Interviews

In gesprek met: Ryan Koolwijk

Profiteer als In de Hekken supporter van 15% korting op het gehele assortiment van PGWEAR. Gebruik de code indehekken bij het afrekenen en je korting wordt direct verrekend (niet te combineren met andere kortingen)!

Ryan Koolwijk is met ongeveer 350 wedstrijden in het Nederlandse betaalde voetbal de afgelopen jaren een vaste naam geweest in de Eredivisie of Eerste divisie. Vooral zijn lange periodes bij Excelsior (eenmaal promotie) en NEC zal niemand zijn vergeten. Ook had hij bij AS Trencin in Slowakije een schitterend buitenlands avontuur waar hij tweemaal de dubbel wist te veroveren. Sinds dit seizoen is hij speler van het ambitievolle Almere City. Tijd om met de 35-jarige middenvelder terug te blikken op een prachtige carrière.

Ha, Ryan! Top dat je even wat tijd voor me wilde vrijmaken!
“Natuurlijk, geen probleem. Ik was even iets later, want ik ben met mijn stichting een soort academie begonnen, waar we amateurclubs, zoals nu VV Lekkerkerk, helpen met het beleid. Dus met het ontwikkelen van trainers en training et cetera. En dat liep even een klein beetje uit.”

Geen probleem. Kun je me daar wat meer over vertellen?
“Ik zal even bij het begin beginnen. Wij waren eigenlijk een groep vrienden, veelal profs en topamateurvoetballers, die in de zomer toernooitjes langsgingen. Puur om fit te worden. En op bijna al die toernooien was er wel iets: de finale liep uit, het eten kwam veel te laat. Toen bedachten we ons dat we dat zelf ook wel konden. En vanuit daar is uiteindelijk NNF Sports gekomen.”

Ten eerste, nog gefeliciteerd met de overwinning van zondag (4-6 tegen Excelsior, red.). Wat een bizarre wedstrijd!
“Jaa, dankjewel. Aparte wedstrijd, belangrijke puntjes. Maar zo’n wedstrijd heb ik nog niet eerder meegemaakt.”

Het was wel goed om je weer op Woudestein te zien, moet ik zeggen. Wat vond je er zelf van om weer terug te zijn?
“Het was wel fijn om weer terug te zijn. Het voelt toch altijd weer vertrouwd en fijn om weer terug te zijn waar je begonnen bent.”

Voelde het niet raar om niet in het Excelsior-shirt te spelen, zo aan het einde van jouw carrière?
“Raar niet, maar ik moet wel bekennen dat er één gek moment was. Er kwam een hoge bal aan en in een split second keek ik om me heen en zag ik zwart. Ik zag Luigi (Bruins, red.) voor me staan en ik kopte de bal gelijk naar hem. Voor de supporters viel het misschien niet eens op, maar ik had echt even een momentje dat ik mezelf afvroeg wat ik nou aan het doen was. Ik zei ook gelijk tegen Luigi dat ik weer even dacht dat ik bij Excelsior was, haha.”

Want in 2007 brak je door bij Excelsior. In een elftal met namen als René van Dieren, Geert den Ouden en Eldridge Rojer. Hoe was het om in zo’n team door te breken?
“Natuurlijk is het altijd speciaal als je jouw debuut maakt en doorbreekt, maar ik moet eerlijk zeggen dat het echt één van mijn mooiste jaren was. Superleuke gasten, ik voelde me gelijk thuis. Tegelijkertijd lieten ze me wel echt merken dat ik nog maar een jong pikkie was en wel moest doen wat er gezegd wordt.”

En was het qua gezelligheid ook een van de leukste teams waarmee je hebt gespeeld?
“Qua gezelligheid zeker. Je had ook gasten als Graafland, Van Dieren, Jörg van Nieuwenhuijzen, Mitchell Piqué. Dat waren allemaal grappenmakers. Elke ochtend ging ik naar de club met de gedachten aan wat er vandaag allemaal weer zou gaan gebeuren. Je ging echt naar de club wetende dat je scherp moest zijn, op je hoede moest zijn. Er kon van alles gebeuren. Er konden boobytraps zijn, alles kon gebeuren. Zo waren mijn eerste jaren in het voetbal. Dat was top eigenlijk.”

En sportief gezien. 2010, 16 mei. Ik denk dat je dan al genoeg weet. Die gekke laatste vijf minuten. Was dat één van jouw hoogtepunten bij Excelsior?
“Natuurlijk. De manier waarop vooral. En met een jong team, een jonge trainer. Wat ik ook nooit meer zal vergeten is dat de trainer, Alex Pastoor, een paar dagen voor die wedstrijd tegen ons zei: Jullie moeten allemaal jullie uitgaanskleding meenemen, want het seizoen is hoe dan ook geslaagd en we gaan er een feestje van maken. Ik denk dat dat toch een klein beetje druk wegnam. En de rest is geschiedenis zeggen ze dan.”

Ik hoorde ook nog dat het na afloop heel goed gevierd is…
“Er was inderdaad iemand, ik ga geen namen noemen, die lag een paar tenten verderop tegen de deur aan te slapen, haha.”

Na jouw tijd bij Excelsior vertrok je natuurlijk naar NEC. Hoe heb je daar de wedstrijden tegen Vitesse beleefd?
“Ja, dat is wel next level eigenlijk. Dat krijg je natuurlijk van tevoren al van iedereen te horen. Zodra de speeldag bekend is, laten ze je weten dat je die dag niet mag verzaken. Die moet je gewoon winnen. Dat is fantastisch. De dag voor de wedstrijd, de laatste training, dat er 1.000 tot 2.000 man langs de lijn staat met vuurwerk. Heel de week voor de wedstrijd leeft het enorm, overal waar je komt. En dan de wedstrijd zelf. Die haat en nijd tussen de supporters. En dat wij toen ook uit 0-1 wonnen bij Vitesse, met een goal van Leroy George. Dat was de eerste keer in iets van 25 jaar (33 jaar, red.) dat NEC dat uitduel won. Niet normaal toen we terugkwamen in Nijmegen. Bars gingen open, puur omdat wij gewonnen hadden. Het was gewoon alsof we kampioen waren geworden.”

En twee seizoenen geleden, toen speelden we met Excelsior nog in de Eredivisie. Tegen Vitesse zag ik je ook een gebaartje maken naar je nek toe naar de supporters.
“Haha, ja, dat zijn wel de dingen. Zij weten natuurlijk ook dat ik bij NEC heb gespeeld, dus ik kreeg het een en ander naar me toe. En als we dan scoren of winnen, dan komen toch de emoties. Is niet handig om te doen, maar soms wel leuk om te doen.”
Ryan Koolwijk in actie tegen Robin van Persie

Na NEC heb je ook nog een half jaartje bij Dordrecht gespeeld in de Eredivisie. Hoe heb je jouw tijd daar ervaren?
“Het waren volgens mij maar drie maanden ofzo, heel kort. Maar ik heb daar wel een hele gekke tijd gehad. Ik heb me daar af en toe echt afgevraagd wat er allemaal gebeurde. Dat de technisch directeur de training stop legt en dingen gaat staan uitleggen of na een verloren wedstrijd ons in de kleedkamer aanspoort om allemaal naar de scheidsrechterkamer te gaan om verhaal te halen. Dat ik me echt afvroeg waar we mee bezig waren. Denk je dat hij ons allemaal weer naar buiten stuurt om het te laten overspelen?”

Over Marco Boogers heb ik inderdaad al eerder de mooiste verhalen gehoord…
“Ja, als we verloren hadden, dan ging hij eerst een uur in de kleedkamer het praatje doen wat de trainer eigenlijk hoort te doen. Dan ging hij echt helemaal los. Wel straight to the point, dus wel heel duidelijk en eerlijk. Maar hij herhaalde alles dan 6 keer, dus het duurde drie kwartier. En daarna zei hij dan altijd: vergeten, op naar de volgende wedstrijd en nu moet iedereen naar boven om een vieuxtje-cola te drinken en dan gaan we weer verder.”

Dat laatste hoor ik dus écht van iedereen.
“Ik heb nog wel een mooi verhaal. Een keer waren we naar een sauna geweest in de buurt van Dordrecht. Echt een sauna waar je allemaal naakt moet. Dus ik vond het wel raar, wij als profvoetballers zo dicht bij Dordrecht allemaal naakt daar gaan rondlopen. Maar goed, ik schaam me daar niet zo voor. Dus wij naar de sauna en de wedstrijd erop winnen we plotseling. Ernie Brandts was destijds onze trainer en de week erop had hij wat dingen waar hij aan wilde werken op de training. Waarop Bogers dus gewoon zei: het boeit me helemaal niet zoveel wat jij denkt, we hebben punten gepakt doordat we naar de sauna gingen en dus gaan we vandaag lekker weer naar de sauna! Zulke dingen gebeurden daar gewoon. Het kan eigenlijk niet.”

Na FC Dordrecht ben je gegaan voor een mooi avontuur in Slowakije. Hoezo heb je destijds die keuze gemaakt?
“Ik was heel nieuwsgierig naar hoe ik het zou doen bij een club die meedeed om het kampioenschap. Die veel meer aan de bal zou zijn. Ze hebben me heel simpel overgehaald. Met jou erbij worden we kampioen zeiden ze. En dat is ook zo gebeurd. Geen moment spijt van gehad.”

Je hebt daar twee periodes gezeten natuurlijk. Twee keer kampioen en twee keer de beker. Zijn die fysieke prijzen de hoogtepunten van jouw carrière geweest?
“Jaa, absoluut. Mijn eerste periode was wel echt het hoogtepunt. Anderhalf jaar heb ik daar gezeten en twee keer de dubbel gewonnen. We hadden kwalitatief echt een heel goed elftal. Het voetbal was daar wel veel fysieker. En ook voor mijn persoonlijk ontwikkeling is het heel goed geweest. Een andere cultuur, andere normen en waarden. De mensen in Slowakije spraken bijna geen Engels, dus dat was wel lastig. Gelukkig speelden er nog vier, vijf andere Nederlanders toen.”

Volgens mij is het ook een schitterend stadion waar jullie speelden?
“Het stadion zelf zag er niet uit, maar het uitzicht op het kasteel vanaf het veld was echt supermooi. Ze hebben nu bijna het nieuwe stadion klaar en dat wordt fantastisch. Slowakije is sowieso schitterend. Je hebt het Tatra-gebergte en noem maar op.”

Waarom heb je er voor gekozen om Excelsior te verlaten en voor de tweede keer naar Slowakije te gaan?
“Ik wilde zelf graag bij Excelsior blijven. Het zat zo, ik had een clausule in mijn contract dat ik bij degradatie transfervrij zou zijn. Ik had mijn zaakwaarnemer laten weten dat ik graag wilde blijven om de club te helpen weer naar de Eredivisie te gaan. Maar vervolgens gaf Excelsior aan dat ze bezig waren met een andere middenvelder. Toen wist ik genoeg. Men spreekt wel eens van clubliefde, maar dat moet dan wel van twee kanten komen. Dus toen heeft Tscheu La Ling me teruggehaald naar Trencin. Hij maakte gelijk duidelijk dat hij me heel graag wilde hebben. Ik wil geen verwijten maken naar Excelsior, het is hun goed recht, maar dan weet je wel weer hoe de voetballerij in elkaar zit.”

Hoezo heb je er dan niet voor gekozen om jouw carrière af te sluiten in Slowakije, maar toch nog een keer terug te keren naar Nederland?
“De eerste keer was ik met mijn familie gegaan, de tweede keer ben ik alleen gegaan. De kinderen zaten hier al op school en mijn vriendin was ook bezig met haar eigen dingen. Mede door Corona werd het gemis daar zo groot dat ik gewoon terug naar huis wilde.”

Nu ben je natuurlijk nog actief bij Almere City. Je zit nu tegen het einde van jouw carrière aan. Heb je al nagedacht over wat je hierna zou willen doen?
“Het wordt me steeds duidelijker. Een tijdlang dacht ik dat ik graag de voetballerij uitwilde. Ik heb ook een diploma Commerciële Economie gehaald. Maar nu lijkt het me wel heel interessant om als TD of commercieel directeur iets te gaan doen. En Almere staat daar heel open in en wil me helpen waar dat maar kan. En daarnaast heb ik dan natuurlijk NNF Sports met onder meer Luigi Bruins.”

Hopelijk zien we je dan ooit nog als TD terug bij Excelsior.
“Haha, wie weet!”

Lees hier al onze gesprekken met voetballers, trainers en voetbalsupporters terug.
Ryan Koolwijk bezig met zijn warming-up voor de wedstrijd tegen PSV

Lars Smit
Leven lang verliefd op NEC. Helemaal gek van supporterscultuur, vergane glorie en amateurvoetbal.

Ook leuk om te lezen

Reageren is niet mogelijk.

Volgende artikel:

0 %