Restricties uitvak jagen uitsupporters thuisvak in
De aanwezigheid van Feyenoord-supporters in het thuisvak zorgde zondag in Utrecht niet voor het eerst dit seizoen voor onrust. Wat is eigenlijk het probleem en hoe is het te voorkomen?
Feyenoord is al jaren uitsupporterskampioen van Nederland. Naast steevast uitverkochte uitvakken zitten er tweewekelijks vaak honderden of zelfs duizenden (lokale) Feyenoorders in de thuisvakken. Vooral bij clubs waar de thuisvakken lang niet uitverkocht zijn komen uitsupporters relatief gemakkelijk aan kaarten.
Vaak leidt de aanwezigheid van uitsupporters in thuisvakken niet tot problemen. Sterker nog, het kan best gezellig zijn om in contact te komen met supporters van andere clubs in plaats van afgeschermd te worden aan- en afgevoerd in het uitvak. De meeste supporters, zeker die van kleine clubs die vaak hoogstens met enkele tientallen verspreid op de thuistribune zitten, houden zich meestal ook gedeisd als hun club scoort. Juichen wordt immers al snel als provoceren ervaren. Bovendien is de uitsupporter in het thuisvak officieel in overtreding wegens het ‘omzeilen van de combiregeling’ en probeert hij dus niet onnodig op te vallen.
Uitsupporter in thuisvak is al snel potentieel gevaar
In Utrecht begonnen de problemen naar verluidt toen een uitsupporter werd ontmaskerd omdat hij juist níét juichte bij een doelpunt van de thuisclub. Hierna betrad de ME een andere tribune en hielden enkele thuissupporters het voor gezien omdat ze de sfeer te grimmig vonden worden. Wat er precies gebeurt is blijft lastig te bepalen, ook omdat de interpretatie van onrust op de tribune altijd subjectief is. De ene persoon zal al direct in paniek raken als de ME de tribune betreedt en er wat geschreeuwd wordt, de ander vindt het allemaal best meevallen zolang er geen doden vallen. De onrust in Utrecht leek zich, zeker op de gezinstribune naast het uitvak, meer toe te spitsen op de aanwezigheid van Feyenoorders op zich, dan dat zich ook daadwerkelijk problemen voordeden.
Essentiële vraag is dan ook hoe om te gaan met uitsupporters die toch in het thuisvak zitten. Zolang ze zich gedragen is er niets aan de hand, vinden de meesten. Vaak is dat ook zo. Maar waar ligt de grens van ‘je gedragen’? Is juichen bijvoorbeeld provoceren? Er blijven altijd een paar thuissupporters die zich irriteren en de confrontatie zoeken. Sommigen vinden zelfs dat er uit principe geen uitsupporters in hun vak mogen zitten, dus trappen ze uitsupporters de gracht in en houden daarmee de eer van de eigen club hoog. Blijkbaar is Nederland dus nog niet toe aan gemengde vakken en blijft een afscheiding in de meeste gevallen nodig.
Flexibele uitvakken
Onder Feyenoord-fans neemt de roep om flexibele uitvakken toe. Ook Ajax zou hier wel oren naar hebben. Voor de overige zestien eredivisieclubs zijn de meeste uitvakken echter al te groot. Bovendien zijn flexibele (lees: grotere) uitvakken geen optie bij de meerderheid van de clubs omdat daar het thuisvak ook consequent zo goed als uitverkocht is. Blijft over de handvol clubs met veel lege plaatsen die voor twee wedstrijden per jaar een grote aanpassing zouden moeten doen die bovendien het thuisvoordeel vermindert. Hoewel het op termijn financieel aantrekkelijk kan zijn lijkt het momenteel bij geen enkele club een serieus agendapunt te zijn.
Een andere reden dat uitsupporters, ook als het uitvak niet eens uitverkocht is, hun toevlucht nemen tot het thuisvak zijn de combi’s die vaak gelden voor het uitvak. Veel supporters steken liever veel moeite in het regelen van een kaartje voor het thuisvak om vervolgens rustig met de trein op pad te gaan en wat te drinken in het centrum van de speelstad dan zich te onderwerpen aan de opgelegde regels die komen kijken bij een reis naar het uitvak.
Minder regels is juist de oplossing
De aanwezigheid van uitsupporters op thuisvakken laat ook zien dat de clubcard niet waterdicht is. Hoewel het een lastig obstakel is, weten veel supporters met wat moeite en goede contacten toch aan kaarten te komen. Veel supporters van verschillende clubs regelen kaarten voor elkaar bij onderlinge wedstrijden. In die zin heeft de clubcard zijn doel bereikt en voor verbroedering gezorgd, maar in feite is een onzinnige regel die alleen nog een onneembare hindernis is voor de liefhebber die zo nu en dan eens een wedstrijd wil bezoeken, maar niet altijd bij dezelfde club.
Het beleid rond uitwedstrijden kan twee kanten op: nog meer combi’s, striktere regels met de clubcard en verwijdering van uitsupporters in thuisvakken of juist het tegenovergestelde hiervan. De eerste reflex van beleidsmakers zal na wedstrijden als Utrecht-Feyenoord waarschijnlijk richting het eerste gaan, maar een echte oplossing ligt vermoedelijk veel meer in de tweede optie. Door de nadelen van het uitvak weg te nemen wordt het onzinnig om nog in het thuisvak te gaan zitten. Met andere woorden: geen combi en indien beschikbaar meer capaciteit in het uitvak zou dé oplossing zijn voor het probleem bij uitwedstrijden van Feyenoord.
(Foto via Bunnikside.nl)