Voetbalgeschiedenis

Welcome te Wrexham: bestaat er een leven na Veendam? 

SALE bij PGWEAR! Profiteer nu van tot wel 75% korting op de hele zomercollectie. Zolang de voorraad strekt. Bekijk het aanbod via pgwear.nl.

Zaterdag 22 november. Een frisse middag op de Zeedijk in Amsterdam. Die middag spreek ik twee fanatieke supporters van het in 2013 failliet gegane Veendam. Twee supporters die toen de liefde van hun leven verloren, maar in Excelsior een nieuwe vlam  vonden. En aangezien Excelsior die avond de tegenstander is van Ajax in de Johan Cruijff Arena, vormt dat een mooi excuus voor een afspraak in het gezelligste café van Amsterdam, De Zeemeeuw. Tussen de shirtjes en sjaals en onder het genot van een aantal koude drankjes volgt een gesprek over de passie die zo velen van ons kennen en beleven. Zo krijg ik een antwoord op de vraag: “Bestaat er een leven na Veendam?” 

Sjaals en shirtjes 

Tegenover mij zitten Henk-Jan en Daniël achter een koud biertje. Als ik binnenkom is het er gezellig druk. Veel Ajacieden bespreken de wedstrijd van vanavond en het leven dat we de rest van de week leiden. Ik bestel een cola, betaal cash, en pak pen en papier. In de anderhalf uur die volgen ontstaat een levendig gesprek. Henk-Jan en Daniël vertellen honderduit over de belevenissen die ze als fanatieke Veendammers hebben meegemaakt.

 

Veendam till I die

Verhalen die we allemaal op onze eigen manier kennen en hebben ervaren. Bijvoorbeeld over hoe Daniël, die op zesjarige leeftijd zijn moeder verloor, met z’n vader aan de hand voor het eerst naar Veendam ging. Of over de eerste uitwedstrijd op sportpark Berg en Bos in Apeldoorn. Over de politie die rondom het faillissement preventief van deur tot deur ging om te informeren wat de fanatieke supporters van plan waren. Van met z’n vijven in het uitvak tot allemaal een vriend mee en uiteindelijk met een partybus.  

Maar ook over het faillissement. De eerste keer in 2010. Als een groepje van zo’n vijftien supporters “Veendam till I die” zingend het stadion binnendringt. Een deel klimt over het hek, terwijl een ander deel een rolcontainer gebruikt om het hek te forceren. De toen achttienjarige Daniël vatte de actie samen met: “Een hekkie moet kunnen.” Een uitspraak en een filmpje waar hij nog vaak aan wordt herinnerd. Soms negatief, soms positief: “Je stond er tenminste voor je club.”  

En over de herinneringen die soms nog tot leven komen. Zoals wanneer Daniël de garage inloopt van het van zijn vader geërfde huis. Waar hij de gele verf nog op de betonnen vloer ziet. Die hem herinnert aan de spandoeken die ze als jonge fanatieke Veendam supporters spoten in de garage van zijn vader. 

Cult

Daniël vertelt dat hij als Veendamsupporter, juist omdat ze vaak met zo’n kleine groep waren, overal welkom waren. In elke stad was er wel een leuke kroeg waar de middag voor een wedstrijd een biertje werd gedronken. Waar de liefde voor andermans club werd bekeken en beleefd. En soms werd dat welkom zijn zo extreem doorgevoerd dat ze er nu nog vaak aan terugdenken. Zoals die keer dat ze met een handjevol Veendammers voor de uitwedstrijd tegen Sparta rondom het Kasteel liepen. Een aantal sponsoren van Sparta sprak de Veendammers aan en nodigde ze uit voor na de wedstrijd. Uiteindelijk eindigde die voetbaldag met een Chinees buffet waar Daniël en zijn vrienden op kosten van de Spartanen hun magen vulden.   

In de laatste jaren was het vaak moeilijk. De club ging vaak bijna failliet en de hoogtepunten waren schaars. Het halen van de play-offs werd gevierd als een kampioenschap. En de kansen die men kreeg werden gemist. Zoals in 2011, toen de play-offs werden verloren van Helmond Sport. Bij 0-0 kreeg Veendam via de strafschopstip dé kans, maar Marnix Kolder miste en Helmond won uiteindelijk met 1-0. En in de tussentijd werd in de bestuurskamer, soms met een geel-zwart hart en soms met een geel-zwarte portemonnee, geprobeerd de club te redden. Bijvoorbeeld door te verhuizen naar een nieuw, banaanvormig stadion in Zuidbroek. Henk-Jan is er duidelijk over. Veendam hoorde in Veendam. Hem hadden ze in Zuidbroek niet gezien. 

Meeleven met Vitesse

Bijna vanzelfsprekend hebben de geel-zwarten uit Veendam de strijd van de geel-zwarten uit Arnhem op de voet gevolgd. En met een dubbel gevoel. Want waar Veendam onderuit ging op een acute geldvraag van een kleine zeven ton voelt het oneerlijk dat Vitesse als club kans op kans kreeg. De werkelijkheid is wat minder zwart wit, want zoals we eerder schreven ging het op de achtergrond al jaren mis in de Veendamse bestuurskamers, maar het gevoel begrijp ik wel. En waar Daniël en Henk-Jan het de club gunden om kapot te gaan, leefden ze juist mee met de supporters. Want ze weten als geen ander hoe machteloos je je voelt als je club kapot wordt gemaakt door wanbeleid.  

Wie is de rivaal? 

Als ik vraag wie voor Veendam de grootste rivaal was krijg ik een dubbel antwoord. De generatie die vanaf 1986 de eredivisie heeft meegemaakt zal volmondig antwoorden met Groningen. Terwijl de jongere generatie waarschijnlijk zal antwoorden met FC Emmen. Over de rivaliteit zijn ook de meeste ludieke verhalen te vertellen.  

Zoals in 2011. Toen fanatieke Veendammers een wasmachine plaatsten bij het stadion van Emmen. Bij de wasmachine hing een begeleidend spandoek met de tekst “Met dit apparaat blijven verkleurde shirts bespaard!”. Verwijzend naar de rode shirts van FC Emmen die na een wasbeurt roze kleurden. 

Of in 2013, toen spandoek met de tekst: “#mmen en JdV pissen beide naast de plee” door de Veendam Fanatics vergezeld met wat toiletpotten werd geplaatst bij het stadion van Emmen, vlak voor de streekderby. Hiermee verwezen de Veendammers naar Jeffrey de Visscher, de speler van FC Emmen die de club verliet nadat hij betrapt was op wildpoepen. 


Waar de verhalen van mooie acties vooral gaan over Emmen, schieten de ogen aan de andere kant van de tafel het meeste vuur als het gaat over de groen-witte streekgenoot. Zeker als de actie van Hans Nijland, na het faillissement van 2013, ter sprake komt. Nijland, toenmalig directeur van FC Groningen, stuurde alle seizoenkaarthouders van Veendam een brief met daarin twee gratis kaarten en de mogelijkheden tot het kopen van een seizoenkaart.

 

Van Meppen tot Rotterdam 

Voor Henk-Jan en Daniël nog steeds onverteerbaar. Supporter worden van de FC is voor beiden dan ook onbespreekbaar. En als de FC, zoals in de voorbereiding van dit seizoen, in de Langeleegte speelt, dan weigeren beiden de pot te bezoeken. Terwijl als Jong Oranje er speelt ze de plek van hun jeugdliefde nog graag betreden. 

En toch heeft een deel van de Veendammers in Groningen of Emmen een tweede voetballiefde gevonden. Maar ook bij andere clubs. Zoals Meppen, waar elke thuiswedstrijd zeker tien Veendammers op de korte zijde staan. Of bij Heracles. Maar ook bij Excelsior, waar Henk-Jan en Daniël vrijwel elke thuis- en uitwedstrijd te vinden zijn.  

Waarom Excelsior, vraag ik me af. Dat zijn eigenlijk twee antwoorden. Als ik ze over Excelsior hoor praten dan lijken beide clubs op elkaar. Net zoals vroeger op de Langeleegte is het er gemoedelijk en kent iedereen elkaar. En terwijl ze na het faillissement in 2013 niets meer met voetbal te maken wilden hebben, hebben Daniël en Henk-Jan in Rotterdam-Oost een tweede voetballiefde gevonden. Al was dat misschien niet gebeurd als er niet al een vriendschapsband was geweest tussen de supporters van Veendam en Excelsior. Een vriendschap ontstaan door het niet meer thuis kunnen komen met de trein. 

Vriendschap door toeval 

Op 13 februari 2004 verliest Excelsior in Venlo met vier tegen twee van VVV. Veendam speelt enkele tientallen kilometers verderop met één tegen één gelijk tegen Helmond. De Rotterdammers drinken nog een biertje in het supportershome van VVV. Omdat ook hier gezelligheid geen tijd kent missen ze, ondanks een sprint, de laatste trein terug naar Rotterdam. Aangezien de trein naar Eindhoven wel nog reed werd die trein gepakt, maar enkele minuten later weer verlaten op station Horst-Sevenum. Daar werden ze opgepikt door een aantal bekenden van de VVV-supporters, namelijk de Veendamfans die na hun pot tegen Helmond nog een drankje hadden gedaan in Venlo. Toen Excelsior een maand later met 1-4 in Veendam won juichten de Veendammers mee, want dan hadden ze ook een keer een reden om te juichen. Een vriendschap was geboren.  

Want vanaf dat moment bezoeken ze soms elkaars wedstrijden en worden onderlinge wedstrijden samen bekeken. Op Woudestein samen op het vak. In Veendam zoeken de Veendam Fanatics de lange zijde op en wordt er over en weer gezongen met de meegereisde Kralingers. Veendam en Excelsior zijn, zoals ze in het noorden van Nederland zeggen, al jaren ‘kop en kont’. En dat heeft dus geleid tot het fanatisme waarmee Henk-Jan en Daniël nu Excelsior volgen. 

Veendam het nieuwe RBC? 

Toen ik in de zomer in de Langeleegte rondliep voor de wedstrijd tussen FC Groningen en Wrexham dacht ik aan RBC. De Roosendaalse Boys Club ging in 2011, twee jaar voor Veendam, failliet. Ook daar bleef het stadion behouden. De club werd opnieuw opgericht en begon onder de naam RBC, dus zonder Roosendaal, in het seizoen 2012/2013 in de vijfde klasse. Inmiddels, twaalf jaar en zes promoties later, speelt RBC in de Derde Divisie. Vanaf september 2014 speelt de club ook weer in het stadion. 

Henk-Jan en Daniël denken dat als Veendam 1894, dat nu in De Langeleegte speelt, diezelfde route aflegt, de meeste supporters weer zullen terugkomen. De club speelt nu in de derde klasse.  

Bestaat er een leven na Veendam? 

Het gesprek had nog uren kunnen duren, maar de hoofdschotel van die dag, Ajax tegen Excelsior staat op het programma. We reizen met het openbaar vervoer richting de Johan Cruijff Arena. Tussen station Bijlmer Arena en het stadion slaan beide Veendammers af in de richting van het uitvak en ik wandel richting m’n eigen vak. Voor het gesprek was ik vooral benieuwd naar de vraag: “Bestaat er een leven na Veendam?” Inmiddels weet ik dat het antwoord voor een deel van de fanatieke volgers een “Ja, maar” is. Ja, velen bezoeken potjes van andere clubs. Maar het zal nooit helemaal hetzelfde zijn. Gedurende het hele gesprek zie ik de passie voor het voetbal en de beleving. Maar de ogen fonkelen het meeste als het gaat over het geel zwart van Veendam. Voor Daniël en Henk-Jan geldt dus toch: “Veendam till I die!” 

van Pogo tot Popo
Van Pogo tot Popo houdt van Ajax, uit en thuis, nationaal en Europees, en heeft een zwak voor alles wat met sfeer rondom voetbalwedstrijden te maken heeft. Wil de hypocrisie en stemmingmakerij rondom (fanatieke) voetbalsupporters en vooral uitwedstrijden bevechten.

Ook leuk om te lezen

Reageren is niet mogelijk.

Volgende artikel:

0 %