Voetbal, het kan zo mooi zijn!
Verdwaald in mijn gedachten staar ik wat naar het blauwe voetbalkaartje in mijn handen. Ik heb een grijns van oor tot oor. Mijn blik valt op de kaartprijs. Een duizelingwekkend bedrag van € 2,50. Het zijn de kleine dingetjes die een voetbalromanticus intens gelukkig kunnen maken. Wellicht denk je, dat is er eentje in de categorie vroeger toen alles beter was. Terug in de tijd naar de, pak hem beet, jaren 70 toen voetballen op het hoogste niveau betekende dat je daarnaast gewoon moest werken voor je brood.
Nee het is de zomer van 2016. Op enkele dagen na precies een jaar geleden. Ik ben net wakker geworden in het zonovergoten Sarajevo, waar ik de avond er voor deel uit maakte van de stadsderby. Te midden van de Manjici van Zeljeznicar, op de oude betonnen maar o zo fantastische Holy South tribune. De hele wedstrijd een orkaan van geluid wat van de tribune af rolt, zeker wanneer in de 53e minuut Plavi (Blauwen) op een 1-0 voorsprong komen. Met een brandende fakkel duik ik de hekken in om het te vieren. Pure voetbalpassie. Hoewel we uiteindelijk niet een overwinning konden vieren – het werd gelijk – was er sprake van absolute trots. De spelers op het veld, gesteund door de fanatieke aanhang, hadden immers alles gegeven. En na afloop, zowel supporters als spelers in de hekken om elkaar te bedanken.
Voor vele Bosniërs is voetbal zo ongeveer het enige wat ze nog hebben. Het is hun leven. En buiten dat hebben ze een fantastische mentaliteit. Enorm gastvrij. Ook al ben jij de miljonair, zij zouden hun laatste stuiver uitgeven zodat het jou aan niets ontbreekt. Iets wat eigenlijk voor de gehele Balkan geldt. Het gebrek aan geld zorgt er voor dat het voetbal daar puur blijft. Géén moderne voetbalstadions, géén skyboxen voor de elite en zeker géén hordes toeristen die 90 minuten lang met een iPad staan te filmen.
Hoe anders is dat op, pak hem beet, hemelsbreed 1000 kilometer westelijker in Europa. Waar je zou hopen dat de elitaire kant van het voetbal niet dieper zou kunnen zinken, is dat deze week helaas realiteit geworden. Een of ander Braziliaans pestventje – die toevallig heel goed een bal weet te raken – is op krankzinnige wijze de duurste speler aller tijden geworden. Met behulp van een leger aan advocaten en zijn vader, heeft Neymar zichzelf via een of andere wazige financiële constructie vanuit Qatar weten vrij te kopen bij FC Barcelona om te kunnen tekenen bij Paris Saint German. De corrupte UEFA en FIFA staan er bij en kijken naar. De zgn. Financial Fair Play is ook alleen maar een formaliteit in een logo. Binnen de elite komt het niet in de woordenboeken voor.
Het heeft helemaal niets meer te maken met de passie voor het spelletje. Clubliefde is al langer een illusie geworden, zeker bij dat soort spelers. De elitaire kant van het voetbal is niets meer dan een ordinaire, vaak dubieuze, business waar het alleen maar draait om de centen. Voetbaltoeristen, maar nog meer de echte supporters, worden volledig financieel uitgekleed. Kijk alleen al naar de idiote prijsontwikkelingen in Engeland de afgelopen decennia, notabene de bakermat van het voetbal. Groot geworden door de Engelse supporter uit de arbeidershuizen rond de stadions. Nu door de idioot hoge ticketprijzen uit het stadion verdreven.
Het voetbal is een grote luchtbel die vroeg of laat knapt. Zijn het niet de sjeiks die hun speeltjes na enkele jaren weer aan hun lot overlaten, dan zijn het wel de echte supporters die meer en meer uit de stadions weg zullen blijven. En hoe kleiner de doelgroep wordt, hoe minder interessant het is om er geld in te pompen.
En waar de elite met de Champions League (waarom het die naam eigenlijk nog draagt mag Joost weten) eigenlijk al een privéfeestje bezit, mogen ze dat van mij in competitieverband ook gaan doen. Gooi die poenerige clubs uit The Big 4 maar lekker bij elkaar in een competitie en geef het voetbal terug aan de gewone mens. Kan de elite zich druk blijven maken om rellende belchinezen, gaan wij wel voor de authentieke voetbalcultuur en rivaliteit.
Ik kan in ieder geval niet wachten om de komende maanden blauwbekkend naar slecht voetbal te gaan staan kijken onder het genot van een lauw biertje en een broodje bal voor een paar euro. Voetbal, het kan zo mooi zijn.