Topduel bij vv Nunspeet
Je kunt zaterdagen lang op de bank hangen om voetbal uit verre competities te kijken. Of een weekendtrip naar Barcelona, Milaan of Londen plannen om de grootmachten in actie te zien. Maar het is minstens zo mooi om een lokale amateurclub te bezoeken. Helemaal als dat de club van je jeugd is, het sportpark binnenkort volledig wordt gemoderniseerd én er een topwedstrijd op het programma staat. Tijd om sjaal en handschoenen van stal te halen. Terug naar vroeger. Terug naar vv Nunspeet.
vv Nunspeet en de Wiltsangh
Nunspeet is een dorp op de Veluwe. Niet heel verwonderlijk dat hier van oudsher op zaterdag wordt gevoetbald en niet op zondag. De club kende succesvolle periodes. In 1936 werd de vereniging landskampioen bij de zaterdagamateurs. Door de decennia heen promoveerde en degradeerde Nunspeet regelmatig. Dit leverde de twijfelachtige bijnaam ‘Volendam van de Veluwe’ op. Van het seizoen 2008/2009 tot en met 2012/2013 waren de geel-blauwen actief in de Hoofdklasse Zaterdag C, destijds het hoogste amateurniveau in Nederland. In die jaren ontving men gerenommeerde clubs als HHC Hardenberg, Urk en IJsselmeervogels op het door bos omzoomde Sportpark De Wiltsangh.
Dat Nunspeet een rijke voetbaltraditie heeft, blijkt ook uit de spelers die konden doorstromen naar het ‘hogere’ voetbal. Al in de jaren ’30 maakte Aart Westerink (opa van…) de overstap naar het toen grote Z.A.C. in Zwolle. Een paar decennia later verruilde Karel van der Woude Nunspeet voor Zwolse Boys. Daarnaast speelde hij voor het Nederlands Zaterdagelftal én het Nederlands Militair Elftal. Meer recent doemen namen op als René van Dieren (o.a. Feyenoord en Excelsior) en Jesper Drost (o.a. PEC Zwolle en FC Groningen).
De Wiltsangh is sinds 1962 het thuis van vv Nunspeet. Het complex bestaat uit vijf velden, aangevuld met enkele oefenstroken. Helaas is het hoofdveld al geruime tijd voorzien van kunstgras. De meeste gebouwen dateren uit de jaren ’60 en ’70. De overdekte tribune (1971) is het meest opvallende bouwwerk van het complex. Ter ere van de opening werd destijds een oefenwedstrijd tegen FC Twente georganiseerd. Binnen afzienbare tijd zal De Wiltsangh, in navolging van het omliggende gebied, volledig op de schop gaan. Het hoofdveld komt elders te liggen en alle bestaande bebouwing, inclusief de tribune, maakt plaats voor een multifunctioneel hoofdgebouw.
vv Nunspeet – Roda ’46
Zaterdag 15 maart staat er een topduel in de 2e klasse G op het programma. Nunspeet, derde op de ranglijst, neemt het op tegen koploper Roda ’46. Het gat is drie punten; bij winst kan Nunspeet op gelijke hoogte komen. Een overwinning zou de droom van promotie naar de 1e klasse een stuk dichterbij brengen.
De tribune is goed gevuld. Ook op de terrassen bij de kantine en langs het veld is ‘veul volk’ aanwezig. Dat er iets op het spel staat, blijkt uit de blauw-gele rookpotten en het vuurwerk bij de opkomst van de teams. De jonge ‘ultra’s’ (tussen de acht en twaalf jaar) hebben zich achter het doel van Roda geposteerd. Met een grote trommel en opblaasbare blauwe en gele staven moedigen zij hun club aan. Bij toerbeurt rennen de jochies met een vlag rond het veld. Een gemoedelijke, maar toch gespannen sfeer.
De eerste helft is redelijk in balans. Tot dolle vreugde van de meeste aanwezigen maakt Nunspeet na een kwartier de 1-0. Zou het dan toch gaan gebeuren? Op slag van rust maakt Roda de 1-1. Op de tribune juichen opvallend veel mensen mee: de club uit Leusden heeft ook het nodige publiek meegenomen. Na rust is er nog maar één ploeg die aanspraak maakt op de overwinning: Roda. Uiteindelijk mag Nunspeet blij zijn dat het bij 1-3 blijft. Er had nog meer ingezeten voor de uitploeg.
Dát gevoel…
In de rust begeven mijn dochters en ik ons naar de kantine. We worden aangesproken door een oudere heer. Of ik een zoon van Westerink ben? Dat ben ik. Op mijn vraag wie hij is, klinkt het: Karel van der Woude. Zonder het te weten heb ik een halve wedstrijd naast een clublegende en international gezeten.
Na de wedstrijd lopen we nog een rondje rond het hoofdveld. We passeren de kleedkamers waar ik zo’n dertig jaar geleden zelf mijn voetbalkloffie aantrok. Op de terrassen zie ik gezichten die ik herken, maar waar ik geen naam bij kan plaatsen. In de kantine roept iemand mijn naam: ‘Westerink!’ Het is de jongen die in de D5 onze keeper was. Een jongen van een jaar of veertig inmiddels.
De wetenschap dat De Wiltsangh op de schop gaat en de tastbare herinnering zal verdwijnen, doet ergens een beetje pijn. Het is niet anders, de tijd gaat nu eenmaal verder. Maar ga nog eens terug naar de plek waar de liefde voor het spelletje begon. Dát gevoel is maar moeilijk te vervangen.