In gesprek met Robert Cotos, de ex-ultra die zijn club verloor
Ik ben een week in Roemenië en ga in gesprek met Robert Cotos, een ex-ultra die in 2010 zijn club verloor en sindsdien geen voet meer in het stadion zette. Het nieuwe Minaur Baia Mare lijkt in niets op zijn oude club. Zijn FC Baia Mare speelde ooit gelijk tegen het Real Madrid van hoofdcoach Alfredo di Stéfano.
Baia Mare (Nagybánya) is de hoofdstad van de provincie Maramureș, gelegen in de regio Transsylvanië. De voormalige mijnstad ligt in het noorden van het mooie Roemenië. Vroeger maakte deze regio deel uit van Hongarije en tijdens mijn reis kom ik in veel dorpjes die in alles nog altijd Hongaars zijn: de inwoners, taal, tradities, normen, waarden, eten en drinken. Alles. Toen Transsylvanië in Roemeense handen viel bleven hun voorouders en zijzelf hier wonen. Zij wilden niet vertrekken en verloren op papier hun nationaliteit. Dat Viktor Orbán er in 2012 voor zorgde dat ‘Roemenen’ met de Hongaarse etniciteit weer een Hongaars paspoort konden bemachtigen, was voor hen een absolute zegening en verklaart zijn populariteit.
Zure regen
In en rondom Baia Mare kun je niet om Turnul Combinatului heen, een waanzinnig grote schoorsteen die boven alles uittorent. Met 350 meter is het de derde hoogste in heel Europa, alhoewel hij niet meer wordt gebruikt. De fabriek bouwde de schoorsteen in 1995 om koper te smelten. Daarbij werd de stad door de uitstoot blootgesteld aan zure regen vol chemische stoffen. Een totale ramp voor de bevolking. Bij de veel te late ontdekking moest de fabriek direct sluiten maar was het leed al geschied, met alle gezondheidsrisico’s van dien. Baia Mare werd zo ongeveer de meest vervuilde stad van Roemenië.
Een tijd lang speelde er bij de gemeente het idee om van de schoorsteen een toeristische attractie te maken. Het zou de Eiffeltoren van Roemenië moeten worden. Een leuk idee, maar zoals zo vaak ontbreekt het bij de Roemenen aan daadkracht. De schoorsteen en verlaten fabriek zijn nu al tijden buiten gebruik en de overgebleven materialen worden gejat door zigeuners. Zij wonen in armoedige, vervuilde flats naast de fabriek en zijn een hoofdpijndossier voor de gemeente, want het lukt maar niet om de groep te integreren. Uit wanhoop besloot de burgemeester de zigeuner-ghetto met een ‘Roma-Wall’ af te sluiten van de rest van de stad. Later moest de muur wegens hevige kritiek weg worden gehaald, maar er is niemand die eraan denkt een stap te zetten in hun territorium.
Robert Cotos
Na enkele dagen de stad te hebben verkend, spreek ik af met Robert Cotos in het centrum van Baia Mare. Café Log Out, met uitzicht op het hoofdplein. Robert was in het verleden actief als ultra voor de lokale voetbalclub FC Baia Mare en is tegenwoordig politicus. Hij werkt nu voor USR, in het Roemeense politieke landschap een liberale partij. ‘Misschien niet in vergelijking met Nederland, maar we zijn een hele progressieve partij. Zeker voor Roemenië’, vertelt Robert. Hij vervolgd: ‘We staan voor een sterk Europa dat samenwerkt op zoveel mogelijk vlakken. Samen kunnen we meer, dus laten we vooral daar op focussen in plaats van het creëren van verdeeldheid. Toch blijft het moeilijk een progressief geluid te vormen in het conservatieve Roemenië, maar wij blijven ervoor strijden.’
De groep ultras waarmee hij naar wedstrijden ging is uiteengevallen door de vele drastische veranderingen bij de club. ‘Hoe heet de club nu? Minaur Baia Mare?’ vraagt Robert. ‘Die naam hebben ze gejat van het handbalteam van de stad. Ze willen alles kopiëren, omdat handbal nu de grootste sport is in deze regio en we bij de absolute top horen. Met de jongens van toen zijn we nu fanatiek bij het handbal, hoewel we in ons hart nog steeds het meest van voetbal houden.’ Robert begint de ultra-historie van FC Baia Mare uit te leggen: ‘Het begon allemaal met Commando Bulldogs, die we in 1995 oprichtten. Daar gingen we overal mee naartoe, door heel het land kon het team rekenen op onze steun. Later kwam Gruppo Nord in 2008 kijken tot het einde van de originele club. Er is nu nog steeds een kleine groep aanwezig onder de naam van Commando Bulldogs, maar dat zijn niet de jongens van toen. Die groep is niet eens elke week in het stadion.’
De Galácticos
Jarenlang kwam FC Baia Mare, bijnaam Minerii (mijnwerkers) uit in de tweede divisie van Roemenië. Af en toe maakte het een uitstapje naar het hoogste niveau. De piek in het bestaan gebeurde in 1982. Nadat de Roemeense bekerfinale werd verloren, kreeg de club alsnog toegang tot de Cup Winners’ Cup, het Europese toernooi voor bekerwinnaars. Baia Mare werd gekoppeld aan het grote Real Madrid met Alfredo di Stéfano als coach. Robert, toen nog kind, heeft er genoeg verhalen over gehoord: ‘Het stadion zat bomvol. Honderden supporters konden niet naar binnen of klommen over de hekken om een glimp op te vangen van het sterrenelftal. Dat we dit elftal op een 0-0 hebben kunnen houden is nog steeds ongelofelijk. Iedereen was verbijsterd en er barstte een volksfeest los. In de return werd het liefst 5-2, twee doelpunten van ons in Santiago Bernabéu tegen de Galácticos! En wij maakten daar de openingsgoal. Waanzin.’
Dood en begraven
De huidige toestand staat in schrijnend contrast met de gloriejaren: ‘In 2010 bleven we op de allerlaatste speeldag in de competitie en waren we gered van een faillissement, dachten we. De volgende ochtend werd iedereen wakker met het nieuws dat we alsnog failliet waren. Voor ons is de club sindsdien dood en begraven. De heroprichting is een nepversie die in niets lijkt op het oude FC Baia Mare, want alles is veranderd. Om die reden is de club ook haar prijzen kwijt, want die zijn veiliggesteld door een trouwe, rijke supporter. Wanneer we er zeker van zijn dat er goed bestuur zit met hart voor de club, denken we er pas over de prijzen terug te geven. Maar daar lijkt vooralsnog geen enkele aanleiding toe.’
Dit jaar staat Minaur Baia Mare onderaan in de derde divisie van Roemenië. De club stevent af op een tweede degradatie op rij, waarbij een faillissement onomkeerbaar lijkt. ‘Niemand gaat meer naar het stadion. Sinds wij niet meer gaan is de club zijn ziel verloren, ik heb al twaalf jaar geen voet meer in het stadion gezet. Met Commando Bulldogs hebben we mooie tifo’s gemaakt en geweldige awaydays beleefd. Maar goed, die tijden zijn voorbij. Nu ben ik vader van een dochter en heb ik van mijn politieke passie mijn baan gemaakt. Het ultra-verleden ligt nu achter me’, besluit een tevreden Robert, enigszins geraakt door alle nostalgie.
Stadionbezoek
Een dag later bezoek ik het Stadionul Viorel Mateianu. Een bijzondere, verwaarloosde toestand op een prachtplek. Het uitzicht vanaf de staantribune is fantastisch met de bergen in de verte en het historische museum ernaast. Dit is de plek waar het sterrenensemble van Real Madrid werd tegengehouden, met duizenden juichende supporters op de tribune. Volgens de officiële telling kunnen er 15.500 toeschouwers in het stadion, maar dan zullen er tegen de Spanjaarden ongetwijfeld meer zijn geweest.
Tegenwoordig is het stadion deels onbruikbaar. Een gedeelte van de staantribunes is gemarkeerd als gevaarlijk. Stoeltjes zijn vervuild en lijken elk moment af te kunnen breken. Op het eerste gezicht zou je denken dat de geel-blauwe hoofdtribune is gerenoveerd, maar niets is minder waar. Er is alleen een likje verf overheen gegooid en de stoeltjes zijn overgenomen van CFR Cluj.
Vanaf de hoofdtribune zie je de kolossale Kombinat-schoorsteen in de verte, precies naast een prachtig, antiek scorebord. Ik waag mijn eigen leven door de trap naar het scorebord-hok te beklimmen. Als het krakkemikkige trappetje het begeeft, dan lig ik letterlijk tussen de grafstenen. Pal naast het stadion ligt namelijk een enorme begraafplaats. Zonder te veel naar beneden te kijken lukt het me de trap op te komen. Binnen in het hok tref ik platen met de cijfers voor de doelpunten en andere rotzooi aan. Het digitale tijdperk van scoreborden zal hier voorlopig nog even uitblijven.
Alles is weg
In het hoofdgebouw ga ik op zoek naar merchandise. Ik wil een koffiemok van de club kopen, misschien een shirtje. Op de website van de club geeft de online shop al maanden een foutmelding. Ik stuit op een oudere vrouw, die het gebouw lijkt te beheren. Ze maakt in het Roemeens duidelijk dat ze niets hebben. Er kwam nooit iemand om iets te kopen, dus alles is weg.
Samenvattend is het verhaal van FC Baia Mare buitengewoon triest. De club is kapot gemaakt en de supporters zijn vertrokken. Niemand in de stad wil iets weten van de ‘nieuwe’ club en binnenkort zal hoogstwaarschijnlijk het volgende faillissement plaatsvinden, want degradatie naar het vierde niveau lijkt onafwendbaar. En dan blijft er niets over in Baia Mare. Alleen een leeg stadion. Geheel toepasselijk naast een begraafplaats.