Uit de oude doos: Ajax – Juventus 2004
Na Madrid wacht nu Turijn een invasie Amsterdammers. In onze stoffige archieven kwamen we dit verslag tegen. Geschreven vanuit een Feyenoorder. Kan allemaal gewoon. De laatste jaren van het échte hooliganisme in Nederland. Een old school verslag.
Een week voor deze wedstrijd kreeg ik de mogelijkheid om kaartjes te kopen voor het Juventus vak via de Nederlandse Juventus fanclub. Als groot liefhebber van Juve en van een verliezend Ajax, leek mij dit een goed moment om mijn Rotterdamse geluk op de proef te stellen. Ik belde mijn Haagse vriend Jordy op om te checken of hij ook interesse had. De supportersgroepen van Juve en FC Den Haag hebben namelijk een vriendschapsverband. Ook hij had er wel zin in. Zeker omdat FC Den Haag het aankomende weekend ook tegen Ajax speelt.
Op de dag van de wedstrijd haal ik eerst al mijn Feyenoord shirtjes, sjaaltjes en andere accessoires uit mijn auto en zorg ik dat ik over mijn Juve shirt een grote dikke trui draag voor ik naar Jordy rijd. Het lijkt mij niet heel verstandig om mijn auto zo ergens te parkeren in de buurt van de Arena.
Als ik bij Jordy ben, drinken we eerst wat en dan vertrekken we. Onderweg naar de auto vraagt hij nog even aan mij of ik al mijn Feyenoord spullen uit de auto heb gehaald. Waarop ik bevestigend antwoord. Onze verbazing was dan ook groot toen hij zijn gordel omdeed waar een hoes met een groot Feyenoord logo omheen zat. Het duurde niet lang voordat deze onder de bijrijdersstoel lag.
Parkeren
Onderweg vroegen we ons af waar we gingen parkeren. Bij de Arena, of toch ergens wat neutraler? Eenmaal op de A4, kwamen we erachter dat er wel heel veel Ajacieden dezelfde route als ons namen. Opeens zagen we overal witte shirtjes met een rode baan door het midden. Voor het veilige aspect kozen we Schiphol uit. Daar zouden heus niet zo veel Ajacieden zijn. We wilden deze namelijk koste wat kost zoveel mogelijk ontlopen. De wedstrijd van Ajax tegen FC Den Haag had namelijk nogal wat kwaad bloed gezet in Amsterdam nadat Sylvie Meis, de toenmalige vriendin van Rafael van de Vaart door Haagse supporters toegezongen was met dat ze “de hoer van Amsterdam is”. Jordy en ik zagen er dan wel onpartijdig uit, maar onze accentjes zijn dat daarentegen niet. Veiligheid voorop, Schiphol werd het.
Na de auto geparkeerd te hebben op ‘Klomp, Rij 3’, keken we onze ogen uit toen we de centrale hal van Schiphol binnenstapte. Het leek wel of iedere Ajacied via Schiphol reisde. We sprongen snel in de trein (afgeladen met Ajacieden) en besloten onze muil te houden totdat we in ieder geval uit de trein waren.
Eenmaal uit de trein was de nervositeit toch wel redelijk tot aan het kookpunt opgelopen en vroeg Jordy mij of ik sigaretten had. Ik had er geen, maar zei in het onvervalst plat Rotterdams dat je deze waarschijnlijk ook wel in het stadion kan kopen, “want in De Kuip koop ik ze ook altijd”. De vele ogen die we toch al sinds aankomst op Schiphol in onze ruggen voelden prikken, werden almaar talrijker. Snel kocht ik een pakje peuken bij een snackbar en liepen snel, rokend verder.
Overlopers
Tussen het station en het stadion werd ik door mijn broer gebeld. Hij wilde ons even vertellen dat we ‘overlopers’ waren. We gingen immers naar het ‘verkeerde’ stadion. Voor sommigen ga je alleen naar ‘verkeerde’ stadions als je eigen cluppie daar speelt. Er is geen excuus voor elk ander bezoek mogelijk. Het jammere was dat mijn broer dit alles wel heel duidelijk maakte en het leek alsof hij aangesloten stond op de speakers van het net verlaten NS station. Iedereen in een straal van enkele meters hoorde exact wat hij tegen ons te vertellen had. We staken er nog maar eentje op.
Eenmaal bijna bij het stadion, kwamen we erachter dat we nog een clubhuis moesten passeren. Een grote groep Ajacieden stond daar met flesjes bier in de hand te wachten op de komst van de ‘bianconeri’. Er was blijkbaar een aanvaring tussen wat Italianen en Ajacieden in een metro geweest waar de Ajacieden het er niet al te best van af gebracht hadden. Ondertussen herinnerde ik me dat we de kaartjes nog moesten halen bij de voorzitter van de Juventus fanclub. Op het moment dat ik hem belde brak er chaos uit, omdat er een grote groep ‘juventini’ aan kwam lopen en de Ajacieden nu klaar waren voor de confrontatie. Het enige wat de voorzitter kon bedenken was dat we heel snel in deze groep moesten springen en meelopen. Bij de ingang van het stadion zou hij de kaartjes overhandigen.
Zo gezegd, zo gedaan. Zo snel als we konden liepen we door de groep Ajacieden heen en sprongen we in de groep ‘juventini’. Op dat moment draaide degene die voor ons liep zich om en identificeerde zich als politie. Een stille. Ik trok de kraag van mijn trui naar beneden en liet hem mijn Juve shirt zien. Het advies dat we van hem kregen was om niet meer uit deze groep te gaan. Niet dat we dat van plan waren, want op dat moment werden we van alle kanten belaagd.
Hagenezen
Eenmaal het stadion, zonder kleerscheuren bereikt te hebben, kregen we onze kaarten. Binnen in het stadion bleken er tientallen Hagenezen en Belgen te zijn. De Hagenezen waren er door hun vriendschapsverband met de ‘bianconeri’ en de Belgen waren met de Belgische fanclub van Juventus meegekomen. Deze vertelden ons na deze ‘warme’ ontvangst meegemaakt te hebben, ze nooit als Feyenoorder hier naartoe zouden willen gaan. Hun verbazing was groot toen ze erachter kwamen dat ik Feyenoorder ben. Al was het die dag wel een zwetende…
Onder de wedstrijd werd het nieuwe ‘clublied’ van FC Den Haag nog eens ingezet, welke het weekend ervoor dus speciaal voor Sylvie was geschreven. En scoorde Pavel Nedved de winnende 0-1 voor Juventus.
Na de wedstrijd moesten we zoals gebruikelijk in het stadion blijven zitten. Rellen waren buiten aan de gang en bommen hoorden we ontploffen. Toen iedereen weggeveegd was (of gewoon weer 100 meter terug in het clubhuis zaten) mochten wij het stadion verlaten. Een ‘vriendelijke’ ME`er vertelde ons welke kant we op moesten lopen. Omdat wij langs het clubhuis moesten, vroeg ik hem of het hem wel veilig leek als we daar langs zouden lopen. “Met jouw Rotterdamse accent ben je nergens in Amsterdam veilig. Veel succes.” waren zijn legendarische woorden. We staken een peuk op en liepen zo stoer maar stil mogelijk langs het clubhuis terug naar het station. Eenmaal in onze auto stonden we halverwege de A4 door wegwerkzaamheden in de file toen de eerste woorden weer gewisseld werden en maakten we de afspraak dat, als we nog eens zo`n actie ondernemen, we dan wel wat beter voorbereid moeten zijn. En met een koppijn en een glimlach reden we verder. Juve had gewonnen en Ajax had verloren. Ons geluk had de proef doorstaan.
[foto via Pro Shots / Stanley Gontha]
[oorspronkelijke tekst Mark Boninsegna]