Vergane Glorie: De Bosuil
We schrijven ergens jaren ’50. In de kleedkamers van De Bosuil bereiden het Belgisch nationaal elftal en de tegenstander zich voor op de wedstrijd die komen gaat. De tegenstander zit letterlijk met knikkende knieën in de kleedkamer, te wachten wat komen gaat. Ondertussen maken 60.000 fanatieke Belgische supporters een helse sfeer. De tegenstander weet het onbewust al; Spreekwoordelijk staan zij al met 1-0 achter. Welkom in De Bosuil. Welkom in “De Hel van Deurne”, voormalig thuisbasis van De Rode Duivels en het huidige stadion van “The Great Old” Royal Antwerp FC.
Het stadion is een ware ruwe parel in het huidige voetbal, waar moderne arena’s en schoenendozen op afgelegen industriegebieden ‘hot’ zijn. De Bosuil, zoals het stadion in de volksmond genoemd wordt, is een waar begrip in Europa en heeft een indrukwekkende geschiedenis. De Bosuil heeft iets magisch, in De Hel van Deurne kun je nog genieten van de geur van worsten. Je kunt opeens door je bankje of stoeltje heen zakken, omdat het na 85 jaar intensief gebruik door en door verrot is. Of je vraagt je ineens af waar die doordringende rioollucht vandaag komt en opeens blijkt achter je een massale pisbak voor 60 man te staan. De tribunes stralen iets magisch uit en als je op het veld staat, kun je jezelf letterlijk inbeelden hoe wedstrijden tussen het Nederlands elftal en De Rode Duivels eraan toegingen. Je proeft het; hier ligt authentieke voetbalgeschiedenis.
De bouw van het stadion is ook bewogen. Royal Antwerp FC speelde eerst op ’t Kiel en wilde daar een nieuw stadion bouwen. De grondprijzen waren echter dusdanig hoog, dat werd uitgeweken naar Deurne waar de grondprijzen spotgoedkoop waren. Omdat De Bosuil commercieel geëxploiteerd zou worden, leek de bouw vanwege strenge regelgeving van de Belgische voetbalbond -die bepaalde dat commercie en voetbal gescheiden moest blijven- niet door te gaan. Maar de Antwerpenaren, zo slim als ze zijn, staken daar een stokje voor.
Op 1 november 1923 werd De Bosuil officieel ingehuldigd met de wedstrijd België – Engeland (2-2) en het werd al snel de thuishaven van De Rode Duivels. Memorabel werden de interlands tussen Nederland en België, waarbij de bloeddruk aan Belgische zijde dusdanig omhoog ging, dat er al snel werd gesproken van de Hel van Deurne. Om de massale toeloop van de Belgische fanatieke voetbalsupporters op te vangen, werd het stadion in 1937 en 1956 uitgebreid, naar een uiteindelijke capaciteit van 60.000 mensen. Met name in de periode 1950 tot 1956 kreeg De Derby van de Lage Landen een aparte dimensie; Het Nederlands elftal verloor namelijk 6 keer op rij in De Hel van Deurne. De Belgen waren natuurlijk lyrisch dat ‘de diknekken uit Holland te kakken werden gezet’ en de Nederlanders zwoeren wraak, die jaar in, jaar uit, uitbleef. In 1977 besloot de KBVB de publiekstrekker België – Nederland naar het Heizelstadion in Brussel te verplaatsen. Op 12 oktober 1988 fungeerde De Bosuil voor de laatste maal als gastheer van de Rode Duivels en werd op het veld de wedstrijd België – Brazilië (1-2) afgewerkt.
De Hel van Deurne is echter ook synoniem voor de huidige staat van het stadion. Het stadion is een prachtig allegaartje van verschillende tribunes. Helaas zijn de oude tribunes achter het doel afgebroken, vanwege instortingsgevaar. De situatie werd zo erg, dat Royal Antwerp FC in het seizoen 1997/1998 haar thuiswedstrijden niet meer in De Bosuil mocht spelen, omdat de veiligheid van de toeschouwers niet gegarandeerd kon worden. De Bosuil werd tijdelijk gesloten en de afgelaste wedstrijden voor Antwerp stapelden zich op.
Achter 1 van de tribunes staat een tribune die je in veel stadions ziet, achter de andere tribune staat het Atrium Complex, waarin 800 business seats werden gebouwd. Het complex is een nietszeggende witte kolos, die totaal niet past in de sfeer die De Bosuil uitademt.
De prachtige klassieke hoofdtribune, die nog dateert uit 1923, is een afgebladderd monument, met onregelmatige trappen en tribune delen. In het midden is een ‘eretribune’ met houten stoeltjes gesitueerd, en aan beide zijden staan afbrokkelende, betonnen statribunes. Het dak bestaat uit een mozaïek van golfplaten en als je pech hebt, zit je net onder een lek. De dug-outs van De Bosuil lijken op oude bushokjes. Op de ijzeren frames zit roest, het plexiglas is mat van het vuil en de bankjes van de reserves bestaan uit twee planken. De tribune aan de andere kant van het veld is in een woord indrukwekkend te noemen.
Het stadion is voor de nostalgische voetballiefhebber een waar feest. Vanuit dat oogpunt is het erg jammer dat er plannen zijn om een nieuw stadion in Antwerpen te bouwen, waarmee De Bosuil naar alle waarschijnlijkheid tegen de vlakte gaat.
Een uitgebreider verslag van De Bosuil tref je hier aan. Meer foto’s, klik hier.
De oude stadionlampen
De staantribune voor de hoofdtribune
De tunnels onder de tribunes, nostalgie!
De indrukwekkende tribune aan de andere kant, waar ook de fanatieke kern staat