Hoofdtrainer vermoord op straat: het verhaal van Sopron
Even naar adem happen. Een vermoorde hoofdtrainer, Europees voetbal, een faillissement en nieuwe doorstart. En dat in een fabelachtig stadion met een verwaarloosd winkelcentrum op de korte zijde. We zijn in Sopron bij de derby tegen Haladás, waar hooliganisme opnieuw de kop opsteekt.
We gaan terug naar het jaar 2002. Sopron FC is gehandhaafd en start aan het nieuwe seizoen met de 36-jarige hoofdcoach Tibor Simon, een bekend gezicht in het Hongaarse voetbal. Tibor speelde zijn hele leven voor recordkampioen Ferencváros en heeft zestien interlands op zijn naam staan. Met Sopron FC draait hij een prima seizoen en speelt de club medio april in Budapest. Na de uitwedstrijd bij Honvéd Kispest, besluit Tibor niet mee terug te reizen naar Sopron. Hij eet een hapje bij zijn eigen restaurant en sluit daarna aan bij een verjaardagsfeest in een nachtclub. Feestend in de nachtclub wordt de champagne ontkurkt door Tibor en spuit hij meerdere gasten onder. De bewaking heeft woorden met hem en de situatie escaleert in een gevecht, dat doorgaat op straat als hij probeert te vluchten.
Trieste dood
Wanneer de hoofdcoach van Sopron buiten neervalt krijgt hij met een wapenstok rake klappen op zijn hoofd. Als hij ernstig verwond voor de club ligt, wordt hij ook nog eens aangereden door een auto. Een tijd later arriveert de medici en wordt Tibor – nog bij bewustzijn – naar het ziekenhuis gebracht. De hoofdcoach ondergaat enkele operaties aan zijn hoofd, maar twee dagen later verschijnen er symptomen van hersendood. Tibor overlijdt aan de vele verwondingen en een lijkschouwer vindt zijn oogbol achter in de schedel. De oorzaak van zijn dood is daarom aan te wijzen op de wapenstok. De Hongaarse voetbalwereld reageert in shock op de dood en eist rechtvaardiging voor de doodslag. Onder de daders van de mishandeling bevond zich een sergeant van de politie, die samen met de betrokken bewakers een gevangenisstraf kreeg opgelegd.
Faillissement en doorstart
Sopron FC kent vanaf het overlijden van haar hoofdcoach verrassend genoeg een stijgende lijn in de resultaten. Zo pakt het de nationale beker in 2005 en treedt het twee seizoenen aan in Europa. De gestage lijn komt echter abrupt ten einde. Na zeven jaar op het hoogste niveau wordt de licentie ingetrokken wegens financiële wanorde. De Italianen die de club een jaar eerder overnamen, betaalden geen rooie cent. Daarom mocht er ook niet gestart worden op het tweede niveau. Alle spelers verlieten de club en Sopron FC was officieel failliet.
Het fabelachtige Káposzta Utca-Stadion van Sopron FC bleef een jaar leeg, tot een amateurteam het recht kreeg er zijn wedstrijden te spelen. Sopron VSE speelde hier zo’n tien jaar tot er een nieuwe club werd opgericht, genaamd Sopron SC. Sinds 2018 is dit dé club van de stad en wordt dit gezien als een doorstart van het oude, succesvolle Sopron FC. De club komt tegenwoordig uit op het derde niveau van Hongarije. We zijn erbij voor de streekderby tegen Haladás VSE, de rivaal uit Szombathely.
Hooligans
Sopron heeft als de bijnaam ‘de stad der loyaliteit’. Toen het Trianon-verdrag werd vastgesteld, werd een referendum gehouden waarbij inwoners moesten stemmen of ze bij Oostenrijk of Hongarije wilden horen. De meerderheid stemde op Hongarije en vanaf dat moment staat Sopron bekend om haar loyaliteit. Hoewel vele gebieden van het land werden afgepakt, bleef Sopron de Hongaren trouw. En daar zijn ze maar wat blij mee, want de pittoreske stad blinkt uit in haar schoonheid. Ben je een paar dagen in Sopron dan zijn de vuurtoren, het kasteel Taródi Vár en de gelijknamige stadsbierbrouwerij een must om te bezoeken.
De derby tussen Sopron SC en Haladás VSE lukte om te bezoeken omdat het verplaatst werd van de zaterdag naar de woensdag. Reden hiervan is de beperkte politiemacht die nodig is om het hooliganisme de kiem in te smoren. Beide hebben een groep die graag op de vuist gaat en ondanks de uitgebreide politie-eenheid gebeurt dat ook op de dag van de derby. Wanneer de Haladás-supporters zich in auto’s verzamelen bij het uitvak, komen de hooligans tevoorschijn en worden klappen uitgedeeld. De supporters van Haladás blijven echter in de auto’s en ze vluchten geleidelijk weg wanneer de politie ingrijpt.
Héérlijk stadion
Als we zelf bij het stadion aankomen, weten we als groundhoppers niet wat we meemaken. Wát een bijzonder stadion is dit. Op de korte zijde zit een verwaarloosd winkelcentrum dat eruitziet als een onderzeeër. Enkel een paar Thaise massagesalons zijn nog open, de rest lijkt al jaren dicht te zijn. Het stadion zelf kenmerkt zich met unieke zijden. De hoofdtribune is zo groot dat het boven het winkelcentrum uitreikt, terwijl we aan de overkant een lekkere Oostblok-tribune zien. Zonder dak, inclusief hekken. De andere korte zijde heeft geen tribune maar woonhuizen op een heuvel, omringd door prachtige, groene natuur. Er is aardig wat volk afgekomen op de derby en het uitvak zit prima vol, ondanks de hooligans die ze eerder wegjaagden. De ticketbox in de stalen container heeft zelfs wat rijen weg te werken voor de wedstrijd begint.
Odenburg
We genieten van een lekkere pot derde divisie-voetbal op een bloedhete namiddag. Opvallend is hoe luidruchtig de Haladás-supporters zijn en hoe stil het thuispubliek is. De fanatieke groep van Sopron heeft vandaag de Poolse vrienden over van Odra Opole, maar geluid maken doen ze vrijwel niet. Dat we op de grens met Oostenrijk liggen wordt duidelijk wanneer ik één van de hooligans tegenkom. Hij heeft een tattoo met ‘Odenburg Hooligans’, een verwijzing naar de Duitse benaming van Sopron. Toch zijn het de uitsupporters die indruk maken, ondanks de vele doelpunten die ze moeten slikken. Sopron SC wervelt over het veld en weet er vijf te maken, Haladás weet alleen een doelpunt voor de eer te maken. Hopelijk kruipt Sopron nog eens omhoog op de competitieladder, want dat verdient een stad als deze zeker. Je hoofdtrainer werd vermoord op straat, de club werd failliet verklaard en hield tijden op met te bestaan. Dat gun je zelfs je ergste vijand niet..