Columns

Jingle bell, jingle bell, Helmonders in de cel

De nieuwe collectie van PGWEAR is nu verkrijgbaar bij PGWEAR Nederland. Profiteer van gratis verzending vanaf 75 euro (NL+ BE) en zorg dat jij klaar bent voor al die mooie awaydays die gaan komen dit seizoen!

Eind oktober 2009 volgde ik thuis als trouwe (althans: kantine-) aanhanger van Helmond Sport live de loting van de achtste finales van de K.N.V.B.-beker waar de oud eredivisionist zich moeiteloos voor geplaatst had (ten koste van amateurclubs). Kijkcijfers van dat programma lager lagen dan dat van Tommy Teleshopping. “F.C. Twente” las de ballengraaier voor en begon weer ongeïnteresseerd te grabbelen naar een plastic bal om de tegenstander te gaan bepalen. “Dèh zou ’n vette tegenstander kenne zijn, maat!” riep ik. Enkel mijn aandachtsloze vriendin zat naast me.

Mijn gedachten gingen uit naar een verhaal eind tachtiger jaren toen de aloude ‘AA-siders’ van Helmond Sport voor het laatst naar Twente afreisden. Die droegen een spandoek waarop stond: ‘Tukkers, Tuck off!’. Vervolgens gingen zij zelfs in de aanval tegen een overmacht aan Twente fanatici. Bron? Toen ik als pubermènneke op familievakantie was in Twente, was ik o zo stoer een shirt te dragen waar achterop een levensgroot stadswapen van Helmond gedrukt stond. En dat op een bezopen dorpsfeest waar De Zingende Fresia’s optraden. Twee beschonken boeren uit Neede bedreigden me en deden het aanbod of ik de feesttent uit wilde worden gebokst. Maar het bleek gelukkig allemaal een act. Ik kreeg een biertje van ze! Lustte dat helaas helemaal niet (“Kan je me ook Cassis geven?”). Avondlang brainwashten de twee bonkige beren me met oorlogspropaganda over F.C. Twente’s roemruchte Vak P – waar zij graag geziene gasten waren – én de eenmalige ontmoeting met Helmond Sport supporters. Welke rechtgeaarde Hellemonder is nu niet trots op zo een godenverhaal?

Het pispaaltje onder de K.N.V.B.-officials opende een tweede balletje en continueerde: “F.C. Twente neemt het op tegen Helmond Sport.” Ik besloot om tegen het plafond te vliegen.

Naast mij vonden meer Helmond Sport supporters die geen trouwdag achter de rug hadden 23 december 2009 de mooiste dag van hun leven. Natuurlijk ook de reeds gescheiden mannen. Plus de getrouwde mannen, niet te vergeten.

Vlak voor matchday besloot de Enschedese burgemeester dat er toch géén Helmonders welkom waren in zijn stadscentrum. Waarschijnlijk had hij een nachtmerrie gehad over niet vergaand onkruid dat zijn tuin overwoekerde. Met zijn plotse beslissing maakte de burgervader als een kat in het nauw rare sprongen, maar in de volksmond heten Helmonders gelukkig ‘Kattenmeppers’. We besloten daarom ’s middags koers te zetten naar Apeldoorn. Ons dagje ‘On the Road’ moest doorgaan, maakte geen zak uit waarheen! Een bus werd volgeladen met wild. Zo ontstond de wilde bus. In de bus dronk ik één à twee à drie à vier à vijf à zes à zeven bierblikken leeg. Naast ‘goeiekouwpe’ ook prijswinnende luxepilseners zoals het Poolse ‘Tyskie’ en Tsjechische ‘Urquell’. Maar ik kwam tot de constatering dat ik geenszins aan het fijnproeven was die dag. Wat ik mij herinner van de heenweg? Een bult herrie, nondekadet!

We denderden de wilde bus uit. Als een kind zo blij huppelden we in Apeldoorn richting Ierse Pub ‘Finnegans’. Sociaal als we waren, hielden we de kroegdeuren open, opdat reeds aanwezige bezoekers – die als de wiedeweerga hun jassen aantrokken – naar buiten konden snellen. Vervolgens enterden we de pub. De bardame griste een bier uit m’n klauwen en verklaarde dat ik die niet in de pub had aangeschaft. Ik zei van wel. Ze snauwde: “Wij verkopen geen blikken, maar glazen”. Ik zei: “Nietes”. Haar laatste opmerking was scherp: “En we verkopen al helemaal geen Schultenbräu”. Ik ging de confrontatie uit de weg en verstandig klom ik op de bar. De bardame vond dit geen goede locatie. Vanaf de bar dook ik in een stevige, brede, leren fauteuil. Hoe dan ook: de stevige, brede, leren fauteuil kantelde om. De bardame kreeg een burn-out. Ze verdween. Ik vond het reuzegezellig. Uit volle borst klonk het tweede couplet uit ons curieuze clublied: “Hhhhja boem! Knal! Hey! -Jaà? Hèdde dèh geheurd? -Neej? Van de westtribune is ’n bommetje gepleurd. -Ohh! De dader wordt gevat en onmiddellijk bekeurd, we gàn ’n pilske pakke, wàh gebeurd is, is gebeurd”. Het brein achter dit nummer laat zich noemen als ‘De Vender’. Het waarom achter zo’n benaming zal voor mij altijd schimmig blijven, ik weet dat het zijn achternaam niet is namelijk. Ondertussen toonden wij ons talent voor halve liters absorberen en roken als een dolle. Dat laatste mocht ín de kroeg! Dat gevoel heerste in ieder geval. Oei, een toiletdeur en -spiegel bleken ernstig beschadigd. Wel, je hebt wildplassen en je hebt wíld plassen. Godsakker, iemand tikte met zijn elleboog een klein ruitje uit het voorportaal. Om de barman te bedaren (hij kon zomaar de politie anrufen), kreeg de vandaal zélf een elleboog – een corrigerende – van een andere Helmonder. De barman leek tevreden naar ons idee, gezien zijn ‘instemmende stilzwijgen’.

We moesten aansluiting vinden bij de bussen die wél netjes in de avond Helmond hadden verlaten. Omdat ik héél erg tipsy was, dien ik een score toe aan mijn herinneringen van de vervolgreis naar Enschede: een ruime onvoldoende. Vaag hoor ik de volgende, legendarische, zinnen die des nachts nog wel eens door mijn hoofd heen suizen…“Waarom stúh diejen bus stil op d’n snelweg!?”, “Làt ons eroit, chauffeurspet.”, “Agent, wat is er loos, wij willen graag naar de wedstrijd, mogen wij erdoor?”, “Agent, hèdde gài ooit ’n kopstoot gehad!?”. We werden onder M.E. begeleiding teruggestuurd naar Helmond. Op de terugweg begonnen wij te stampvoeten. Uitkomst: één Helmonder had een blauw oog gekregen, tegelijk liep één M.E.’er precies dezelfde blessure op. Saamhorigheidsgevoel leverde dat verder niet op. De M.E. pikte het niet, terwijl het Oude Testament nog wel spreekt van oog om oog, tand om tand. Ik, Hellemondse gròtsmoewl, werd uit de bus geflikkerd. Als een emmer water bij een brand, werd mijn lichaam door talloze M.E.’ers doorgegeven, tot ik helemaal voorin op mijn buik belandde bij het trapje van de busuitgang. Een laatste M.E.’er trok me aan mijn armen naar buiten. Zoals een slang van een rotsformatie naar beneden zou glijden, gleed ik de traptreden af, mijn kop stotend aan elk van die treden. Mijn brede broer vloog boos naar de voorkant van de bus! Vervolgens vloog hij uit de bus. Één nachtje zitten voor hem, twee voor mij!

Kerstavond 24 december 2009 vierde ik in een Arnhemse cel. Mijn ontbijt op Eerste Kerstdag: twee voedingsstofarme, boterloze, witte sneetjes brood met kipfilet. Het kon ook kalkoenfilet zijn. Maar sowieso geen exemplaar met kruiden erop. Het viel allemaal wat tegen. Bij het verlaten van het politiebureau trof ik een kerstboom bij de uitgang aan. “Prettige Kerst” zei ik en pakte de trein. Ik las krantenkoppen over een wilde bus die teruggestuurd was naar de hel waar ie vandaan kwam en bereidde me voor op het maken van verontschuldigen bij mijn schoonfamilie. Voor het missen van het Kerstavond-diner. Mijn vriendin was op de hoogte van álles. Het enige waar Helmond Sport fanatiekelingen het tegen afleggen zijn lompe boerinnen uit het ten noorden van Helmond gelegen dorp Aarle-Rixtel. Maar mijn schoonfamilie, skàtje en m’n eigenste goeie familie waren simpelweg superblij me terug te hebben! Dankzij de wilde busreis met de harde kern van Helmond Sport, werd het een onvergetelijk fíjne Kerst.

De Houtkrul is een anonieme schrijver die wij graag een plaats geven op onze website! Deze artikelen zijn (vaak) eerder verschenen op We Are Helmond.

In de Hekken
In de Hekken brengt vanaf 2010 een doorlopende ode aan de voetbalsupporter, en is sinds die tijd één van de grootste websites voor (fanatieke) voetbalsupporters in Nederland en België.

Ook leuk om te lezen

Reageren is niet mogelijk.

Volgende artikel:

0 %