker tot aan heksenketels toe. En dan kom je in Amerika. Ook daar zitten de stadions vol, maar het is meer een familiesfeer. Voor de wedstrijd rondom het stadion zitten ze te picknicken, barbecueën en spelletjes te spelen. Het is gewoon een heel uitje, wel grappig om te zien. De uitwedstrijden daar waren wel zwaar. Het vele reizen was wel echt wennen. Soms is het gewoon zes uur vliegen naar bijvoorbeeld Seattle of Vancouver. Eenmaal daar is het ook veel zelfstandiger dan in Nederland. Ze laten je als professional wat meer los. Veel meer vrijheid qua eten en zulke dingen.”
En daarna maak je de overstap naar Bulgarije.
“Ik kon voor drie jaar bijtekenen bij Philadelphia, maar ik heb dat bewust niet gedaan. Mijn vriendin was toen zwanger en ik wilde graag dichter bij Nederland zijn. Ik wilde niet dat mijn familie die kleine moest zien opgroeien via FaceTime bij wijze van spreken. Sofia is dan toch maar 2,5 uur vliegen en ook gewoon een hele mooie stad. Een hele mooie tijd gehad. Maar op een gegeven moment werd ik te duur voor de club. Gelukkig zijn we daar wel op een nette manier uitgekomen. Daar heb ik me vooraf ook sterk voor gemaakt. Ik kende de verhalen ook en in Amerika werd ik gewoon goed betaald.”
Hoe heb je het voetbal daar ervaren?
“Intens. Vergelijkbaar met Turkije, maar dan nog de ultras daarbij opgeteld. Die zijn niet normaal. Als je ziet wanneer rood (CSKA Sofia, red.) en blauw (Levski Sofia) het tegen elkaar opnemen. Dat is niet normaal. Wat een haat. Geleid door een kale beer van een vent die als een gek alles bij elkaar schreeuwt. Als je verliest kan je niet meer normaal door de stad. Ze moeten gewoon in het Olympisch Stadion spelen en dan nog met een heel leeg vak ertussen. Die wedstrijden bleven mijn familie en kinderen ook zeker thuis. Die keken ze maar op tv. Wel zo veilig.”
Capo CSKA Sofia
Roland Alberg, je bent nu 30. Heb je al een idee waar je jouw carrière zou willen afsluiten?
“Ik zou graag nog wel een stap naar het buitenland willen maken. En dan maakt het me niet uit waar naartoe. Misschien Azië of terug naar Amerika. Ik sta voor alles open. Het liefste zou ik nog tot mijn 36e of 37e blijven voetballen. Ik ben fit en let goed op mijn voeding. Op een gegeven moment ga je natuurlijk een stapje lager doen en dan zou dat best Noord-Amerika, Azië en de Emiraten kunnen zijn. Ik ken ook wel wat spelers die daar voetballen of gevoetbald hebben, dat is toch nog wel een droom van mij. Buiten het voetbal om investeer ik ook in vastgoed en daar wil ik in de toekomst nog meer mee gaan doen.”
Laten we hopen dat die droom kan uitkomen dan!
“Zeker. Elk jaar zijn er weer nieuwe dromen. Mijn droom was ooit om tegen de allergrootsten te voetballen en dat heb ik toch maar mooi bereikt. Ik heb hier nog shirtjes liggen van Pirlo, Kaká en Schweinsteiger. Ook van Nederland heb ik er veel bewaard. Binnenkort eentje van Brugge, van Ruud Vormer. Ik spaar het allemaal voor later. Zodat ik op een mooie manier kan terugkijken op een schitterende carrière.”

Roland Alberg bij Roda JC
(Roland Alberg bij zijn presentatie bij Roda JC)

Lees hier al onze gesprekken met voetballers, trainers en voetbalsupporters terug.
Sander Wesdijk
Altijd op zoek om de mooiste wedstrijden en stadions vast te leggen met mijn camera. Van het Nederlandse amateurvoetbal tot de tofste wedstrijden over de hele wereld!

Reageren is niet mogelijk.

0 %