Belfast. Een rauwe stad. Een rauwe derby!
Belfast. Nummer 1, 2 en 3 op menig groundhopperslijstje. Ook op dat van ons. En gek als we zijn op derbies kunnen we niet anders dan dit pareltje te bezoeken tijdens the big Two derby, tussen Glentoran en Linfield. De twee meest succesvolle clubs van noord-Ierland die traditioneel op boxing day de degens kruisen. Een bezoek aan de derby en aan de stad. Verdeeld. Rauw. Eerlijk en met passie!
Murals
Om het echte en rauwe Belfast te begrijpen moet je de stad uit en de woonwijken in. Je loopt via Falls Road en Shankill Road letterlijk tussen twee werelden. Aan de ene kant het nette en schone katholieke deel waar een enkele vlag van Ierland of Celtic hangt. Het rommelige en treurige met Union Jacks versierde protestantse deel aan de andere kant. Een metershoge ‘peace wall ’ scheidt beide helften. De meest misplaatste benaming die ik me voor kan stellen.
Aan de katholieke zijde murals waar de republikeinse strijders worden herdacht en de band met vrijheidsstrijders uit Palestina en Catalonië wordt gevierd. Aan de protestantse zijde wordt Israël geëerd en worden de unionistische kameraden aanbeden. Dwars over de straat loopt een hek dat dagelijks wordt gesloten. Dat de stad op slot zet. Wij wandelen door de hekken heen. Iets dat veel locals liever vermijden. Zo dicht bij, maar toch zo ver weg.
Strijd
En dat door twee groepen die een andere interpretatie hebben van het Christelijke geloof. Zo wordt het tenminste genoemd. Het gaat echter veel verder dan dat. Al in de 17e eeuw troffen de katholieke en protestanten, onder leiding van Willem III, elkaar op het slagveld. Twee groepen die al honderden jaren tegen elkaar strijden. Die zich beiden tekort gedaan voelen. De katholieke minderheid voelde zich tientallen jaren gediscrimineerd door de protestanten. Bloedige aanslagen en net zo bloedige represailles van het Britse leger tijdens The Troubles volgden. De protestantse meerderheid die haar verleden wil eren maar zich door verboden routes bij de 12 juli oranjemarsen weer onderdrukt voelt.
Voor een buitenstaander lijkt het zo makkelijk. Accepteer elkaars cultuur, kijk de andere kant op en ga samen verder. Was het maar zo makkelijk. Het is echter geen strijd meer tussen religies. Het is zij tegen ons. Het sektarisme lijkt steeds meer te groeien. De muur die veiligheid moet bieden zorgt nog steeds voor een verdeelde stad. Meer dan honderd muren die als een litteken door het hart van miljoenen lopen.
Simon
Om twaalf uur melden we ons in de stromende regen in East Belfast. Met op de achtergrond de grote gele droogdoks van Harland and Wolff Heavy Industries, bekend van onder meer de Titanic, straalt de rauwe kant van Belfast door tot in the Oval.
De regen die met bakken omlaag komt lijkt onderdeel te zijn van het meubilair. We hebben met Simon afgesproken. We ontmoeten hem in de fanshop. Bij Glentoran ook wel Superstore genoemd. Diegene die deze naam heeft verzonnen moet rechtstreeks van de positiviteitsgod afstammen. Magneten hebben ze niet. Of ja, er hangt er een als decoratie. Die hebben we dus voor drie pond gekocht. Sjaaltje scoren en met Simon op pad.
Simon is Glentoran. Al in september hebben we contact met hem gezocht. Hij was graag bereid ons voor de derby rond te leiden. Vanaf dat moment mailt hij meerdere keren. Vandaag horen we dat er nog 150 aanvragen voor wedstrijddag rondleidingen open staan. Al die 150 krijgen waarschijnlijk te horen dat de clubkleuren afstammen van het cricket, de voorloper van de voetbalclub. De problemen die dat met zich meebracht toen de Glens in Israël speelden, waar die kleuren wel erg leken op de Palestijnse vlag. Of die ene wedstrijd die George Best voor Glentoran speelde, waarna ze hem wegstuurden omdat hij te klein was.
Identiteit
Waar je ook bent tijdens de rondleiding, overal neemt hij de tijd voor je. In de kleedkamers, waar hij de namen van weleer met liefde uitspreekt. Of in de bestuurskamer, waar de klok hangt die Ajax cadeau gaf aan Glentoran voor de eerste ronde van de UEFA Cup in 1975-1976. Op het veld, waar hij uitlegt hoe moeilijk de drainage is en de vossenplaag van vorig jaar bespreekt. Met de toevoeging dat de beestjes levend zijn gevangen met hondenvoer en vijf kilometer verderop zijn uitgezet.
Maar ook hoog op de tribunes van the Main stand, deels nog bestaand uit houten stoeltjes, en met uitzicht over de docks. Simon is net als Glentoran. Hij ademt voetbal zoals het ooit is bedacht. Een uur voor de wedstrijd laat Simon ons achter in de bar, waar een welverdiende pint en cola op ons wachten. Ook daar valt de hartelijkheid op van de veelal in clubkleuren gehulde fans. Iedereen wil een praatje maken en weten waarom we naar Glentoran komen kijken. Dat wij de eigenheid van de club en het stadion zo bijzonder vinden is voor hen weer bijzonder.
Derby time
We besluiten op tijd een plek uit te zoeken. We kunnen kiezen tussen de terraces en de main stand en kiezen voor dat laatste. Dicht bij een groep fanatieke Glens en met goed uitzicht op het uitvak. We hopen op dezelfde interactie tussen thuis en uitfans als tijdens de Dublin Derby op Dalymount Park eerder dit jaar. Voor vandaag zijn er zesduizend kaarten verkocht. Eerlijk verdeeld over thuis en uitsupporters. De Linfield fans kleuren de staantribune en de Railway stand blauw, terwijl de Glens de andere staantribune en mainstand vullen. Op een enkel blauw rookpotje bij opkomst na gebeurt er weinig. Wat gebaren over en weer en wat laffe songs tijdens de warming up bepalen het beeld. Blijkbaar heeft Linfield een klein Ultra groepje. Een mannetje of tachtig, uitgerust met trommel en vlag is vocaal vrij actief.
Saamhorigheid
De sfeer is bij aanvang wat mat. Tot in de derde minuut er een massaal applaus van de tribunes klatert. Fans van beide clubs vergeten even de rivaliteit en herdenken Harry Marcus, de afgelopen week overleden baby van Glentoran aanvoerder Marcus Kane. De bal gaat over de zijlijn en spelers en arbitrage nemen het applaus over. Sport verbroedert maar weer eens. Dat verandert als in de zevende minuut Elvio van Overbeek met een hakbal achter het standbeen de 1-0 scoort.
The Oval ontploft. De ballenjongens achter het doel springen bijna het uitvak in. Als reactie duiken enkele uitvakbewoners de hekken in waar ze door de stewards in een vloeiende beweging weer vanaf worden getrokken. Het helpt het niveau op het veld en de sfeer niet. Iedereen leeft enorm mee, maar tot vocale steun komt het niet. Het is vooral hartstochtelijk vloeken en roepen. M’n achterbuurman roept bij elke vrije trap of corner “Watch the keeper. He’s all over him.” Goed wordt het de eerste helft niet, bevlogen des te meer.
Ontlading
De tweede helft lijkt pas te ontbranden als Linfield op 1-1 denkt te komen. De goal wordt afgekeurd vanwege buitenspel wat de thuisfans weer een reden geeft de kelen te smeren. Als een kwartier voor tijd Plum de 2-0 binnenschiet ontploft the Oval voor de tweede keer. Verschillende kerstliederen worden aangevuld met wat scheldwoorden en de woorden Linfield of Blues en de hele main stand staat met de armen gespreid te zingen.
Als diezelfde Plum vanaf de penaltystip de 3-0 binnenschiet schalt Jingle Bells van de feestende tribunes. “Jingle Bells, jingle Bells, jingle all the way. Oh wat fine it is to beat the blues on boxing day, he!” De meeste Linfield supporters zijn dan al op weg naar huis. Dat kan voor de hen nazwaaiende Glens de pret niet drukken. Zij winnen de traditionele boxing day klassieker en verkleinen ook nog eens de achterstand op hun rivaal tot vijf verliespunten.
De wedstrijd is gespeeld en als het eindsignaal klinkt viert het groen-zwart-rood gekleurde deel van East Belast feest. The Oval loopt langzaam leeg en wij haasten ons tussen de stromen supporters. Groen-zwart-rood mengt zich met blauw. En Belfast? Daar komen we zeker terug. De arbeiderswijken, het centrum, de voetbalclubs. Die heerlijke rauwe stad. Met verdeeldheid. Met littekens. Grote uitdagingen. Met passie.
Blijdschap bij Glentoran en een frustratie rookpotje bij Linfield. East Belfast kleurt vandaag groen-rood-zwart. pic.twitter.com/Rp4FQJ22Qk
— vanpogototpopo (@vanpogototpopo) December 26, 2019