De Plaatselijke FC #10: De Vijfde Colonne van BVV Barendrecht
Het gaat nu hard. De tiende club alweer. De volgende club die een bezoek van mij krijgt is BVV Barendrecht. Ik heb gehoord over een groepje mannen die zichzelf ‘De Vijfde Colonne’ noemen. Geen supportersvereniging. Maar ook zeker geen ‘oude lullen clubje’. De groep mannen staan in ieder geval wel altijd langs de lijn tijdens een wedstrijd van BVV. Uit of thuis, het maakt de mannen niet uit.
Voor de vaste lezers van mijn verhalen, na mijn verhaal van vorige week is er wat karma opgetreden. Ik sprak toen over een perfect verlopen treinrit naar de Amsterdamsche Football Club. Deze week is dat volledig omgekeerd. Ik moet met snelbussen naar verschillende stations, stap in totaal drie keer over, en ik sluit af met een wandeling van een kwartier naar het sportpark van BVV Barendrecht. Al met al bijna drie uur onderweg. Ik zal mij voorlopig even gedeisd houden als ik over mijn reis naar een club begin. En om het nog treuriger te maken, het station van Barendrecht krijgt niet de schoonheidsprijs. Gelukkig maakte de wandeltocht naar Sportpark De Bongerd veel goed.
Via een prima uitziende wijk loop ik volgens Google Maps tegen het water aan. Ik moet toch echt aan de overkant zijn. Het enige wat ik nog zie is een pad van houtsnippers die verdwijnt in een bosrijk gebied. Het is niet de officiële ingang van Sportpark De Bongerd, maar mede door het zonnige weer van vandaag is het een prachtig plaatje om via deze weg het sportpark op te lopen. Ik kom uit op een van de achterste velden van BVV Barendrecht. Het veld doemt eigenlijk op vanuit het niets. Instinctief vervolg ik mijn looproute naar het clubhuis. Ik krijg al een berichtje van Piet van der Linden. Vandaag spreek ik namelijk met hem, en zijn ‘Colonne’-maatje Cees Bakker af. ,,Jeroen, wij zitten al in het clubhuis. Trap omhoog en derde deur naar rechts. Tot zo”, staat er op mijn mobiel.
Aangeschoten ideeën
Daar zitten de twee mannen klaar. ,,De kaartclub is bezig in de kantine, dus hier kunnen we even rustig zitten”, zegt Piet. Hoewel het bloedheet is, hebben we met z’n drieën wel zin in koffie. Cees heeft zich net aan mij voorgesteld als hij terugkomt met drie bakkies. Het gesprek is nog niet eens op gang, maar ik voel mij al aardig thuis hier. Het zal vast wel iets te maken hebben met het feit dat mijn club Feyenoord hier een paar kilometer vandaan ligt en ik het Rotterdams accent heerlijk vind. Afijn.
De twee mannen zijn al heel wat jaren lid van de club. Piet is zelfs lid van verdienste en Cees is erelid. Beide heren zitten bij de zogenoemde ‘Vijfde Colonne’. Waar komt dit vandaan? De Vijfde Colonne is niet vanzelfsprekend positief te noemen. ,,Niemand weet eigenlijk de herkomst van onze groep honderd procent zeker. Sommigen claimen dat het bij hem is begonnen, maar niemand weet een exacte datum. Het is geleidelijk gegaan. Net als de naam trouwens. In ons geval is het louter positief te noemen. We zijn geen spionnen of iets dergelijks, als je dat wil zeggen”, vertelt Piet. ,,Maar goed, tijdens uitwedstrijden reden er standaard drie á vier auto’s gezamenlijk met de spelersbus het land in. Vooraf verzamelen op De Bongerd, dus je wist wel wie er allemaal mee gingen en her en der was er goed contact tussen al die auto’s.”
Cees Bakker (links) en Piet van der Linden (rechts) kijken naar de training van het eerste elftal.En dat bleef zo totdat een borrel wel erg gezellig werd. In een aangeschoten bui tijdens het kampioensfeest in 2010 in de Hoofdklasse ontstond het idee om een eigen bus te kopen. ,,Gekscherend zeggen wij altijd dat sommige kameraden in de Quote 800 staan. Die kunnen financieel dus wel wat missen. Werden wij allemaal wakker na de borrel, veel vergeten, maar het idee van een eigen bus bleef hangen”, vertelt Piet lachend. Cees vult hem aan. ,,Die bus is helemaal omgebouwd naar onze wensen. Hij is helemaal wit gemaakt, en onze naam staat erop. Van binnen hebben wij tafels in iedere rij staan en helemaal achterin een ronde tafel waar we met veel man omheen kunnen zitten”, vertelt Cees.
Foto uit het archief van Piet. De eigen bus van De Vijfde Colonne.Later trouwen heeft voordelen
Ze fungeren als trouwe aanhang van de ploeg uit Barendrecht. Maar daarnaast zijn zij ook veel van hun vrije tijd kwijt aan de club. Cees is huisfotograaf van de club, maakt alle foto’s voor de presentatiegidsen en levert plaatjes aan voor de plaatselijke kranten. Piet is een, hoe noem je dat, huisjournalist? Jarenlang zat hij in de kascommissie, maar maakte daarnaast het digitale blad ‘Van Dit En Van Dattum’. Meer dan 1200 digitale krantjes maakte Piet, waar hij onder meer het actuele nieuws uit de Nederlandse voetbalwereld beschreef. ,,Het liep de spuigaten uit. Op een gegeven moment kon mijn mailbox het niet meer aan om zoveel mailtjes tegelijk te sturen. Ik zat op ongeveer 1400 adressen die de ‘Van Dit En Van Dattum’ wilden hebben. Was ik om drie uur ’s nachts nog bezig.”
Voor Cees geldt precies hetzelfde. ,,Ik denk dat ik zeventig procent van mijn tijd voor de club bezig was.” Als ik hem vraag wat ze daar toen thuis van vonden antwoordt Cees gevat. ,,Dat is het voordeel van op latere leeftijd trouwen. De vrouw des huizes was er toen nog niet, haha.” De twee heren vonden elkaar op het gebied van hun hobby’s. Piet is goed met tekst, Cees is goed met de camera. ,,Ons werk kwam tezamen in mijn digitale krantje.”
Jaarlijkse uitjes
De Vijfde Colonne komt niet alleen samen bij de wedstrijden van Barendrecht. Jaarlijks organiseren de mannen uitjes. Bijvoorbeeld naar Engeland. ,,We zijn met de hele groep onder andere naar Cambrigde United en Ipswich Town geweest. Heerlijke ervaringen zijn dat”, zegt Piet. Hij vervolgt zijn verhaal lachend. ,,Vroeger had je nog van die tochten waarmee je binnen een paar uur aan de overkant was. Stak er een storm op boven de Noordzee. Op dat moment bleek dat wij als ‘Colonne’ beschikten over een goede maag. Ik heb nog nooit zoiets meegemaakt. Mensen rolden door de gangpaden, er werd vanaf het dek naar beneden gekotst. Dat vergeet ik nooit meer, haha.”
De uitwedstrijden naar Katwijk zijn ook vaste prik voor de groep. ,,Tijdens die wedstrijden is nagenoeg iedereen aanwezig. We vertrekken dan eerder van huis om een visje te eten bij Schuitemaker in Katwijk. Flesje Chablis erbij, lekker man”, zegt Cees. En ook al verliest BVV een keer, dat mag de pret niet drukken. ,,Het is natuurlijk niet leuk om te verliezen, maar de terugreis naar huis is nooit vervelend. Relativeren kunnen wij wel goed”, vervolgt Cees. Terwijl hij dat zegt begint Piet te vertellen over de vorige wedstrijd tegen AFC Amsterdam. 3-1 verloren. ,,Die scheidsrechter kon er echt niets van”, zegt Piet. Relativeren, toch? Haha.
De Bongerd
In mijn ooghoeken zie ik de sproeiers aan gaan van het hoofdveld. Het eerste elftal traint vanavond. Petje af, met dit weer. Via de kantine lopen wij met z’n drieën richting het hoofdveld. Eerst passeren we natuurlijk het hek waar de kaartjes verkocht worden. Ook hier, zo’n knus hokje waar precies twee man in kan zitten. Vol in de zon is het hier binnen niet uit de houden. Piet en Cees nemen mij mee richting de hoofdtribune. Voordat we daar aankomen zie ik het heerlijke ereterras. Oude statafels, barretjes in de tribune gebouwd, met daarboven de plekken van de bestuurders en sponsoren. Via een klein tunneltje kan je zo de tribune oplopen. Het ziet er wel ‘kicken’ uit.
De hoofdtribune is momenteel gevuld met maar liefst één persoon. Diegene kijkt met veel interesse naar de training van het eerste elftal. De rode tribune is aardig groot voor een Tweede Divisie-club. Als je aan de achterkant van de tribune staat, denk je dat je een klein stadion binnenloopt. De tribune heeft wat Engelse sentimenten, met al die ijzeren gedaantes op het dak.
De twee heren nemen mij mee de catacomben in. Links de kleedkamer van het eerste, maar de enige die mijn aandacht trekt is een druktemaker van jewelste. Het blijkt materiaalman Aad Janssen te zijn. ,,Kerel, kom, dit is mijn domein man”, begint hij enthousiast. Alles ligt keurig op volgorde van de spelers. Hij legt mij zijn was-schema uit, en wijst trots naar meerdere shawls in zijn hok. De kleine materiaalman kan hier prima uit de voeten, maar ik moet bijna bukken. Het hok loopt namelijk schuin af. ,,Niet te veel opscheppen Aad”, roept Piet vanuit de hal.
Het complex is echt heel groot. Ik verbaas mij over de hoeveelheid kleedkamers. ,,Naast negentien seniorenteams hebben wij ook een grote jeugdopleiding. Dus in fases zijn er steeds meer kleedkamers bijgebouwd”, zegt Cees. Dat is goed te zien als je aan de achterkant van het complex staat. Steeds een nieuwer ogend muurtje als je naar links kijkt. Het tekent de ontwikkeling van deze club. Groeiend, bouwend. ,,Ik heb jaren in de kascommissie gezeten en ik was altijd erg gelukkig als wij weer perfect uitkwamen met de centjes. Vandaar dat dit ook mogelijk is. Het geeft ook rust binnen de club. Als ik sommige kunstjes zie bij andere Tweede Divisie-clubs, denk ik: dit moet een keer fout gaan”, zegt Piet.
Later als ik oud ben
We komen weer aan bij het punt waar we de rondleiding zijn gestart. Ik wissel nog even wat contactgegevens uit met de heren, waarna Cees zonder iets te zeggen op zijn horloge tikt. Oh ja, mijn trein gaat over twintig minuten. ,,Je moet nog wel even lopen hoor, schiet maar gauw op.” Ik pak mijn camera gauw in, en stop ‘m samen met een aantal boekjes van de club in mijn tas. ,,Sorry mannen, ik moet jullie even gauw een handdruk geven, voordat ik mijn trein mis.” Het maakt de heren niet uit. ,,We zien je verhaal wel verschijnen, succes pik”, hoor ik ze roepen.
Dit verhaal geeft aan dat leeftijd niets uitmaakt buiten de lijnen van het voetbal. Deze club kent een groep oudere mannen die iedere wedstrijd bezoeken op eigen gelegenheid. In hun eigen bus nog wel. Zo wil ik ook wel oud worden. Heerlijk, op zaterdag en zondag naar de voetbal met mijn vrienden die ook zoveel van voetbal houden. En dan maar wat later trouwen, als ik Cees moet geloven. Ik hoop niet dat mijn vriendin dit leest. Een groot dankwoord aan ‘De Vijfde Colonne’. Tot ziens, Jeroen.
Dit is een verhaal uit de serie De Plaatselijke FC. Klik hier voor alle verhalen van deze serie.