Nederlandse clubs in Europa

Awaydays: Madrid is van ons!

Dinsdag 5 maart 2019. Om 5:00 uur zitten we in de auto naar Düsseldorf. De kilometers tikken weg. Ondanks de moeilijke uitgangspositie hebben we er zelfs nog wel vertrouwen in. Hoe de wedstrijd ook zal verlopen, we gaan Madrid laten zien dat we er zijn. Mooi moment om de lezers van In de Hekken een kijkje achter de schermen van een Europese Awayday te geven. En wat voor een.

Volle uitvakken

Ajacieden reizen ook dit keer weer massaal hun club achterna. De kleine 4.000 kaarten voor het uitvak zijn al weken uitverkocht en we spreken op het vliegveld meerdere Ajacieden die kaarten hebben in de Real Madrid vakken. Eerder dit jaar waren ook de uitvakken in Graz (800), Luik (1.000), München (3.800) en Lissabon (3.200) uitverkocht.

Waar heel Nederland, voor zover Twitter en de praatprogramma’s op tv representatief zijn, ons kansloos acht, heeft vrijwel iedereen die we spreken vertrouwen. We versterken elkaars bubbel van onoverwinnelijkheid en een goed gevoel. Hoogmoed die voor de val komt? De arrogantie die ons door iedereen wordt verweten? Of gewoon de bluf die Amsterdammers en Ajacieden in het DNA hebben zitten?

Groepsgevoel 

Zelf heb ik meer met Europa League wedstrijden. Driehonderd tot zeshonderd Ajacieden die elkaar allemaal kennen en weten wat ze aan elkaar hebben. Honderd keer liever dan een plein vol wit-rood-wit dat zingend en voetballend de middag doorbrengt. Maar goed. Het hoort erbij vandaag en we schikken ons door een barretje te bemensen op de hoek van het plein.

Op de klok tikken de minuten weg en de gesprekken zijn goed. Gasten waar ik een groot deel van m’n tot nu toe zestig Europese uitwedstrijden heb doorgebracht zijn meer dan vrienden. Waar je aan collega’s uit moet leggen waarom je je cluppie gaat steunen in Trondheim, Belgrado, Nicosia, Timisoara of waar dan ook begrijpen we dat van elkaar. Als je met elkaar in Moskou met 3-0 op je klote krijgt, in Boekarest met penalty’s verliest of in Istanbul drie uur voor de wedstrijd via kooien een uitvak in moet dan schept dat een band. Je begrijpt elkaars passie omdat je er onderdeel van uit maakt. 

Entrada

De klok gaat richting vijf uur in de middag. Langzaam loopt Plaza Mayor leeg. Om heel Madrid te laten weten dat we er zijn wordt er een entrada georganiseerd op Sol, het andere grote plein van Madrid. Altijd lekker om een andere stad volledig over te nemen.

Al komt het nooit in de buurt van de entrada’s die tijdens avondwedstrijden bij de hoofdingang van de Johan Cruijff Arena worden georganiseerd, waar onder toeziend oog van de Goede Beul magische momenten plaatsvinden. Met de nodige rookpotten en fakkels en zelfs in de lucht geschoten siervuurwerk trekken we de aandacht van heel wat Madrilenen en toeristen. Het plein stroomt door het gezang dat honderden meters verderop te horen is voller en voller en we kunnen met recht stellen dat iedereen weet dat we er zijn.

Op wat kleine incidentjes na, waar wat blikken bier in de voorbij rijdende hop on-hop of bus worden gemikt, verloopt alles top. 4.000 Ajacieden lijken zonder overleg unaniem te hebben besloten er een onvergetelijke avond van te maken. 

Machtsvertoon

Terwijl we rustig ouwehoerend nog een drankje doen bij Zeus, aan de overkant van de straat, worden grote groepen Ajacieden met stevig machtsvertoon vanuit de metro naar de D toren begeleid. We tellen twintig ME busjes per groep van enkele honderden Ajacieden. Iedereen die een stap buiten de groep zet, al is het voor een souvenir of toiletbezoek, krijgt een tik met de lange lat. Dit volledig escalerend gedrag blijft doorgaan als ook wij de D-toren hebben bereikt.

Vijf keer gefouilleerd en drie keer m’n kaartje laten scannen. Bij een van de controles nog m’n ID  bewijs moeten laten zien. Geen idee waarvoor, want de kaartjes zelf staan niet op naam. En het lijkt me sterk dat ze een lijst met persona non grata uit het hoofd hebben geleerd. Maar goed. Nadat ik voor de vijfde keer heb gedemonstreerd hoe m’n portemonnee werkt en ze letterlijk de pasjes eruit hebben gehaald om te kijken of ik een heel klein rookpotje onder m’n pasjes had verstopt, mocht ik de trappen op en door naar boven. 

Eenmaal boven wordt er ook redelijk autistisch gereageerd op de vak nummering op je kaartje. Je mag alleen daar naar binnen wat er op je kaartje staat. Dat iedereen binnen in één groot vak terecht komt en vervolgens gewoon bij elkaar kan gaan staan maakt de mannen met de V op de borst niet uit.

Het vak stroomt vol en de al aan de warming up begonnen spelers worden toegezongen. Als de spelers onder luid applaus na hun warming up naar binnen gaan wordt vakkundig het net dat voor het uitvak is gehangen gedemonteerd en in een hoek van het uitvak neergelegd. Grote kans dat de UEFA dit weer aangrijpt ons een straf aan te naaien, maar dat is dan maar zo. Watching Football is no crime!

We staan voor!

En dan de wedstrijd. Ajax komt snel op 0-1 door Ziyech. Het uitvak ontploft. Tot de 0-1 is het geen seconde stil geweest en een blik om me heen leert dat echt alle vierduizend Ajacieden in het uitvak alles geven. Het geluid dat we maken na die goal moet bij de rest van het stadion door merg en been gaan. Wat een euforie. Alsof de 0-1 de deksel van alle energiereserves open trekt en de Ajacieden op de tribune en op het veld alleen maar harder gaan. Als Neres, na een heerlijke actie van Tadic, dan ook nog de 0-2 maakt dan is de euforie niet te stoppen. Volwassen mannen belanden drie rijen lager dan waar ze begonnen met juichen. Wildvreemden omhelzen elkaar.

Een kunstwerk bestaand uit duizenden losse meesterwerken. Allemaal met een eigen verhaal en allemaal met een eigen ontlading. Maar toch. We hebben nog niets. Voetballen nu. Alles geven. Mentaliteit. Voor de kleuren en de stad. Ondanks kansen over en weer wordt de rust gehaald met een 0-2 stand.

De tweede helft begint Real fel. Ze jagen de Ajacieden af en krijgen kleine en grote kansen. Dit kan niet tot de 90e minuut goed gaan. Ga zelf voetballen. Ga voor die derde. Nu kan één onoplettendheid het verschil zijn tussen kwalificatie en een verlenging. Dan zet Mazraoui een tackel in. Op de bal. Hij probeert de bal binnen te houden. Ik dacht dat hij uit was maar het spel mag verder. Ziyech met de bal op Tadic, Tadic haalt uit. Kruising! Ja! 0-3. Dit kan niet meer mis gaan! Dit kan niet. Mensen hebben tranen in de ogen staan.

Maar dan de blik naar de scheidsrechter. Hij heeft z’n hand aan het oor. Buitenspel kan niet. Was de bal dan toch over de lijn? Minuten duurt het wachten. Een oorverdovend fluitconcert begeleid met UEFA Maffia teksten rollen van de derde en vierde ring naar het veld. Na vijf minuten wachten wijst de scheids alsnog naar de middenstip. Blijkbaar zijn er geen beelden waar met zekerheid is te zeggen of de bal helemaal over de lijn is. Nog een keer juichen. Nul Drie voor!

Het uitvak zet de pogo in. Vierduizend Ajacieden dansen omarmd met de rug naar het veld in de nok van het met 77.000 mensen gevulde stadion. Iedereen is gelijk. Duizenden individuen worden één. Kippenvel en een brok in m’n keel. 

Onverzettelijkheid

Dat Real, ondanks de vormcrisis, prima spelers heeft met individuele kwaliteiten laat Asensio zien. 1-3 met nog 18 minuten plus extra tijd te gaan. Ineens heeft Real aan twee goals genoeg om ons uit te schakelen. Iedereen in het uitvak naait elkaar op. Dit gaan we niet laten gebeuren. Het volume wordt opgeschroefd. Deze avond is van ons.

Vrije trap voor Ajax. Voor de keeper rechts van het 16 meter gebied. Aanloop Schöne, alles en iedereen onder de bal door, het net trilt. Jaaaaaaa! Hij hangt. 1-4!

Weer een marge van drie met nog een kwartier te gaan. Fantastisch. We hebben kwalificatie nu zo stevig in handen. Bluf wordt arrogantie. Op het veld loopt de bal van voet naar voet met de Madrilenen er als lummel achteraan.

Op de tribune zingt het uitvak de thuisvakken toe te gaan staan als ze voor Ajax zijn. Tientallen, nee honderden mensen staan op. Verspreid door het hele stadion. Steeds meer Madrilenen gaan naar huis. Bernabéu is van ons. Madrid is van ons.

Ajax verzuimt verder uit te lopen en Onana onderscheidt zich na een zeldzaam slippertje van Frenkie. Het uitvak scandeert de namen van Cruijff en Suarez en lijkt elke minuut harder te gaan.

Vijf minuten blessuretijd. Ajax tikt de bal rond begeleid door een treiterend heuj heuj heuj bij elk balcontact. De scheidsrechter fluit af. We hebben het geflikt. Voor het eerst sinds 2002-2003 staan we in de kwartfinale van de Champions League. Het Nederlandse blazoen krijgt weer oranje en wit rood witte kleur op de wangen. De hele selectie en technische staf sprinten naar het uitvak. Tien minuten wordt er samen feest gevierd. Om beurten komen een aantal spelers nog een keer terug. Vooral Huntelaar toont zijn blijdschap. Wat een geweldige avond.

Kijkend om ons heen zien we letterlijk duizenden Ajacieden in de Madrid vakken. Ik denk serieus dat we met 6 of 7 duizend daar zijn. Halve vakken zwaaien met wit rood witte sjaals en shirts. 

Cruijff, 1-4

Na anderhalf uur feest te hebben gevierd mogen we weg. Door een soort erehaag van chagrijnige blikken van ME en security verlaten we zingend het stadion. De Madrileense nacht in. Naar het hotel, de nachtclub of naar het vliegveld voor de vroege vlucht terug. Wij wandelen naar de metro.

Onderweg honderden bekenden een handje gevend of omhelzend. We hebben het over Cruijff. En over 20 september 2010. 5 dagen nadat Ajax met 2-0 verloor van Real. 5 dagen nadat Ajax werd weggespeeld door Real. 20 september 2010 was de eerste column van Johan Cruijff in de Telegraaf die de fluwelen revolutie startte. 9 jaar later won Ajax in datzelfde stadion. Met 1-4. Maar dat is logisch. En hoe dit seizoen ook verder afloopt… dit pakken ze ons niet af. Dit is mooier dan een prijs. Dit is trots.

van Pogo tot Popo
Van Pogo tot Popo houdt van Ajax, uit en thuis, nationaal en Europees, en heeft een zwak voor alles wat met sfeer rondom voetbalwedstrijden te maken heeft. Wil de hypocrisie en stemmingmakerij rondom (fanatieke) voetbalsupporters en vooral uitwedstrijden bevechten.

Reageren is niet mogelijk.

0 %