Column: Napoli-thuis
2 december 2010, Napoli-thuis, wat een affiche! De club van Maradonna en van de Ultras van Curva A en B. De hele dag waren er berichten dat de Ultras van Napoli de stad onveilig aan het maken waren. Serieuze gasten, die Italianen. Met die gedachte zat ik ’s avonds met wat vrienden op ‘T Goylaan. We aten een pizza en dronken er een paar. We spraken over de wedstrijd en de kans om de poulefase te overleven. We moesten winnen, was de conclusie. Slimme jongens, wij.
De wedstrijd begon om 19.00 uur. De blikkies waren op en de pizza smaakte goed. Het was inmiddels tijd om naar de bus te lopen. Het was ijskoud en het had flink gesneeuwd. Ik was blij dat de bushalte aan de overkant van de straat was. Pff, je zou moeten lopen naar de Galgenwaard nu. Ik zou er geen zin in hebben! We stonden bij de halte te wachten. Beetje kloten; sneeuwballen gooien en veel lachen. Ondertussen werd het steeds drukker bij de halte. We keken elkaar aan, het zal toch niet he? Ja, wel. De bussen reden niet meer door de vorst.
Vier kilometer door de sneeuw banjeren. En niet relaxed, we moesten doorlopen. We wilde geen seconde van de pot missen. Het verschil in spelerskwaliteit was groot, maar toch was er vertrouwen. We hielden Liverpool, Steaua Boekarest en Napoli-uit immers op een gelijkspel. En het kan spoken bij ons in de Galgenwaard! Wie weet de 6-0 tegen Groningen nog op 27 mei 2001, toen we op de laatste speeldag Europees voetbal haalde? Of recent de 4-0 tegen Celtic thuis in de laatste voorronde voor de Europa league, toen we een uitwedstrijd van 2-0 moesten goedmaken? Het was tijd voor nog een wonder. Drie punten tegen Napoli!
Na ruim drie kwartier gelopen te hebben, kwamen we eindelijk bij de Zuid-kant van het stadion aan. Het was donker en door het felle licht van de lantaarnpalen en de verlichting van het stadion zagen we bijna niks. Honderd meter verderop hoorde we en zagen we vaag nog een stuk of tweehonderd supporters staan die waarschijnlijk ook te laat waren. Het was inmiddels 19.15 uur en we baalde dat we al een kwartier hadden gemist. Net voordat we de hoek om wilde, sprongen er een stuk of zes ME’ers voor ons. We dachten; ‘Nee he wat nu weer, we willen naar binnen!’ Ze schreeuwde dat we op moesten passen.
Het begon ons te dagen. Die supporters die ook te laat waren, waren niet te laat. En er klonk ook geen Forza Utrecht, Come on FC Utrecht of Red-White Army uit hun monden. Het waren Italianen en zo te zien hadden ze het idee dat ze wel naar binnen konden zonder kaartje. In de tussentijd was er aardig wat politie en ME op de been en er vielen over en weer rake klappen. We kwamen dichter bij de ingang en ze hadden ons inmiddels opgemerkt. Ze zwaaiden met wat stokken en schreeuwde wat. Ze hadden het tegelijkertijd te druk met de ME, waardoor we rustig naar binnen konden. We waren met drie man en een vriendin van een van de jongens. Geen van ons drieën had trek in ellende. Lang verhaal kort; binnen zonder kleerscheuren, maar 20 minuten te laat!
Toen we in het stadion waren, moesten we even acclimatiseren. Er begon al direct iemand achter me, die ik nog nooit gezien had, te zeiken dat ik moest gaan zitten. Ik vertelde hem dat het niet voor niets een sta-dion heet en als hij er problemen mee had, hij maar naar de bioscoop moest gaan. Ik had net ruim drie kwartier door die klotesneeuw gelopen, wat gekke Italianen achter me aan gehad, ophouden nou! De wedstrijd was top en eindigde in 3-3. We kregen onterecht een penalty tegen, waardoor we ons bestolen voelde. De wegen van voetbal zijn ondoorgrondelijk. Wat een avond! Om nooit te vergeten.
[Foto via Pro Shots / Frank Renia]