Stop die selfiestick maar in je…
Een heel jaar hard werken en zwoegen om elke week drie punten binnen te slepen. Dat is waar voetbal om draait. En aan het eind van de rit krijgt de ploeg met de meeste punten die felbegeerde schaal. Een jaar lang werk je met een groep elke dag toe naar dat ene moment, kampioen worden. En als het dan eindelijk zo ver is dat de scheidsrechter voor het laatst driemaal op zijn fluit blaast en het besef komt dat je het hebt geflikt met zijn allen. Op dat moment moeten er allerlei emoties en gedachten vrijkomen, behalve die ene vreselijke gedachte: ”waar is mijn selfiestick?”
En laat dat tegenwoordig nou net zijn waar de hedendaagse voetballer aan denkt bij een titel. Als de wiedeweerga die verdomde selfiestick pakken en zoveel mogelijk je eigen hoofd op de foto zetten. Het maakt eigenlijk niet eens uit waarmee, zolang je maar duizenden foto’s hebt met je eigen hoofd. Wat is er in hemelsnaam mis met pure en oprechte vreugde? Vreugde waarbij niet wordt nagedacht over wat je straks eens op Facebook of Twitter gaat plaatsen. Maar gewoon die dolle vreugde van vroeger. Twee armen de lucht in en zestig rondjes als een kip zonder kop door het stadion hollen in je blote kont. Puur omdat je zo blij bent dat je helemaal niet meer na kunt denken. Je gooit je helemaal vol met bier en gaat daarna dat stadion lallend en feestend rond. Dat is wat mij betreft hoe je een titel moet vieren.
Ik wil niet zeggen dat de spelers van PSV niet blij waren met hun titel. Integendeel ze waren uitzinnig. Alleen constant die vreselijke selfiestick in beeld. Natuurlijk begrijp ik dat die spelers wat kiekjes voor thuis willen hebben van een unieke gebeurtenis. Maar een zesdelige encyclopedie met je eigen hoofd is wat mij betreft net een stapje te ver. Er zijn ook nog eens honderden fotografen aanwezig die foto’s maken, dus beeldmateriaal genoeg. Breek die klote stick in negentig stukken en ga met je nek aan de tap hangen. Je bent verdomme kampioen!
(foto via Peter Lous | Pro Shots)