De onweerstaanbare aantrekkingskracht van Italië
Voetbalwedstrijden bijwonen in verschillende landen is altijd een bijzondere ervaring. Elk land heeft zijn eigen unieke sfeer en tradities, en het ontdekken van nieuwe voetbalculturen is een avontuur op zich. Hoewel ik respect heb voor alle vormen van voetbalbeleving, heb ik een duidelijke voorkeur voor bepaalde landen. Oostenrijk, Zwitserland, Zweden en Griekenland bieden stuk voor stuk fantastische momenten, maar één land steekt er voor mij met kop en schouders bovenuit: Italië.
Italië is niet alleen de bakermat van de ultras-beweging, maar biedt ook een sfeer die zelfs na vele jaren mijn hart sneller laat kloppen. Ondanks indrukwekkende sfeeracties in Duitsland, spectaculaire pyroshows in Polen en hogere bezoekersaantallen in andere competities, blijft de passie en mentaliteit van de Italiaanse tifosi onovertroffen.
Italië: Sfeer, uitdagingen en verrassingen
Hoewel de beleving in Italië geweldig is, is het er niet altijd even gemakkelijk. Tickets bemachtigen kan een uitdaging zijn, en pas op het laatste moment weet je soms of er uitsupporters of zelfs überhaupt publiek wordt toegelaten. De stewards variëren van uiterst vriendelijk tot ronduit lastig, en de politie kan ook een factor van onvoorspelbaarheid zijn. Toch weerhoudt niets mij ervan om telkens weer naar het zuiden te reizen om een Curva in actie te zien.
Mijn laatste reis begon in Chioggia, een schilderachtig stadje in de zuidelijke lagune van Venetië. Het stond bekend als een soort “klein Venetië”. Ondanks sneeuw in de Alpen bereikte ik de stad na zeven uur rijden. Helaas bleek de wedstrijd van Clodiense tegen Lanerossi Vicenza niet in het prachtige “Aldo e Dino Ballarin”-stadion gespeeld te worden, maar 80 kilometer verderop in Legnago.
Van Chioggia naar Legnago: Een teleurstellend alternatief
Het Ballarin-stadion is een pareltje, met vier losse tribunes en een unieke ligging naast de lagune. De wedstrijd kon hier echter niet plaatsvinden, omdat renovaties voor de eisen van de Serie C nog niet waren afgerond. Tot mijn spijt moest ik dus naar het atletiekstadion “Mario Sandrini” in Legnago, een sfeerloze locatie zonder curva, om de wedstrijd te bekijken.
De ultras van Clodiense boycotten uit protest alle wedstrijden in Legnago, wat de sfeer extra dempte. Gelukkig maakten de 552 ultras van Vicenza veel goed. Hun gezangen waren melodieus en indrukwekkend, ondanks de matige omstandigheden. Interessant is dat zij de naam “Lanerossi” gebruiken, een verwijzing naar de textielfabriek die de club ooit sponsorde.
Een wedstrijd van twee helften
De wedstrijd zelf was wisselend. Vicenza domineerde de eerste helft en ging met 0-2 de rust in. Na de pauze kwam Clodiense sterk terug, maar het was niet genoeg om de punten te pakken. De ultras van Vicenza bleven echter de hele wedstrijd zingen en steunden hun spelers tot het einde.
Ondanks de teleurstelling over de locatie gaf de avond me weer een unieke inkijk in de Italiaanse voetbalcultuur. Het was geen heksenketel, maar de passie van de tifosi bleef onmiskenbaar. Voor Clodiense was dit waarschijnlijk de laatste wedstrijd in Legnago, wat geen groot gemis zal zijn voor de supporters.
Italië blijft verrassen
Terugrijdend naar Chioggia dacht ik aan wat had kunnen zijn: een wedstrijd in het sfeervolle Ballarin-stadion, met de lagune op de achtergrond en een thuis-curva vol gepassioneerde supporters. Maar misschien is het juist die onvoorspelbaarheid die Italië zo bijzonder maakt. Elke reis is een avontuur, en elke wedstrijd heeft zijn eigen charme. Italië blijft het land waar mijn supportershart sneller van gaat kloppen.