Met het negende in de Kelderklasse #10: Het begon met een gulden
Het begon met een gulden. Op een natte en grijze namiddag begon de vriendschap die twintig jaar later leidde tot een basisplaats in het negende. Zijn vernietigende linkerbeen is door de jaren heen wat afgezakt, maar toch kon ik vanmiddag de assist van Johan verwachten. Van een gulden, tegenwoordig de euro, wordt je niet rijk, maar het kan zeker het begin zijn van iets moois.
Het negende
Dit seizoen volgen wij met In de Hekken het negende elftal dat uitkomt in de laagste klasse van het amateurvoetbal. Een team waarbij vooral de derde helft een belangrijk onderdeel van de zaterdag is. De achteraf veldjes worden op onmogelijke tijden bevolkt door mannen van wie hun hoop op een voetbalcarrière al jaren geleden is vervlogen. Van de kleedkamerhumor tot schoten waar zelfs de ballenvangers van schrikken. Van wereldacties tot de beste smoesjes om af te zeggen.
Zijn vernietigende linkerbeen
Met zijn linkerbeen, die vroeger vernietigend was, krult hij de bal naar voren. Mijn lichaam spant zich voor de laatste keer aan om zo, met een sprint met de bal, oog in oog voor de keeper te staan. Uitgerekend Johan geeft de puntgave assist. Zoals een spits dat betaamt, werk ik de bal tegen de touwen. Ondertussen is dit, na de 3 – 0 achterstand, de welbekende eretreffer. Het “scheids, fluit maar af,” wordt nu omgeruild door het “hoe lang nog, scheids?”. Even gloorde de hoop, maar het blijft voor het negende bij het ene doelpunt en een nieuwe nederlaag. Een winterstop van meer dan een maand heeft niet geholpen (klik hier voor het vorige artikel).
Het begon met een gulden
“Kan ik je verleiden met koffie en een broodje,” is mijn troef om Johan te paaien om mij thuis op te pikken. Dit keer probeer ik hem om te kopen. Ik ken de speler, die dit seizoen linksback staat, al heel lang. Het begon met een gulden. Voor de jonge lezers onder ons, dat was dus nog voor de euro. Op een grijze en natte namiddag stond ik met een schoolvriendje op het doel te schieten. Het veld bestond vooral uit molshopen waarop je je enkels kon breken. Een deel van het veld was ingekort vanwege een speelweide van een kinderdagverblijf. Zo kwam er wel eens een schepje en een gieter onze kant op en dit beantwoorden wij ballen van middelmatige schoten. Het mooiste van dit alles waren de doelen. Het waren echte houten palen met een deklat. Het geluid van een bal die op de lat spatte was mooi om te horen.
Een natte en grijze namiddag
Op die bewuste dag was één van de doelen onbespeelbaar vanwege de vele regenval. Een grote plas zorgde ervoor dat keepen onmogelijk was. Toen Johan en zijn maten aankwamen hadden wij het goede doel bezet. Johan, die net uit bed was, drie uur in de middag, was niet van plan om weer huiswaarts te gaan. Na enige onderhandelingstechnieken kwam de portemonnee tevoorschijn. Zelf zat ik op de basisschool en de grote mannen tegenover mij waren allen een zevental jaar ouder. “Hier heb je een gulden, ga er maar wat lekkers van kopen!” Het heeft gewerkt. De plaatselijke buurtsuper ging er met de winst vandoor. Een win-win situatie waarbij ik in die tijd de waarde van geld had onderschat.
Van een gulden wordt je niet rijk
In de weken die volgden voegde ik mij brutaal bij de grote jongens om gezamenlijk lekker op doel te rammen. Naarmate de tijd verstreek, vervaagde het leeftijdsverschil. Langzaam groeide de vriendschap en nu, meer dan twintig jaar later, speel ik met twee van hen in het negende in de Kelderklasse. De moraal van dit verhaal: van een gulden of euro wordt je niet rijk, maar het kan zeker het begin zijn van iets moois . Iets wat meer waard is en niet in geld uit te drukken.