Column: tegen het moderne voetbal
Het kan haast niet beter als ik in mijn korte broek en op mijn teenslippers mijn fiets van het slot haal. Met de gedachte dat het de hele nacht geregend heeft en het veld nat zou zijn maar de zon toch aangenaam zou schijnen, hang ik mijn sporttas over mijn stuur. Uit mijn Ipod klinkt de muziek van Coldplay als ik de straat uit rijd en snel omkeer omdat ik mijn voetbalschoenen vergeten ben. Het zou een mooie dag gaan worden. Het is begin mei en het eind van de competitie nadert, we doen nog mee voor de bovenste plek. Vandaag staat er een leuke wedstrijd op het programma tegen de ploeg die één plek onder ons staan.
Ik kom aan op het sportpark en groet de bekende mensen van de club, Ellen de vrouw achter de bar die de prijs van twee koppen koffie met de rekenmachine uitrekent, Hans de trainer van de F1 die weer verloren heeft en Joop de materiaalman die met duct tape de cornervlag weer in elkaar zet. Als ik mijn tas in het tassenrek slinger vallen er twee schroeven uit terwijl ik de trainer nog erger dan Haagse Johnnie tekeer hoor gaan als blijkt dat de scheidsrechter heeft afgebeld. Nu zou die schele uit het bestuur weer gaan fluiten. De man doet altijd zo zijn best om geen thuisfluiter te zijn dat hij een expert is geworden in het om zeep helpen van overwinningen van onze club. Die schele is een vrijwilliger en manusje van alles van de club. Hij weegt ongeveer 130 kilo, loopt als Lucile Werner en komt tijdens wedstrijden maar zelden uit de middencirkel. Hierdoor heeft hij zijn bijnaam dan ook gekregen. Het is al meerdere malen voorgekomen dat hij een belangrijke beslissing over het hoofd zag.
Zoals gewoonlijk zijn de bekende jongens weer te laat en nadat het halve team ze wakker gebeld heeft en de wekelijkse smoezen heeft aangehoord gaan we ons omkleden. De trainingsjacks, broekjes en scheenbeschermers worden uitgewisseld die de week ervoor in de verkeerde tassen beland waren. Ik loop nog even naar de kantine om andere sokken te halen. Dit keer zijn het geen sokken met kleurverschil, patroon verschil of restjes tape erop. Dit keer valt het mee en schelen de sokken maar 15 centimeter qua lengte met elkaar.
Als ook de zool van de spits met tape vast zit aan zijn schoen en de keeper een linker én rechter handschoen heeft gevonden kunnen we het veld op. Zoals vertrouwt lijkt het ook deze week weer alsof Bonnie St. Claire de lijnen heeft getrokken en is de wedstrijdbal een kwartier van te voren uit de sloot gevist. De tegenstander neemt plaats in het bouwsel dat zich voor moet doen als reservebank. Hans de trainer van de F1 klust graag in zijn vrije tijd. Met de boormachine die hij de week ervoor bij het klaverjassen gewonnen had en een kleine bijdrage van de club maakte hij de dugout.
Het was een leuke wedstrijd en deze wonnen we met 3-2 dankzij die schele. De zool van de spits had losgelaten en hierdoor struikelde hij In de laatste minuten en mocht daarom een penalty nemen. Hij schoot deze zo hard in dat de tyrips die het net bijeen hielden afbraken.
Terug in de kleedkamer zijn de douches weer dramatisch zoals altijd. Als er al een straal uit de douchekoppen komt is het water vaak nog kouder dan een ijsbeer met onderkoeling. Nadat ik onder de douche vandaan kom merk ik op dat ik mijn handdoek vergeten ben. Met mijn shirt droog ik me snel af om hierna aan de derde helft te beginnen.
Als ik met mijn biertje het terras op loop en de trainer door zijn stoel zakt weet ik weer waarom ik dit allemaal doe. De gezelligheid, het spel, de beleving, het kneuterige van de vereniging, het team, de mankementen van de club die alles compleet maken. Dit is voetbal. Dit is waar je het voor doet en waarom het spelletje zo mooi is en waarom je op zaterdag met een kater toch weer naar het veld gaat.
Op het moment dat ik wil gaan zitten hoor ik mijn naam. Kut. Ik zat weer te dagdromen. Wat zo mooi leek blijkt niet waar. Het regent en we zijn aangekomen in de nieuwbouwwijk langs de snelweg. We stappen op een gloednieuw complex de echohal binnen die door moet gaan als voetbalkantine. Alles is er heel, nieuw en niks straalt voetbal uit. Het lijkt alsof ik LegoCity ben binnen gelopen. In de kleedkamer is genoeg ruimte voor iedereen, de douches zijn warm en zelfs de deur kan op slot. De wedstrijd is op kunstgras en wordt geleid door een KNVB scheidsrechter. Kunstgras is een van de grootste problemen van het moderne voetbal van tegenwoordig. Voetballen op kunstgras is als seks met een opblaaspop, het is het net niet.
In de rust is er genoeg thee voor iedereen en zelfs het dienblad is nog heel. Na de wedstrijd is in tegenstelling tot thuiswedstrijden het wedstrijd formulier niet kwijt en blijkt dat we ondanks de uitslag alsnog verloren hebben als de mannen van het bestuur er achter komen dat onze mid-mid helemaal niet de gene is die op het pasje staat maar de 5 jaar oudere selectie speler.
Ik wil zo snel mogelijk naar huis. Thuis kruip ik gelijk achter de computer en ga ik naar de bekende sites met hun liefde en passie voor het spel om mijn gevoelens nog maar eens te bevestigen. Ondertussen stop ik een aantal oude kranten in mijn voetbalschoenen om deze sneller te drogen terwijl ik denk; volgende week beter, dan spelen we wel thuis..
Tegen het moderne voetbal!
Branco