De aankondiging dat Ajax het in een oefenwedstrijd zou opnemen tegen de Belgische topclub Anderlecht zorgde voor veel nostalgische reacties bij de Ajax-supporters en voetballiefhebbers in het algemeen. Niet vanwege het affiche tussen de succesvolste club van Nederland en België, maar door de locatie. Deze oefenwedstrijd zou namelijk gespeeld worden in het Olympisch Stadion van Amsterdam. Een locatie die niet alleen van grote historische waarde is voor het voetbal, maar voor de Nederlandse sport in het algemeen. Dat er eindelijk weer eens gevoetbald werd in het Olympisch Stadion was een goede reden om eens af te reizen naar Amsterdam.
Sportgeschiedenis
De historische waarde van het Olympisch Stadion is bijna te veel om op te noemen. Origineel is het stadion, zoals de naam al zegt, gebouwd als thuisbasis voor de Olympische Spelen van 1928. Dit blijft tot op heden de enige Olympische Spelen die in Nederland gehouden zijn. Ook voor wielerliefhebbers is het Olympisch Stadion een beginpunt van de sportgeschiedenis. De allereerste Tour de France etappe in Nederland, in 1954, werd namelijk gestart door de landenploegen vanuit het Olympisch Stadion. Ook het WK baanwielrennen is meerdere malen gehouden in het stadion zelf.
Recentelijk heeft het stadion nog een plekje verworven in de schaatsgeschiedenis door het WK allround schaatsen te organiseren. Voor hardlopers is het stadion tevens een bekend aangezicht. Al 18 jaar lang is in het Olympisch Stadion namelijk de start en finish van de befaamde marathon van Amsterdam. Ook de eerste seizoenen van het avontuur van de Amsterdam Admirals in het American Football vonden plaats in het Olympisch. Dit mislukte avontuur in deze Amerikaanse sport werd officiëel afgesloten in 2007 in het Olympisch Stadion.
Het Amsterdamse voetbalwalhalla
Het Olympisch Stadion heeft dus duidelijk een grote invloed gehad op de Nederlandse sport. Haar invloed op het Nederlandse voetbal is echter nog vele malen groter geweest. Zeker voor de ontwikkeling van het Amsterdamse voetbal is het stadion van ongekende waarde geweest. Het Olympisch Stadion en haar bijvelden is thuisbasis geweest voor de profs van Blauw-Wit Amsterdam en “de lieverdjes” van FC Amsterdam. Ook AFC DWS had het stadion jarenlang als thuisbasis. De club die onder andere Ruud Gullit en Frank Rijkaard voortbracht wist in dit stadion in 1964 zelfs geschiedenis te schrijven. De ploeg was de eerste en voorlopig laatste club die erin slaagde om als promovendus direct het kampioenschap van de Eredivisie te behalen.
Naast al deze Amsterdamse clubs is het stadion misschien nog het meest bekend als de plek waar Ajax haar Europese succesen wist te behalen. Het stadion van Ajax was natuurlijk De Meer, maar voor echt belangrijke wedstrijden werd toch altijd uitgeweken naar het Olympisch vanwege de capaciteit. Dé wedstrijd die Ajax naar de Europese top bracht werd hier gespeeld. De legendarische mistwedstrijd waarbij de Ajacieden het Liverpool van Bill Shankly met 5-1 versloeg in de hevige mist werd gespeeld in het Olympisch. Hier kroonde Ajax zich enkele jaren later ook tot wereldkampioen door de Argentijnen van Independiente met 3-0 te verslaan. In 1992 wist Ajax op gelukkige wijze het Italiaanse Torino daar op 0-0 te houden en zo de UEFA Cup te winnen. Tijdens alle seizoenen dat Ajax de Europa Cup I wist te winnen werd de route naar de finale gemaakt in het Olympisch Stadion.
Internationaal grote naam
Ook op het internationale podium was het Olympisch Stadion tijdenlang een grote naam. In 1962 was het stadion gastheer van de belangrijkste wedstrijd in het clubvoetbal. De Portugese superster Eusebio leidde zijn team in het Olympisch Stadion langs het Real Madrid waar Ferenc Puskas een hattrick scoorde om de Europa Cup I te winnen. Precies 15 jaar later was het stadion het toneel voor de finale van de Europacup II. De Noord-Duitsers van HSV pakten hun eerste Europese prijs tegen de Belgen van Anderlecht. Ook AZ koos voor het Olympisch Stadion toen zij een tweeluik mocht spelen voor de finale van de Europa Cup II. De Alkmaarders waren echter niet opgewassen tegen het Ipswich Town van Frans Thijssen en Arnold Muhren.
Het Olympisch Stadion heeft naast het vele clubvoetbal ook vaak de eer gehad om het Nederlands Elftal op haar veld te zien spelen. 77 maal kwam Oranje uit in het Olympisch Stadion. Slechts in de Kuip speelde de Nederlandse helden vaker. Tijdens de Olympiche Spelen zelf, maar ook tijdens de WK-Kwalificatie en EK-Kwalificatie werd het Olympisch Stadion door Oranje gebruikt. Na de legendarische overwinning op het EK 1988 kwamen de spelers terug als helden. De eerste interland die de Europees Kampioen toen speelde was natuurlijk in het Olympisch Stadion.
Ouderwets avondje voetbal
Qua voetbalgeschiedenis kan het Olympisch Stadion alleen worden vergelijken met De Kuip. Tel je echter de sportgeschiedenis er nog bij op, dan wordt duidelijk dat het Olympisch Stadion hét stadion van Nederland is. Om daar nog eens een wedstrijd te zien is logischerwijs een ‘moetje’. Toen Ajax aankondigde dat het de oefenwedstrijd tegen Anderlecht hier zou spelen was mijn keuze dus snel gemaakt. Voor 10 euro ging ik eens een avondje Olympisch meemaken. Ik was duidelijk niet de enige die er zo over dacht. De ongeveer 7.000 plaatsen die beschikbaar waren, waren binnen een dag uitverkocht.
Een stadion als het Olympisch verdiende eigenlijk beter dan een oefenwedstrijd die nergens om ging. De eerste helft deed Ajax nog goed haar best om de supporters aan de goude tijden te laten denken. De Ajacieden speelden erg mooi combinatievoetbal met volop hakjes en andere fraaie acties. In de tweede helft daalde het niveau van Ajax echter zo zwaar dat het pijn deed aan de ogen. Beter was het om te kijken naar het schitterende Olympisch Stadion en te denken aan de vele geschiedenis die zich hier had afgespeeld. Ajax verloor uiteindelijk met 3-1, maar dat deed voor mij niks af aan de avond. Ik had een wedstrijd gezien in het Olympisch Stadion, iets wat ik iedere voetballiefhebber van harte kan aanraden!
Foto’s
