Amateurvoetbal

De Plaatselijke FC #12: Een helikopterview over ASV De Dijk

Twee heren zien overal een lichtpuntje in. Hebben de grootste lol met elkaar. Ze hebben enorme clubliefde en worden geliefd door de club. Ze lachen als boeren met kiespijn. Toch worden ze even stil en staan ze bijna met tranen in de ogen. Ik was kortgeleden bij een wedstrijd van ASV De Dijk, waar degradatie een feit werd. Cees ten Have en Jan van der Pol zijn die heren over wie ik het heb. Wat een gouden heren.

Voorbode

Het is de ‘day-after’. Het is zondag 13 mei. Het bier van gisteren, tijdens de wedstrijd SV TEC – VV Katwijk is net uit mijn lichaam, maar ik ben al onderweg naar Amsterdam. Naar Schellingwoude om precies te zijn. Waar ik gisteren nog zo rood als een kreeft werd door de heerlijke zon, is het vandaag weer tijd om een jas uit de kast te halen. Het is druilerig. Koud. En ik heb de hele dag nog geen zonnestraal gezien. Achteraf blijkt het een voorbode voor wat ik vandaag ga meemaken.

Ik ben onderweg naar ASV De Dijk. De club is een fusie van Rood-Wit-A en ASV Schellingwoude. In 1999 fuseerden de clubs. ASV De Dijk was een feit. Vandaag heb ik afgesproken met een vrijwilliger van de club die al ver voor de fusie onderdeel van de vereniging is. ,,Je komt maar langs. Gezellig man”, was Cees’ reactie toen ik hem een paar dagen voor onze afspraak opbelde. Met een heerlijk Amsterdams accentje natuurlijk.

Ik ga naar Amsterdam met de gedachte dat het weleens een treurige boel kan worden vandaag. Zo stond de club vorig seizoen nog met de kampioensschaal van de Derde Divisie in de handen, zo sprokkelt het nu punten tegen degradatie in de Tweede Divisie. En dat terwijl er overal in de media te lezen is hoe ASV De Dijk misschien wel de tweede betaalde voetbalclub uit Amsterdam wil worden. Tenminste, als ik hoofdsponsor Heino Braspenning moet geloven uit de kranten. Straks meer over Braspenning.

Het eerste blauwtje is gelopen

Ik stap uit op station Amsterdam Muiderpoort. Loop een stukje door de Indische Buurt, waarna ik de bus neem naar mijn eindbestemming: Sportpark Schellingwoude. Hoe dichter ik bij het sportpark kom, hoe meer mijn gedachten verdwalen in het dorp Schellingwoude. Ik loop door een knus straatje, met ver voor mij de haven. Ik waan mij voor een paar minuten op Vlieland. Schellingwoude lijkt in mijn beleving namelijk op het rustieke Waddeneiland. Eenmaal aangekomen bij de kleine haven, kijk je over het IJ uit en zie je het grote Amsterdam. Het sportpark heeft nagenoeg dezelfde ligging. Ook aan het IJ.

Aangekomen bij de club passeer ik een kleine entree. Maar liefst één steward en één kassajuffrouw bewaken de poorten van het sportpark. ,,Schat, jij wil wel een kaartje”, vraagt de juffrouw aan mij. ,,Tien eurootjes alsjeblieft.” Ik loop naar het clubhuis. De trap op, de kantine in en maar de eerste de beste persoon aanspreken. Want Cees neemt zijn telefoon niet op. Zoals gezegd spreek ik de eerste beste persoon aan. Een man in pak. Hij moet wel weten waar Cees uithangt. ,,Ik kan veel voor je doen, maar ik weet mijn god niet wie Cees is. Ik ben van VVSB jongen.” Auw. Het eerste blauwtje is opgelopen. Maar ik word direct opgevangen door een man die wel weet waar Cees is. ,,Hij is druk met van alles, maar hij komt er zo aan. Neem maar vast plaats in deze kamer”, zegt de man. Ik kijk verbaasd om mij heen. Het is oud, heel oud. Zoals de vaste lezers van mijn verhalen wel weten ben ik daar van gecharmeerd. Maar op de een of andere manier raakt dit complex mij niet. Het is uitgeleefd. Een rommel. Ik kijk er doorheen.

Jarenlange clubmaatjes

,,Jeroen”, hoor ik vanuit de hal. Ik roep ja. ,,Ah, daar ben je. Sorry, ik was met van alles druk. Ik moet vandaag ook nog eens speakers verzorgen. Er is niemand om dat op te pakken vandaag, dus moet ik het maar doen”, zegt Cees direct. Ik vraag aan hem of hij het allemaal wel leuk vindt. Ik merk namelijk aan alles dat Cees de alleskunner van de club is. ,,Dat klopt wel een beetje. Je kan mij voor alles inzetten en ik doe het nog ook. Maar ik vind het wel leuk.” Wel leuk. Er zit hem iets dwars. ,,Het gaat natuurlijk niet goed met het cluppie. Er waren weleens dagen dat er honderden toeschouwers aanwezig waren bij onze wedstrijden. Nu zijn ‘we’ al blij als we tussen de vijftig a honderd kaarten verkopen. Het is niet anders. Maar ik zie licht aan het eind van de tunnel.”

,,Jij ziet altijd licht aan het eind van de tunnel, Cees”, hoor ik een man zeggen terwijl hij de kamer binnenloopt. Het blijkt Jan van der Pol. Jarenlange clubvriend van Cees en ook vrijwilliger bij de club. Nou ja, vrijwilliger. Hij heeft zelfs vijftig jaar lang meerdere bestuursfuncties aangedaan. ,,Jan krijg je er vandaag gratis bij”, grapt Cees. ,,De wedstrijd begint over een kwartiertje, dus wij moeten zo naar een kamertje verderop. Maar je schuift gewoon aan hoor”, zeggen Cees en Jan. Het blijkt een voorbode op een gezellige middag met deze twee heren, op een dramatische middag voor de club.

Links Cees, en rechts zijn clubmaatje Jan. Gelegenheids-speakers van de dag.

Chaos, chaos en nog eens chaos

Ik neem jullie even mee naar het jaar 2016. Om exact te zijn 1 juni 2016. ASV De Dijk wordt kampioen van de Hoofdklasse en gaat naar de Derde Divisie. Het is ook de dag dat de hoofdsponsor van de club, Heino Braspenning uitspreekt dat het wel ‘mooi zou zijn als er binnen vijf a tien jaar betaald voetbal gespeeld wordt met ASV De Dijk’. Braspenning speelt sinds het seizoen 2007/2008 een belangrijke rol binnen de club. Hij vond zogezegd een leven tussen zijn werk, als directeur van een scheepswerf, en het voetballeven. Want in combinatie met die job, wilde hij een tweede profclub in Amsterdam neerzetten. Dat is natuurlijk te mooi om waard te zijn, maar de club kent met Braspenning tien uiterst bijzondere jaren. Vanuit de vierde klasse stoomt de club op naar de Tweede Divisie.

Echter barst de bom op het hoogtepunt. Braspenning en het toenmalige bestuur onder leiding van toenmalig voorzitter Ton Langelaar liggen in november 2017 in de clinch over de toekomstvisie van de club. De verschillende meningen botsen zo erg dat Braspenning besluit om op te stappen als hoofdsponsor van de club. Hij laat aan Het Amsterdamsche Voetbal het volgende weten. ,,Mijn vertrek is definitief. Ik zeg de voetballerij voorlopig vaarwel. Diverse ego’s binnen de club staan mij in de weg.”

Enkele dagen later gaan meerdere spelers van het eerste elftal in staking. Niet wetend of de club nog wel aan de financiële verplichtingen kan voldoen. Niet veel later zijn de eerste spelers daadwerkelijk vertrokken. Kan het nog erger? Maar natuurlijk, het is en blijft voetbal. Het voltallige bestuur van ASV De Dijk stapt op. ,,En om verdere escalatie te voorkomen is het bestuur unaniem tot het besluit gekomen om af te treden”, zegt de toenmalige voorzitter Ton Langelaar. Wat. Een. Chaos. Soms kan ik er met mijn hoofd niet bij hoe iets achter de schermen, zo’n impact kan hebben binnen een club. Mijn helikopterview over deze club verloopt dus ook zeker niet goed. Slecht zelfs. De brandstof van de heli is op, en we gaan neerstorten. Vergelijk het met een gifbeker. Die moet ook eerst volledig opgedronken worden. Maar des te blijer ben ik met Cees en Jan. Want net voordat ik neerstort, vangen zij mij op.

Terug in de tijd

,,Ik ga je een leuke anekdote over Cees vertellen”, zegt Jan. Voelen jullie het ook? De druk is van het verhaal af. Genoeg treurnis. Samen met Cees en Jan zien we het licht aan het eind van de tunnel. Met grappen wel te verstaan. ,,Vroeger, en dan praat ik over een tijd dat wij, Cees en Jan, zelf nog de kicksen aanhadden, zat Cees in een militair voetbalteam. Tenminste, dat deed hij mensen doen geloven”, vertelt Jan. Ik vind het nu al leuk. ,,Stond hij in de wc te pissen, komt er iemand naast hem staan. Cees had niet door dat ik ook in dezelfde ruimte aanwezig was. Tikt hij die man op de schouders en zegt hij het volgende. ‘Hier, tien gulden voor jou, als je straks aan de bar doet alsof je mij herkent van het militairen elftal.” Jan en Cees krijgen de tranen in de ogen van het lachen.

Helemaal rechts, waar het raam open staat, spreken Jan en Cees de aanwezigen toe. Cult, dat kamertje. Je kan niet het hele veld zien als je daar zit.

De wedstrijd tegen VVSB loopt zoals verwacht. Er moet gewonnen worden om nog zicht te houden op handhaving in de Tweede Divisie, maar de Amsterdammers staan bij rust met 0-1 achter. Cees heeft zijn ‘speaker-baantje’ vandaag uit handen gegeven aan Jan. Blij is hij daar niet mee. ,,Ik lul niet zo lekker. Jij kan dat veel beter”, zegt hij tegen Cees. Zo nu en dan neemt Cees het in de tweede helft over van Jan. Ik ben vergeten om de namen te vragen, maar er zitten ook twee lieftallige dames bij ons. De een ken ik nog van de kassa, bij de entree van het sportpark, de ander vraagt meer dan vijf keer of ik nog koffie wil. Het is gezellig. Ik ben blij dat ik met deze liefdevolle mensen naar, helaas, de degradatiewedstrijd van ASV De Dijk kijk.

Crisis en ego’s, maar altijd clubliefde

Zoals Amsterdammer Johan Cruijff altijd zei: ‘Elluk nahdeel heb sijn voordeel’. Cees zegt in te zien dat degradatie misschien wel even goed is. Rust in de tent. Alles opnieuw opbouwen. Met het nieuwe bestuur bouwen aan een toekomst zonder rumoer buiten de lijnen. En zodat Jan en Cees zelf een stapje terug kunnen doen. ,,Eigenlijk waren wij beiden gestopt als vrijwilliger. We zitten beiden al zolang bij de club. Wij willen ook weleens een wedstrijd als supporter bekijken in plaats van in functie. Maar als er bijna geen vrijwilligers meer zijn, moeten de mensen die er nog wel zijn de taken oppakken.”

De meeste mensen weten hoe erg ik dit vind om te horen. Bestuurlijke crisissen, macho- en egogedrag en niet te vergeten: geld. Het splitst clubs af tot ze bijna zijn gestorven. Er wordt vergeten waar het spelletje in eerste instantie om draait: plezier. Inmiddels heeft de scheidsrechter trouwens voor de laatste keer op zijn fluit gefloten vandaag. Degradatie. Cees en Jan spreken voor de laatste maal vandaag door de microfoon. Het raam gaat dicht. Hij pakt een biertje en staart voor zich uit. Ik laat hem wel even. Voor mij een moment om even het sportpark rond te lopen om foto’s te schieten.

Eenmaal terug in het clubhuis krijg ik een drankje aangeboden van Cees. We hebben het niet over het voetbal. Dat wil hij niet, maar ik ook niet. We hebben gesprekken over koetjes en kalfjes. Jan mengt zich in het gesprek met de mededeling dat Max Verstappen momenteel op de eerste positie rijdt in Barcelona. Precies op dat moment sprint er nog een man de kamer binnen. ,,Max op één heren”, schreeuwt hij. Er wordt gelachen, geborreld en de meesten lijken de degradatie even te zijn vergeten.

Getrouwd met de club

Mijn verwachtingen van een club zijn voor de zoveelste keer overtroffen. Over deze club kan je een beste film maken. Die zou nog bioscopen uitverkopen ook. Met een ‘happy-end’, zoals elke film eindigt. Deze film gaat ook een vrolijk einde krijgen. Tenminste, dat hoop ik voor de club. En vooral voor mensen zoals Cees en Jan. Wat een clubliefde. In voor- en tegenspoed. Ze zijn met de club getrouwd. Enkel de ring ontbreekt. Ik wens jullie via deze weg heel erg veel succes in de toekomst Cees, Jan en ASV De Dijk. Zoals we in Deventer zeggen: ‘kallum aan’.

Adios, Jeroen.

Dit is een verhaal uit de serie De Plaatselijke FC. Klik hier voor alle verhalen van deze serie.

Jeroen Achtereekte
In De Plaatselijke FC bezoek ik, Jeroen Achtereekte, iedere week een club uit de Tweede Divisie. Ik wil cultuur proeven, het gras ruiken en de succesverhalen van de tribunes en alles rondom de club beschrijven. Het gaat mij niet om de wedstrijd. Of de shirtsponsor. Of hoe de club bepaalde spelers aantrekt. Ik wil beschrijven wat supportersgroepen van clubs uit de Tweede Divisie clubs doen, hoeveel tijd vrijwilligers iedere week in de club steken, en wat de hotspot van iedere 'plaatselijke FC' is. Tradities, stadioncultuur, bijgeloven. Kortom, alles wat de club uniek maakt.

Reageren is niet mogelijk.

0 %