Je kunt het je haast niet voorstellen, in het Duitse plaatsje Marl ligt een prachtig en verlaten stadion dat typisch Duits aandoet: Een sintelbaan, hoge tribunes die gebouwd waren om aan 36.000 mensen plaats te kunnen bieden en tegenwoordig overwoekerd en vervallen. Toen het stadion in de jaren ’60 werd gebouwd hadden de stad Marl en de club TSV Marl-Hüls grote plannen. Bij successen van de club was er zelfs een uitbreiding voorzien naar 50.000 plaatsen. Van al die mooie plannen van ambitieuze clubbestuurders en wethouders kwam niets terecht en de uiteindelijke grote winnaar is Moeder Natuur, die het stadion langzamerhand overneemt.
Het Duitse stadje Marl ligt ergens in het noorden van het Ruhrgebied. Met haar 85.000 inwoners is het niet te groot, niet te klein en enige hoogtepunten in de geschiedenis waren landbouw, mijnbouw en de Franse bezetting van 1923. Met andere woorden: Het stadje het doet een beetje uitgeslapen aan. Je verwacht dan ook helemaal niet dat er in dit stadje ooit een stadion van 36.000 plaatsen is gebouwd, laat staan dat er structureel topvoetbal gespeeld wordt.
Eerste Jahnstadion
In de jaren ’20 van de vorige eeuw besloot Marl om haar mijnwerkers het nodige vertier te bieden en een stadspark met stadion te bouwen. Er werd een speelveld aangelegd, met grote aarde wallen erom heen, die plaats boden aan ruim 20.000 mensen. Over het oude stadion is weinig bekend, behalve dat het in 1927 werd opgeleverd en dat het, volgens de kranten uit die tijd, een troosteloze bende was. Tijdens de geallieerde bombardementen van de Tweede Wereldoorlog raakte het stadion zwaar beschadigd en in 1948 en 1949 werden er herstelwerkzaamheden uitgevoerd.
Dat gebeurde net op tijd, want de bespeler van het complex TSV Marl-Hüls werd in de jaren ’50 redelijk succesvol. De club werd algeheel Duits kampioen in de amateurs en in 1960 promoveerde de club zelfs naar de Oberlige West. De Oberliga West was, samen met 4 andere divisies, het hoogte niveau in het Duitse voetbal. Doordat TSV Marl-Hüls op het hoogste niveau speelde, vonden gemiddeld 10.000 mensen hun weg naar het stadion. Een thuiswedstrijd tegen Wuppertaler SV trok zelfs 18.000 man. Het stadion raakte echter in verval en de tribunes begonnen te verzakken. De kranten van die tijd waren het ook eensgezind met elkaar eens: In het stadion in Marl wil je niet dood gevonden worden.
Grootheidswaanzin: Een nieuw Jahnstadion
En dat was een doorn in het oog van de clubbestuurders en gemeentebestuurders. Reden voor hun om in 1960 plannen te maken voor een nieuw stadion. Architect Riege werd in de hand genomen en hij kreeg enkele opdrachten mee: Bouw een multifunctioneel stadion met vrij zicht op het veld en op het park, zodat gasten zich thuis voelen in het stadion. Riege deed zijn huiswerk en kwam met een ambitieus plan. Het nieuwe stadion zou uitgegraven worden, het bevatte 48 ingangen en het zou binnen vijf minuten ontruimd kunnen worden (als een van de eerste stadions in Duitsland). De Eretribune zou een hoogstaand technisch staaltje worden, waarbij het dak zou zweven aan pilaren en ijzeren draden. Ook had Riege rekening gehouden met eventuele successen en hij had ruimte ingepland om een tweede ring op het stadion te kunnen bouwen, waarmee de capaciteit naar 50.000 – 55.000 uitgebreid kon worden. In februari ging het gemeentebestuur akkoord met de bouw van het stadion. Twee jaar en 2,8 miljoen Mark later werd het stadion opgeleverd. Maar het leek alsof het nieuwe stadion een vloek over zich heen had.
Sportieve en bouwkundige ruïne
Tot overmaat van ramp degradeerde TSV Marl-Hüls in 1963. Volgens de club was het een “geplande degradatie”, om zo in de luwte van het tweede niveau te bouwen aan een nieuw team. Om mee te doen in de top van het Duitse voetbal had de club zich echter in de schulden gewerkt, die men moest afbetalen. De degradatie zorgde voor een uitloop aan spelers, waarbij Alemannia Aachen het team leeg kocht. Het geld ging naar de afbetaling en de club raakte langzamerhand financieel zwakker. In 1970 degradeerde de club zelfs naar de amateurs.
Geen toekomst meer voor het Jahnstadion
Dat had ook gevolgen voor de toeschouwersaantallen. Passeerden in 1964 gemiddeld 9.000 mensen de poortjes, halverwege jaren ’70 trokken de thuiswedstrijden van TSV Marl-Hüls nog maar 1.500 toeschouwers. In 1985 trad de band The Cure op en dat was het echte laatste hoogtepunt qua toeschouwersaantallen. De club en het stadion raakten in vergetelheid. In 1991 raakte zelfs een gedeelte van het stadion dusdanig verzakt, dat een groot gedeelte van de tribunes verwijderd werden. Waar het stadion ooit voor grote Europese successen werd gebouwd, werd het langzamerhand een ruïne.
De droom naar Europese wedstrijden kwam toch uit, toen in 1998 Benfica en Borussia Mönchengladbach in Marl tegen elkaar speelden. In een vriendschappelijke wedstrijd dan wel te verstaan. In 2004 nam TSV Marl-Hüls het in een vriendschappelijke wedstrijd op tegen Alemannia Aachen. Oh hoe ironisch, de club die onbedoeld het laatste zetje aan TSV Marl-Hüls gaf door het team leeg te kopen. Enkele dagen nadien maakte TSV Marl-Hüls bekend dat het na dat seizoen naar een nieuw stadion zou verhuizen. De gemeente en de club konden en wilden geen geld meer in het stadion steken.
Het is het begin van het einde van het stadion. Binnen enkele maanden zijn de tribunes overgroeid en een ware jungle geworden. De nabijgelegen school maakt nog wel gebruik van het veld, maar de grootse plannen van 40 jaar eerder zijn op niets uitgelopen. In 2008 wordt een honkbalvereniging in het stadion gehuisvest en de voetbaldoelen verdwijnen definitief. Enkele maanden geleden maakte de stad Marl bekend dat het stadion gesloopt gaat worden, om plaats te maken voor een kleine woonwijk. Een ding is zeker, van de prognoses, statistieken en verwachtingen is niets uitgekomen en de grootse plannen van 55 jaar geleden bleken een mooie zeepbel.
Weblinks
- Een uitgebreidere geschiedenis van het stadion tref je op de homepage van Martijn M. aan;
- Op zijn website vind je ook meerdere foto’s van het Jahnstadion.
Foto’s Jahnstadion

De oude toegangspoorten tot het Jahnstadion. Er waren er 48 in totaal, die daarmee makkelijk een stroom van 36.000 mensen aan konden.

Er wordt al 10 jaar geen onderhoud aan het stadion gepleegd. Dat zorgt voor overwoekerde tribunes

Het stadion raakte nooit uitverkocht en lege tribunes waren meer regel dan uitzondering

Doordat het stadion geen toekomst meer en er geen onderhoud aan gepleegd wordt, neemt Moeder Natuur het stadion langzaam over

Ook op de bijzondere Ere-tribune neemt Moeder Natuur de zaken over.