Het Südstadion in Gelsenkirchen: megastadion voor een amateurclub (2)
Ooit dachten ze bij Eintracht Gelsenkirchen dat ze de aanval konden openen op het grote Schalke 04. Die club werd geteisterd door schandalen en stond op het punt te degraderen naar het tweede (en regionale) niveau. Datzelfde tweede niveau waar Eintracht al tijden floreerde. De rood-blauwen leken daadwerkelijk een goede kans te maken om dé club van Gelsenkirchen te worden. Hoe dit verhaal afloopt valt wel te voorspellen. Schalke 04 is vandaag de dag nog altijd een van de topclubs van Duitsland, terwijl niemand ooit van Eintracht Gelsenkirchen heeft gehoord. Slechts één ding herinnert nog aan de glorietijd van die club: het Südstadion in Gelsenkirchen. Een monument van de tijd, overgenomen door de natuur.
Obsessie
Waar we eerder op de dag bij Teutonia Schalke-Nord zo ongeveer verdrinken in de verwijzingen naar Schalke 04, is bij het Südstadion niets van die Königsblauen te bekennen. De rivaliteit is natuurlijk niet meer zoals die vroeger is geweest, maar een intense vriendschap is het ook niet te noemen. Niet vreemd ook, de geschiedenis van Eintracht is op zijn minst tumultueus te noemen. In de jaren 50 en 60 was de club een van de grotere spelers in het regionale voetbal. Voor grote delen van de tijd was de club actief op het tweede niveau, toentertijd nog regionaal voetbal. Grote broer Schalke 04 was actief in de Bundesliga. Even leek het erop dat er een derby van Gelsenkirchen gespeeld zou worden, toen Schalke 04 een val leek te maken nadat de club op een degradatieplaats was geëindigd. De bond besloot echter om het aantal clubs uit te breiden en dus werden die Königsblauen gespaard.
Voor Eintracht Gelsenkirchen werd het verslaan van Schalke 04 een onhaalbare obsessie. De club bleek simpelweg net ietsje groter en leek ook altijd het geluk aan haar zijde te hebben. Wat de haat nog eens verergerde, was dat Schalke 04 met grote regelmaat probeerde om de talentvolle jeugdspelers bij haar stadsgenoot weg te kopen. In een poging om het laatste zetje richting de Bundesliga te geven, werd gekozen voor een nieuw stadion. Met 20.000 plekken moest het Südstadion het ontbrekende puzzelstukje zijn.
Het Südstadion
De Bundesliga werd helaas nooit gehaald. Het Südstadion was wel een groot succes, ruim 15.000 supporters zagen er regionale topwedstrijden tegen clubs als Rot-Weiss Essen, Wuppertaler SV en SV Bochum. Deze mooie tijd duurde maar een kleine 6 jaar. In een nieuwe poging om toch de Bundesliga te halen, werd overgegaan tot een fusie. Samen met STV Horst, ontstond het nieuwe STV Eintracht Gelsenkirchen-Horst. Vijf jaar later werd Eintracht langzaamaan weggehaald uit de fusie en bleef alleen STV Horst over. Het was een stil einde van een roemruchte club.
En toch gaan wij vandaag naar een wedstrijd van Eintracht Gelsenkirchen in het Südstadion. Hoe dan? In 1997 besloot Fortuna Gelsenkirchen, opgericht in 1930 en al spelend in het Südstadion, om haar naam te veranderen naar Eintracht Gelsenkirchen. Tevens nam de club de geschiedenis en traditie over van de originele club. En daarmee keerde een historische club ‘onofficieel’ weer terug in het Duitse amateurvoetbal. Sportief schippert de club tussen het 7e en 10e niveau; de lagere regionen van het amateurvoetbal dus. Vandaag staat er een oefenwedstrijd op het programma tegen het nabijgelegen SV Bochum-Vöde.
Overwoekerd
Al vanaf de eerst aanblik is het Südstadion een imposant bouwwerk om te zien. Plaats voor 20.000 mensen heeft het allang niet meer. Onderhoud aan de staantribunes is zo te zien compleet opgegeven. De natuur heeft hier al tijden lang vrij spel. De bloemen en planten groeien al hoger dan de crush barriers die er nog altijd zijn. Dit is geen werk van maanden, maar van jaren. De club heeft de staantribunes ook officieel als onbegaanbaar verklaard. Niet dat er nu te weinig plek is in het stadion, met tientallen supporters is er ook zonder drie kwart van het stadion nog genoeg ruimte om afstand tot elkaar te bewaren.
Naast al deze overwoekerde tribunes is er nog één tribune die wel in gebruik is. De ruime hoofdtribune, die bijna de gehele lange zijde vult, is nog wel begaanbaar. Gevuld met houten bankjes op de eerste rijen, en plastic bankjes op de hogere rijen, is het een mooi plaatje. Op de muur bovenaan is met rode letters op een lichtblauwe achtergrond de clubnaam te lezen. Aan de zijkanten heeft vroeger waarschijnlijk glas gezeten. Tegenwoordig zit er gewoon een gat. Ook hier is op sommige plekken de natuur al een weg aan het zoeken. In de tweede helft zoekt iedereen deze tribune op als er plotseling een hoosbui uitbreekt.
De wedstrijd zelf is van een belachelijk slecht niveau. De eerste tijd komt het enige gevaar van twee penalty’s, waarbij er eentje huizenhoog over wordt geschoten. En toch is het een schitterend beeld om te zien dat er nog gevoetbald wordt in zo’n historisch stadion. Het is er tenminste eentje dat heeft kunnen ontkomen aan de sloophamer. Het is uiteindelijk de thuisploeg die aan het langste eind trekt en in het massieve stadion met 2-1 de oefenwedstrijd wint.