De Plaatselijke FC #16: De ‘oer-rooie’ van IJsselmeervogels
Het is een van de succesvolste amateurclubs van het land. De succesvolste misschien zelfs. Voor die successen heb je een goede fundering nodig. En laat de man die ik vandaag spreek nou in de bouw werken. Achter de schermen zorgde hij ervoor dat de spelers en trainers goed te werk konden gaan. Konden, want hij heeft er een punt achter gezet. Een verhaal over de afzwaaiend materiaalman van IJsselmeervogels.
Weet je wat het mooiste van De Plaatselijke FC-trip is? Dat ik mij verbaas over het feit hoeveel ‘mooie’ mensen er rondlopen bij alle clubs. Je zou toch zeggen dat er ergens een zure appel tussen moet zitten? Niets in minder waar. Ook in de hoofdstad van het amateurvoetbal, Bunschoten-Spakenburg, heb ik iemand gevonden die mooie dingen over IJsselmeervogels kan vertellen. De naam: Wim Stoffel. Beroep: full-time ‘rooie’.
IJsselmeervogels
Na kort telefonisch contact spreken Wim en ik af op een zwoele vrijdagavond bij IJsselmeervogels. Tijdens mijn reis naar club kan ik niet wachten tot ik op het complex van De Westmaat ben. Het is wat voetbal mooi maakt. Met IJsselmeervogels en Spakenburg kent het twee grote amateurclubs op één complex. Je wordt rood of blauw geboren, er is geen andere keus. Even was de derby weg, maar volgend seizoen is ie terug van weggeweest. IJsselmeervogels – Spakenburg. Het schijnt dat alleen een muur tussen beide kantines de clubs scheidt van elkaar. Afijn, dat gaan we zo zien.
Ander wereldje
Via station Amersfoort bereik ik Bunschoten-Spakenburg per bus. Een authentiek visserdorpje. Om de tijd te doden kijk ik het begin van Portugal-Spanje. Wat een parel van een wedstrijd. Hierdoor vergeet ik bijna uit te stappen. Bushalte Broerswetering is mijn stop. Vanuit daar nog een paar minuutjes lopen naar het complex.
En vanaf het moment dat ik de bus uitstap, kom ik in een andere wereld terecht. Voor mijn gevoel dan. Ik ben maar een simpele Deventenaar. Tijdens mijn looproute naar het sportpark, denk ik meerdere malen dat ik een bril nodig heb. Maar nee, ik blijk het toch goed te zien. Ze zijn er nog: mensen in klederdracht. Een mevrouw zit compleet stil, met de vissersklederdracht, op een stoel voor haar huis. Ze geeft geen krimp. Ook niet als ik haar vriendelijk begroet. Ik voel mij een beetje toerist in eigen land.
Als bakens in de verte
En daar, in de verte, zie ik de lichtmasten van het sportpark al. Het geeft mij hetzelfde gevoel als bij Feyenoord en Go Ahead Eagles. Iedere keer als ik naar het stadion loop, zijn de lichtmasten het eerst wat ik zie als ik in de wijken loop. Zoals ik al vertelde heb ik afgesproken met een ‘oer-rooie’. Wim staat mij al op te wachten bij de poort van De Westmaat. Hij is de enige aanwezige op het sportpark. Niet gek natuurlijk, het is immers zomerstop.
,,Wat een sportpark, zeg”, is het eerste wat ik tegen Wim zeg. ,,Dan heb je nog niet alles gezien hier”, antwoordt hij. ,,Aangenaam jongen, loop mee. Zullen we even in het businesshome zitten?”, vraagt Wim. Prima. De sleutelbos rinkelt vrolijk over het sportpark. Wim is nog eventjes in het bezit van de sleutelbos, want eigenlijk moet hij ‘m inleveren. ,,Ja, ik ben nu gestopt hé. Eigenlijk wilde ik ‘m al inleveren, maar dat is er nog niet van gekomen. Mooie timing heb je, nu kan ik je overal mee naar toe nemen”, zegt Stoffel lachend.
Van speler tot supporter, van supporter naar materiaalman
Wim opent iedere deur en die draait hij netjes weer op slot. ,,Het kan nu nog, dus dan doe ik dat maar haha”, grapt hij. Eenmaal boven in het businesshome ontstaat er een prachtig gesprek. Ik gooi een muntje van vijftig cent in Wim Stoffel en ik pak direct de jackpot. ,,Ik weet zeker dat ik je genoeg kan vertellen over deze prachtclub”, begint Stoffel.
,,Eigenlijk weet ik niet waar ik het IJsselmeervogels-virus vandaan heb. Het is niet zo dat het bij mij thuis met de paplepel werd ingegoten. Maar ik denk dat het per toeval gegaan is. Voetballen met vriendjes op dit sportpark, in plaats van die bij de buren. Dan blijf je plakken en krijg je vanzelf dat ‘rooie’ gevoel”, vertelt de afzwaaiend materiaalman. Als speler heeft hij het verdienstelijk gedaan, al zegt hij het zelf. ,,Ik kwam zelfs bij de selectie als jong broekie. Jammer genoeg gooide een blessure roet in het eten en ben ik eigenlijk gestopt met voetballen op niveau. Maar ik bleef natuurlijk wel supporter van de club.”
Zijn weg naar het eerste elftal is een geniale te noemen. Kon ik dat maar zeggen bij mijn ‘cluppie’ Feyenoord. Ik zou er zelfs geld voor neerleggen, om materiaalman van Feyenoord te worden. ,,Mooi he, van voetballer naar fanatiek supporter tot materiaalman. Ik ben echt een fanatiek supporter. Samen met een hechte groep maten waren wij er altijd. Ook tijdens uitwedstrijden. Met drie à vier auto’s het land in. Op een gegeven moment stopte de materiaalman van het eerste met zijn functie. Toen kwam er voor korte duur iemand hem vervangen, maar de klik was er volgens mij niet. En toen werd ik opeens gevraagd.”
,,Of ik het ook binnen drie dagen wilde laten weten. Nou, toen moest ik mijn vrouw wel even onder vier ogen spreken natuurlijk. Maar zij zag dat ik gelukkig van het verzoek werd en zei direct dat ik de kans moest pakken. Ben je getrouwd met Wim, dan ben je getrouwd met IJsselmeervogels, haha. Zogezegd zo gedaan. Ik werd als fanatiek supporter, opeens materiaalman”, zegt Wim met een grote grijns.
Maar al snel komen er twijfels bij Wim. Is dit wel wat ik wil? ,,Het eerste jaar was vervelend te noemen. Er komt toch veel meer bij kijken dan je denkt. Maar gelukkig heb ik tegen mijzelf gezegd: je moet even wennen. Toen het automatisme erin kwam, was het ’t leukste beroep ter wereld. Ik mocht overal naar toe met de club. Iedere wedstrijd weer zat ik op de bank. Nou ja, zat? Soms sprintte ik, fanatiek als ik ben, naar de zijlijn als ik het ergens niet mee eens was. Dan moesten die gasten op de bank mij weer in het gareel brengen”, schaterlacht Wim.
Het lijkt mij geweldig. Als supporter opeens onderdeel uitmaken van het geheel. Als ik even in mijn geheugen duik, kan ik nog twee gasten opnoemen die als supporter opeens bij het eerste team horen. Justin Bijlow van Feyenoord. En Patrick ter Mate van Go Ahead Eagles. Bijlow, Feyenoord-supporter in hart en nieren, tatoeages van de club, en een soort hooligan van Feyenoord 1. Wellicht volgend seizoen wel eerste keus onder de lat. En dan Ter Mate. Hij was een aantal jaar geleden de derde keeper van Go Ahead Eagles, maar door verschillende redenen mocht hij debuteren in de Eredivisie. Uit, tegen NEC. De hooligan van de B-side. De man met twee spreekwoorden in één zin na een tegengoal: “we moeten niet bij de pakkenneer gaan zitten want dan gaan we de bietenbrug op”. En hij liet op TV zijn ‘Eagles’ tattoo zien. Helden!
Emoties
En twaalf jaar lang heeft ‘supporter’ Wim Stoffel zich keihard ingezet voor IJsselmeervogels. Maar na die twaalf jaar komen er toch twijfels. Moet ik dit blijven doen? Ben ik er genoeg voor mijn gezin? Moet ik het stokje niet overdragen. En dat gebeurde. ,,Vorig jaar wilde ik eigenlijk al stoppen. Ik zag mijn dochters opgroeien en ik wilde ze nog meer zien opgroeien. En natuurlijk vaker met mijn vrouw zijn. Plus het feit dat ik het materiaalwerk al een tijdje samen met iemand deed. Maar ik ging toch nog door. Ik wilde het goed achterlaten.”
De boel goed achterlaten deed hij zeker. Wim werd groots bedankt voor al zijn diensten. Op het videoscherm van het hoofdveld, werd Wim na de laatste wedstrijd van het seizoen door velen bedankt voor zijn werk. Oud-spelers, trainers, vrijwilligers en zijn gezin waren te zien in verschillende filmpjes. ,,Ik jank niet vaak. Maar dat emotioneerde mij heel erg. Het laat zien dat mensen heel blij met mij waren. Ik dacht er altijd heel simpel over, maar blijkbaar zijn mensen heel blij met mij geweest als materiaalman. Mooi, toch?”
De tijd vliegt voorbij. We zijn al anderhalf uur in gesprek, als we aanstalten maken om het complex rond te lopen. Mensen mensen. Dit sportpark doet niet onder voor bijvoorbeeld de complexen van Almere City, Telstar, en andere kleinere clubs uit de Eerste Divisie. Via de catacomben lopen wij naar de kantine. ,,Het is wel een puinhoop hoor. De kantine wordt verbouwd.” Het maakt mij niets uit, misschien nog wel mooier om te zien, aangezien aan de andere kant van de kantine de aartsrivaal zit. Spakenburg.
Vervolgens lopen we door richting de kleedkamers en het domein van Wim. Het materiaalhok. Momenteel een rommeltje, maar volgens Stoffel is dat ‘georganiseerde rommel’. Hij opent een van zijn kasten, terwijl ik wat foto’s maak. ,,Kun je vangen?”, vraagt Wim. Tuurlijk. Hij gooit een pakketje mijn kant op. Het thuisshirt van IJsselmeervogels. En nog een. Het uitshirt van IJsselmeervogels. ,,Snel, stop in je tas, dan zien de camera’s het niet. Volgens mij mist niemand deze shirts, de nieuwe zijn toch al binnen.” Ik mag toch wel zeggen dat deze shirts de pareltjes zijn in mijn collectie van de Tweede Divisie.
We lopen nog even het hoofdveld op, ik maak een kiekje van Wim op zijn vertrouwde plek op de bank en we gaan weer naar boven. ,,Ik denk dat jij getuige bent van het feit dat ik voor de laatste keer het hek dicht doe zo meteen.” Wat een eer, antwoord ik.
Deze man is een boegbeeld voor de club. Een markante man en een warme persoonlijkheid. Een echte ‘rooie’. Aan de bedankfilmpjes te zien, heeft deze man in die twaalf jaar ontzettend veel voor de club betekend. Hij liet nieuwe spelers op hun gemak voelen. Was altijd aanspreekbaar als iemand ergens mee zat. Was wellicht een verlengstuk tussen de spelers en trainers. Maar bovenal, een punctueel materiaalman. Alles moest zoals hij het voor ogen had. Duidelijkheid.
Dat was het dan
Het is tijd. Ik moet weer terug naar Deventer, voordat de treinen niet meer rijden. We lopen richting de uitgang van het sportpark. Het alarm staat weer aan. Alle sloten zijn dichtgedraaid. ,,Nou, daar gaat ‘ie”, zegt Stoffel. Het hek klapt dicht. ,,Dat was het dan Wim”, zeg ik tegen hem. ,,Ja.. Maar volgend seizoen zit ik iedere wedstrijd op mijn eigen plek. Ook wel weer lekker hoor. Kom, ik geef je een lift naar de bushalte.”
Soms is voetbal het leven. Dan moet alles wijken voor die sport en de club waar je van houdt. Maar soms is het ook genoeg. Wim heeft alles gewonnen wat er te wonnen viel. De cirkel is rond. Volgend seizoen mag hij weer fanatiek vanaf de tribune schreeuwen. Het ga je goed, maat. Veel geluk met je gezin en schreeuw niet te hard volgend jaar. Ciao, Jeroen.
Dit is een verhaal uit de serie De Plaatselijke FC. Klik hier voor alle verhalen van deze serie.