Je verwacht het niet, maar aan de oostzijde van Delft ligt het één na grootste stadion van Zuid-Holland. De Brasserskade, zoals het complex heet, biedt plaats aan 18.000 toeschouwers en werd begin jaren ’60 in gebruik genomen als thuisbasis van de Delftse club DHC. Het stadion moest de professionele aspiraties van de club vorm geven en er werd zelfs Eredivisievoetbal op het terrein gespeeld. Enkele keren raakte het terrein uitverkocht, maar tegenwoordig weet een handjevol mensen hun weg naar het terrein te vinden. Jammer, want met enkele monumentale bouwwerken is een bezoekje aan de Brasserskade aan te raden!

Brasserskade, Delft

Brasserskade Delft

De geschiedenis van het stadion gaat indirect terug naar de introductie van het betaalde voetbal in Nederland. De Delfia Hollandia Combinatie (DHC) is in 1954 de club die de voorzet geeft om betaald voetbal in Nederland in te voeren. De club, die op dat moment op het nostalgische terrein aan de Laan van Vollering speelt, degradeert dat seizoen echter uit de eerste klasse. Aangezien de eerste klasse clubs betaald voetbal mogen spelen, gaat de professionalisering van de Delftse club even de koelkast in. DHC moet toezien hoe voetballers van het eerste elftal in rap tempo het geld achterna gaan en de club verlaten. Als zich een jaar later alsnog de mogelijkheid voordoet profclub te worden, stemmen de DHC-leden logischerwijs massaal vóór. Betaald voetbal in Delft is dan eindelijk een feit.

Professionalisering en een nieuw stadion

DHC speelt haar wedstrijden op dat moment in het stadion aan de Laan van Vollering. De prestaties zijn, na de introductie van het betaalde voetbal bij DHC, wisselend. DHC degradeert in 1956 zelfs uit de tweede divisie en de financiële problemen stapelen zich op. Een trainerswissel en veranderingen in het bestuur zorgen voor de ommekeer en DHC promoveert weer terug naar de Eerste Divisie.

Toch voldoet het stadion niet meer aan de wensen van die tijd. De gemeente Delft had daarnaast andere plannen voor het terrein: het stadion terrein aan de Laan van Vollering moest wijken voor de stedelijke vernieuwing die in de jaren ’50 en ’60 door Nederland raasde. Tegelijkertijd werd er aan de noordkant van de stad, aan de Brasserskade Delft, een voor die tijd gigantisch sportcomplex ontwikkeld. Doordat DHC in het seizoen erop als vijfde eindigt en er sportief weer perspectief is, besluit de club de verhuizing naar de Brasserskade door te zetten.

Een prachtig stadion met een monumentale Elascon tribune

De verhuizing lijkt DHC het gewenste zetje te geven. De club professionaliseert door de Oostenrijker Friedrich Donenveld als fulltime trainer aan te stellen en met het aantrekken van een aantal versterkingen wordt de selectie op peil gebracht. In het nieuwe seizoen mist DHC nipt de promotie naar de Eerste Divisie, maar een ding is zeker: voetbal leeft weer in Delft en de toeschouwers weten de weg naar de Brasserskade te vinden.

Gemeentelijk Sportpark Brasserskade Delft is een juweeltje. Aan alle kanten van het veld zijn grote tribunes gebouwd waardoor het stadion kan maar liefst 18.000 toeschouwers herbergen. De meest in het oogspringende tribune is de hoofdtribune aan de lange zijde. Deze Elascon-tribune is een echt Nederlands product uit de jaren ’60, die je erg gemakkelijk herkent aan hun ronde achterwand. In het oude Oosterpark van FC Groningen (achter beide de doelen) kon je deze overkapping bijvoorbeeld terugvinden. In het betaald voetbal is de tribune volledig verdwenen, maar bij de amateurs van onder anderen DRL (Rotterdam), RVVH (Ridderkerk) en HVV’24 (Hulst) kom je dit specifieke type nog tegen.

De Elascon tribune schopte het overigens ook tot over de landsgrenzen. Zo was de Elascon-tribune te vinden bij Anderlecht en beschikt het Stade du Pairay van Seraing United nog over een fraai exemplaar. Bouwkundig was de tribune een revolutie: Zonder pilaren in het midden, kon de overkapping gebouwd worden en toeschouwers hadden dus vrij zicht op het veld. Met 1850 zitplaatsen is deze zittribune waarschijnlijk de grootste Elascon tribune ‘in oude stijl’ (in de jaren 70 kwam een nieuwe generatie tribune op de markt) ter wereld. Met andere woorden: DHC had voor die tijd een hypermoderne accommodatie en was klaar voor de toekomst.

Bekerfinale en de bom van de KNVB

Het seizoen erop trekt DHC de stijgende lijn door en de club mengt zich weer in de titelstrijd om de Eerste Divisie. Op de allerlaatste speeldag verliest DHC de cruciale wedstrijd tegen directe concurrent Fortuna Vlaardingen, waardoor de club het kampioenschap verspeelt. DHC eindigt desondanks verdienstelijk op de tweede plaats en in de strijd om de beker bereikt de club zelfs de finale door onder anderen een sensationele overwinning op PSV te boeken. Maar net als in de competitie blijft DHC ook in het bekertoernooi met lege handen achter en verliest het de finale tegen Sparta.

Die verloren finale luidt ook het einde van de korte succesperiode van DHC in. Halverwege de jaren ’60 is het verloop onder de spelers erg groot en financieel gaat het ook slecht. In 1966 wordt daarom besloten om de amateurtak en de betaald voetbaltak te splitsen, om zo de professionele aspiraties echt door te drukken. In de zomerstop van 1967 laat de KNVB een kleine bom barsten. De toenmalige sectievoorzitter van de KNVB laat in een interview in een landelijk dagblad weten dat het betaald voetbal erg verzadigd is en dat er flink gesaneerd moet worden. DHC ’66 wordt als voorbeeld aangehaald als een club die eigenlijk geen bestaansrecht heeft. De club is echter van mening dat als de successen weer komen, de toeschouwers en sponsors de weg naar De Brasserskade weer weten te vinden.

Eredivisievoetbal

De club krijgt echter geen gelijk. In 1967 moet DHC’66 noodgedwongen fuseren met het ook al tobbende Xerxes uit Rotterdam. Op zich geen straf, want met spelers als Willem van Hanegem, Eddy Treijtel en Hans Dorjee geeft Xerxes de nieuwe fusieclub een behoorlijk kwaliteitsinjectie. De opleving is van zeer korte duur: Financieel loopt het niet goed en de eigenaar van Xerxes ziet zich gedwongen sterren als van Hanegem te verkopen. Er worden nog wel fusiebesprekingen met het Rotterdamse Excelsior gehouden, maar deze lopen op niets uit. DHC ‘66/Xerxes trekt zich uiteindelijk terug. Daarmee gaat de fusieclub failliet en gaan beide club in 1968 afzonderlijk terug naar de amateurs. Zo snel als de eredivisie naar Delft kwam, zo snel was het weer verdwenen.

Het stadion tegenwoordig

DHC gaat noodgedwongen terug naar de amateurs. In de jaren ’70 en ’80 kent de club een flinke opleving en toeschouwers vinden massaal de weg naar het stadion. Een bekerwedstrijd tegen Ajax raakt met 18.000 mensen uitverkocht en een kampioenswedstrijd tegen de IJsselmeervogels trekt zelfs 15.000 mensen. In 1983 en 1985 wordt DHC nog wel algeheel zondagkampioen van Nederland, maar de publieke belangstelling ging vanaf dat moment flink achteruit. Waarschijnlijk is het gebrek aan de belangstelling vanuit “stadion nostalgisch oogpunt” vanaf dat moment erg goed. De Brasserskade staat er namelijk nog steeds in haar huidige vorm, alhoewel ook hier een kunstgrasmat valt te betreuren. Toch is het stadion er leuk te bezoeken, een tripje waard dus!

Foto’s
– Op de website van Stadiongebod tref je meer informatie aan over de Brasserskade;
– Op de website van Martijn tref je een uitgebreider stuk tekst aan over de Brasserskade;
Meer foto’s tref je ook op de website van Martijn aan.

 

De monumentale Elascon Tribune van de Brasserskade

De monumentale Elascon Tribune van de Brasserskade

De onderkant van de Elascon Tribune, het lijkt op een tijdelijke tribune. Dit was in de jaren '60 echter de standaard

De onderkant van de Elascon Tribune, het lijkt op een tijdelijke tribune. Dit was in de jaren ’60 echter de standaard

De tribunes van de Brasserskade liggen er tegenwoordig verlaten bij. Ooit bevolkten 18.000 mensen deze tribunes

De tribunes van de Brasserskade liggen er tegenwoordig verlaten bij. Ooit bevolkten 18.000 mensen deze tribunes

Op de lange zijde, zijn tegenwoordig modernere zitjes geinstalleerd

Op de lange zijde, zijn tegenwoordig modernere zitjes geinstalleerd

Uit de Oude Doos: De Brasserskade in aanbouw

Uit de Oude Doos: De Brasserskade in aanbouw

Martijn M.
Martijn was sinds de oprichting van In De Hekken, tot 2019, redacteur en vaste schrijver. Daarnaast beheerde hij de In De Hekken Instagram pagina en de Twitter pagina. In enkele woorden: Globetrotter, interesse in andere culturen en geschiedenis, fotografie en groundhoppen en een flink gevoel voor rechtvaardigheid. Geen wonder dat hij vaste schrijver was voor de rubriek "Vergane Glorie" en dat hij zijn licht liet schijnen op voetbalwetgeving en voetbal-randzaken in het zuiden van Nederland en België. Check ook zijn zeer interessante website.

    Ook leuk om te lezen

    Reageren is niet mogelijk.