Vandaag 21 jaar geleden lag de Enschedese woonwijk Roombeek in puin. Toen een dag eerder brak er brand uit bij het vuurwerkbedrijf SE Fireworks. Een brand die een kettingreactie van explosies veroorzaakte. De Vuurwerkramp van Enschede bleek een ramp van ongekende omvang: 23 doden, 947 gewonden en ruim 500 huizen in puin.
Terwijl Enschede huilde, wilde de KNVB vooral dat FC Twente gewoon ging voetballen bij Feyenoord, in Rotterdam. Voor beide clubs stond er op de laatste speeldag nog Europees Voetbal op het spel. “Toen heb ik een bloedhekel gekregen aan de KNVB. Die is gebleven tot op de dag van vandaag.”
Oorlogsgebied
FC Twente supporter Tom Ensink was destijds 21 jaar oud. “Ik studeerde toen in Groningen. Op zaterdagochtend kwam ik teruggereden. Ik weet nog dat ik een rookpluim boven Enschede zag hangen. Ik dacht: Waar komt dat vandaan? Staat er een munitiedepot op vliegveld Twente in de fik? Toen ik thuiskwam wist een goede vriend, en tevens mijn buurjongen van de overkant, ook niet wat er aan de hand was. We zijn er naartoe gefietst en hoorden onderweg een knal. De toegang tot het gebied werd daarna ook direct ontzegd. Het was bizar. De ramen waren bijna overal gesprongen. We zagen bebloede mensen die in auto’s probeerden weg te komen. Het was net oorlogsgebied. Vlak buiten dat gebied zagen we vooral journalisten. De straten werden afgezet met bussen. We konden niet verder.
Volksclub
We gingen er vanuit dat de wedstrijd bij Feyenoord de dag na de ramp niet zou doorgaan. We hadden toen nog geen mobiele telefoons. Internet was er al wel, maar de media waren toen niet zoals ze nu zijn. De spelers waren die zaterdag, een dag voor de wedstrijd, al onderweg naar Rotterdam en zagen alles op televisie. Ze zagen vooral hulpdiensten, uit Nederland en zelfs Duitsland. ‘Tien doden.’ Nee, twintig doden. Of toch dertig?’ Dat werden er opeens toch weer minder. Zeker was wel dat er een hele woonwijk weg was. Daarbij hoorden we ook al snel dat er supporters zouden zijn overleden of hun huis zouden zijn kwijtgeraakt. Daaropvolgend kwam snel het bericht dat FC Twente niet wilde spelen. Het ging om een volkswijk. En we zijn toch een volksclub.
Groepsgevoel
Maar hier was de KNVB het niet mee eens. Het was voor de voetbalbond een nogal belangrijke wedstrijd. Belachelijk. Veel supporters dachten: moeten wij wel gaan? Ook als we gewoon moeten spelen? Maar dat is toch helemaal niet ethisch? Er heeft net een ramp plaatsgevonden. Dan wil je helemaal niet naar een voetbalwedstrijd, die normaal een feestje hoort te zijn. Maar we hoorden dat de wedstrijd toch zou doorgaan. Toen heb ik snel met mijn vrienden gebeld. En wanneer je dan hoort dat zelfs de jongens die dierbaren zijn verloren naar de wedstrijd gaan, wil je toch solidair zijn. Dan kies je voor dat groepsgevoel. Veel van die jongens waren erbij om hun vrienden te eren. Wie zijn wij om dan niet te gaan?
Veel van die jongens waren erbij om hun vrienden te eren. Wie zijn wij om dan niet te gaan?
Tweestrijd
Normaal gesproken is de sfeer onderweg naar de wedstrijd in de trein of in de bus erg goed. Dan is het met een biertje in de hand en herrie uit de speakers gezelligheid maken met je vrienden. Maar op 14 mei 2000 was het stil in de trein die ons naar Rotterdam zou brengen. Niemand durfde hardop te praten, ondanks dat de vuurwerkramp het eigenlijk het gesprek van de dag was. Mensen waren vol ongeloof, verdrietig en op dat moment ook kwaad op de KNVB. Maar we zaten vooral met gemengde gevoelens. Als supporter zit je dan tussen wal en schip. Er was niemand in die trein die niet met zichzelf in tweestrijd was. De sfeer was alsof je onderweg was naar een crematie. Je probeert dan zelfs niet te lachen. Tegenover je kan iemand zitten die een dierbare is verloren.
Muisstil
Ook supporter Frank Schoonderbeek bevond zich op 14 mei 2000 in die tweestrijd. “Het was de vraag: Wil je wel naar de wedstrijd, of wil je er niet naartoe? Wij zijn wel gegaan. In de trein was het een dode bende. Dan kom je met zijn allen aan in Rotterdam, en wordt er niets meer gedaan dan een minuut stilte gehouden. Een minuut. Wij hebben er met het gehele vak voor gekozen het eerste kwartier muisstil te blijven. Maar KNVB, waar was jullie fatsoen? De voetbalbond had die wedstrijd nooit mogen laten doorgaan. Tot op de dag van vandaag heb ik het gehad met de KNVB. Maar ook met die gasten op de tribunes bij Feyenoord die toen, een dag na de ramp, vuurwerkgeluiden maakten. Waar ben je dan mee bezig? Dan heb je echt het verstand van een goudvis.
Niemand durfde hardop te praten, ondanks dat de vuurwerkramp het eigenlijk het gesprek van de dag was.
Telefoontje
“Mijn goede vriend N. zou die dag ook meegaan naar de wedstrijd”, vervolgt Frank. “Ik wist op zondagochtend niet waarom hij er niet was. Ik kende hem al van jongs af aan. Ik woonde bij zijn oma in de straat, hijzelf enkele straten verderop. Terwijl we er op het uitvak nog wat van probeerden te maken, werd ik een kwartier voor het einde van de wedstrijd gebeld door mijn vriendin. ‘Ze hebben N. gevonden, zei ze tegen me. Hij is op het vliegveld.’ Ik was verbaasd. Wat doet hij daar dan? Die pannenkoek zou hier moeten zijn.’ Toen vertelde mijn vriendin me dat hij niet meer leefde. Hij kwam altijd bij VAK-P, veel jongens kenden hem. We wilden na het telefoontje van mijn vriendin dan ook direct naar huis, zo snel mogelijk naar de familie. Na overleg met de stewards bleek dit niet te kunnen.
Spijt
Volgens de NS zou het buiten het stadion nog niet veilig zijn. Daarop hebben jongens geprobeerd de schuifwanden van het bezoekersvak open te breken. Uiteindelijk heeft wel iedereen netjes het vak verlaten. Toen we thuiskwamen, beseften we ons echt dat hij er niet meer was. Hij was op het verkeerde moment op de verkeerde plaats. De sfeer was achteraf akelig. Ik heb spijt dat ik ben gegaan. Vooral voor mezelf. Ik heb nooit een positief gevoel aan die wedstrijd kunnen overhouden. Twintig jaar later ken ik vooral nog alle details rondom de ramp zelf. Op bepaalde dagen moet je er ook aan denken, maar soms moet je het wegstoppen. Veilig achter een deurtje.” Ook Tom zit nog met die spijt. “”We kwamen met een schuldgevoel thuis.” Mijn ouders vroegen eerder nog: ‘Je gaat toch niet naar die wedstrijd?
Op bepaalde dagen moet je er ook aan denken, maar soms moet je het wegstoppen. Veilig achter een deurtje.”
9/11
Ruim een jaar later gaat, nadat vliegtuigen door Al Qaida terroristen in het World Trade Center in New York zijn gevlogen, wel het gehele voetbalweekend op de schop. Tom kan daar met zijn hoofd nog steeds niet bij. “Dan denk ik: Dat is 6000 kilometer verderop, aan de andere kant van de oceaan. Een ‘ver van ons bed show’. Een jaar geleden was er een nationale ramp. En toen moest er wel worden gevoetbald. Het zal wel met het schema voor Euro 2000 te maken hebben gehad.” Toch had Tom ook graag gezien dat FC Twente zelf had besloten niet te spelen. “Wat maakt het achteraf ook allemaal uit? Dan maar geen Europees voetbal. Of wat die straf ook zou zijn geweest. Ik heb toen een bloedhekel gekregen aan de KNVB. Die is gebleven tot op de dag van vandaag.”
Frank: “Het is verschrikkelijk wat er tijdens 9/11 gebeurde. Maar toch. Dit zette kwaad bloed. Vooral bij de mensen die er op 14 mei 2000 bij waren in Rotterdam.”