Royal Antwerp Football Club is back!
Al eerder was er dat prachtige nieuws “The Great Old” is terug op het hoogste Belgische niveau. De oudste club van België en de laatste Belgische club die in een Europese finale stond is na dertien jaar ploeteren weer aanwezig in de Eerste klasse.
Deze historische en traditionele club heeft te lang in de tweede klasse vertoefd. Tegen lotgenoot KSV Roeselare wist FC Antwerp de titelstrijd in haar voordeel te beslissen. Beide clubs speelden de nodige jaren op het tweede niveau tegen elkaar. Regelmatig kwamen ze elkaar tegen in de strijd om promotie. Tijdens een onvergetelijke clash in twee-duizend-en-negen stortte Roeselare speler Anthony van Loo naar de grond. Een hartstilstand deed hem in elkaar zakken. Dankzij een geïmplanteerde defibrillator werd zijn hart weer opgang gebracht en overleefde hij!
Louis van Gaal speelde hier en Dennis van Wijk en Jimmy Floyd Hasselbaink trainden de ploeg. Oud Europees voetballer van het jaar Wilfried van Moer beleefde in Antwerp grote successen en op dit moment tikt Bjorn Vleminckx de ballen in het net. Een club met een rijke historie en veel traditie. Zo ook het prachtige “Bosuilstadion”, dat plaats biedt aan een kleine dertien duizend bezoekers.
Over het stadion aan de Oude Bosuilbaan is veel te doen. De gemeente geeft de voorkeur aan een gedeeld stadion, te bespelen door Germinal Beerschot en RAFC maar de weerstand is enorm! In het verleden werd het stadion om veiligheidsredenen al meerdere keren gesloten en werden de problemen zo goed en zo kwaad opgelost. Sluiting zou een regelrechte ramp zijn!
Nu de “Rooie Honden” gepromoveerd zijn zal de interesse voor een wedstrijdbezoek alleen maar groeien. Een wedstrijdbezoek is absoluut de moeite waard maar om overdag de boel eens rustig te bekijken is zeker een aanrader.
Bij aankomst springen de prachtige muurschilderingen die refereren naar de successen van weleer direct in het oog.
Nadat je de hekken door bent ligt het stadion recht voor je.
Rechts aan een boom hangt een ingelijste foto ter ere van een trouwe supporter die er niet meer is. De verwelkte bloemen verwijzen naar het verdriet van de nabestaanden en het respect van zijn vrienden.
De weg naar het stadion is schots en scheef en bij regenachtig weer gevuld met modderplassen. Links liggen de trainingsvelden omheind met scheve en verroeste hekken en gaas.
Maak even een wandeling om het stadion en betreed daar waar het kan deze oude arena.
Loshangende electrakabels, witgekalkte gestuukte en gescheurde muren springen in het oog. Overal liggen (lege?) fusten bier, oude pallets en ongebruikte bouwmaterialen.
Zodra je het stadion betreedt ga je terug in de tijd en ruik en beleef je een stuk prachtige voetbalgeschiedenis.
Het hout en het beton lijkt overal door de tijd te zijn aangetast.
Achter de tribune voor de bezoekers dient een zelf gefabriceerd net van enkele aan elkaar geknoopte oude doelnetten als barrière om te voorkomen dat men elkaar bekogeld.
De oude staantribune is surrealistisch om te zien. Tussen een wirwar van staanders en liggers, in een muffe en aan schraal bier denkende lucht, loopt een betonnen pad schuin omhoog.
Vanuit de donkere en schimmige ruimte onder de tribune loop je het zonlicht tegemoet en betreed je de oude staantribune met een pracht zicht over het veld en de tegenover liggende tribunes.
Hier staan elke thuiswedstrijd duizenden supporters die de club steunen in voor en tegenspoed. Mannen en vrouwen die houden van “De ploeg van de Stad” en deze, ook in belabberde tijden, al jaren naar voren brullen.
In het midden onder de tribune is een bar ingericht waar voor, tijdens en na de wedstrijd enorme hoeveelheden bier worden genuttigd. De restanten liggen overal onder en op de tribune.
Op amper negen meter van het bier afgiftepunt is een urinoir waarvan de afvoer niet meer doet wat het moet doen en dagen na de wedstrijd nog een penetrante lucht geeft. Maar daar zijn er meerdere van!
Royal Antwerp Football Club is back!
p.s. Mocht je tijd hebben rij dan even iets verder naar Maccabi Antwerpen. De enigste Joods voetbalvereniging van de stad. Parkeren bij het kleine stadion is niet te doen en moet bij de naastgelegen voetbalclub. Een korte wandeling langs de honderden meters lange oude betonnen omheining brengt je naar de smalle blauwgeschilderde toegangsdeur. Binnen komen is bijna onmogelijk door de pertinente zware bewaking door minimaal twee zwaarbewapende Belgische militairen. Met een vriendelijke babbel en op vertoning van je paspoort heb je kans dat je snel een blik mag werpen op het veld.