Roy Keane. De tweede helft.
Biografieën van voetballers. Niet zelden vallen ze enorm tegen. In Nederland kennen we de voetbalbiografie amper, maar in Engeland verslinden ze biografieën als Grieken Europese subsidies. Iedere zichzelf respecterende voetballer heeft een biografie uitgebracht, of zelfs meerdere. De overtreffende trap hierbij is Wayne Rooney, die meer boeken uit gaat geven dan dat hij hersencellen rijk is. Tien biografieën moeten er liefst op de markt komen van de Engelse ster.
Zijn oud-ploeggenoot bij Manchester United doet het rustig aan, hij is pas toe aan zijn tweede biografie. Volgens de ronkende achterflap is de autobiografie meer een bekentenis. Keane is zelfkritisch en zelfbewust. Hij is geestig en toont wijsheid op allerlei terrein.’
Keane is inderdaad eerlijk in zijn boek. Hij vertelt over vechtpartijen in hotels, dat hij nooit bij Celtic had moeten tekenen, zijn korte carrière als trainer en zijn huidige baan als voetbalcommentator. De voormalig aanvoerder van United en Ierland was tijdens zijn periode een kleurrijk persoon dat duels niet uit de weg ging. Ook in zijn boek gaat hij niemand uit de weg. Keane is af en toe fel, openhartig en zelfkritisch. Hij geeft toe dat hij veel fout heeft gedaan, vooral na zijn jaren bij Manchester United.
En toch beklijft het niet. Een biografie moet je raken, naar de strot grijpen als het even kan. Ooit las ik de biografie van Robert Enke. Nadat ik het boek dicht deed was ik even stil. Zo behoort een biografie te zijn. Het hoort je te raken, of te inspireren. Dat doet Keane geen moment. Het boek sukkelt door waarbij de Ier tussen neus en lippen door vertelt dat hij Schmeichel een lul vond, dat Christiano Ronaldo een fantastische voetballer is, welke miskopen hij allemaal deed als trainer of dat hij een hekel heeft aan de kleur blauw.
Is het dan een slecht boek? Nee, absoluut niet. Maar ik had meer verwacht. Ik hoopte op daadwerkelijke onthullingen. Die zijn er amper. Nieuwe informatie is nog geen onthulling. Er staan genoeg vermakelijke anekdotes in maar geen moment is het boek even imponerend als dat de Ier was als voetballer.
Roy Keane. De tweede helft.